IPC GBVB/GVDB – ochtendsessies van maandag 4 maart 2024

Op maandagochtend stonden de steun aan Oekraïne en het lopende uibreidingsproces op de agenda.

Openingszitting

De vergadering werd geopend door Senaatsvoorzitster Stephanie D'Hose. Zij vestigde de aandacht op de huidige precaire situatie in Oekraïne waar Rusland er alles aan doet om de Oekraïense geschiedenis en cultuur te vernietigen. De EU kan dit niet toelaten. Niet enkel in deze oorlog, maar ook in andere conflicten waar democratie wordt bedreigd, moet de EU borg staan voor deze democratie. Hiervoor is een goed uitgebouwd GBVB en GVDB noodzakelijk.

Vervolgens nam David McAllister, voorzitter van de Commissie Buitenlandse Zaken van het Europees Parlement het woord. Ook hij stelde dat de EU moet reageren als de democratie in de wereld wordt bedreigd. De EU moet verenigd blijven. De steun van 50 miljard euro aan Oekraïne is daar een goed voorbeeld van. De EU is een "soft power", maar heeft ook meer en meer een "hard shell" nodig. Dat is waar een militaire samenwerking nodig voor is. Een recent succesvol initiatief is de missie in de Rode Zee en de Golf van Aden, die tot doel heeft de maritieme veiligheid in de regio te garanderen.

Els Van Hoof, voorzitster van de commissie Buitenlandse betrekkingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers, startte haar inleiding met de vaststelling dat de EU jaren symbool heeft gestaan voor vrede, stabiliteit en welvaart. Nu staat het echter voor bijkomend uitdagingen en gevaren. Het is aan de EU om hiermee om te gaan, of het nu gaat om migratie, de oorlog in Oekraïne of het conflict in Gaza. De EU mag hier niet op reageren met het idee van "business as usual": aan de ene kant moet de militaire samenwerking binnen de NAVO nog meer worden geïntensifieerd, en aan de andere kant moet de EU sneller kunnen reageren op crisissen in Europa. HIervoor is het nemen van beslissingen met gekwalificeerde meerderheid inzake GBVB en GVDB noodzakelijk. Dit is één van de prioriteiten van het Belgische voorzitterschap.

Zitting I – Steun aan Oekraïne tegen de Russische aanval

In zijn inleiding benadrukte Mark Demesmaeker, voorzitter van de commissie voor de Transversale Aangelegenheden van de Senaat, dat de wereld wordt geconfronteerd met een ongekende geopolitieke schokgolf. Oekraïne bevindt zich in een existentiële overlevingsstrijd, maar de Russische agressie beperkt zich niet tot Oekraïne; zij strekt zich uit tot het grondgebied van zowel de NAVO als de EU. De krachtige en eensgezinde reactie en steun van de EU en haar lidstaten voor Oekraïne zijn hoopgevend. Het is van het grootste belang dat de EU optreedt als een daadkrachtige geopolitieke speler.

Belgisch minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib, prees de moed van Oekraïne in deze moeilijke tijden. De EU moet Oekraïne blijven steunen. De Russische agressie zal immers een zware invloed hebben op de toekomst. Rusland wil de mogelijke zwakten van de EU misbruiken om de steun te verstoren. Daarom was het goedkeuren van het steunpakket van 50 miljard euro en het dertiende sanctiepakket tegen Rusland een belangrijk signaal. Nu het conflict het derde oorlogsjaar ingaat, merken we een oorlogsmoeheid in Oekraïne zelf maar ook in de EU. Rusland wil ons doen geloven dat een overwinning veraf is. Dit moeten we met alle macht bestrijden. Dit kunnen we enkel doen door verenigd als één Unie de Europese waarden en idealen te blijven verdedigen.

Ivanna Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie voor Europese integratie van het Oekraïens Parlement, gaf een beschrijving van de huidige levensomstandigheden in Oekraïne. Het land lijdt enorm onder de oorlog. Ze wil echter de EU van harte danken voor de steun die al gegeven is. De levering van munitie was in dit opzicht enorm belangrijk. Maar er is meer nodig: wapenleveringen blijven cruciaal voor het voortbestaan van Oekraïne. Het is ook van het grootste belang dat de EU een eigen wapenproductie organiseert. Enkel zo kan de oorlog worden gewonnen.

Gert Jan Koopman, directeur-generaal nabuurschapsbeleid en uitbreidingsonderhandelingen van de Europese Commissie, stelde dat het niet enkel te doen is om het winnen van de oorlog, maar ook om het winnen van de vrede. Niet enkel wapens en munitie zijn belangrijk. Ook het ondersteunen van de economie en de Oekraïense maatschappij zijn enorm belangrijk. Het recente steunpakket van de EU is hierin een belangrijke stap. Oekraïne is kandidaat-lidstaat van de EU. Het land is niet enkel geopolitiek maar ook op economische vlak een belangrijke partner van de EU. Het heeft in het toetredingsproces al grote stappen vooruit gezet. Dat dit mogelijk is in oorlogstijd, is bewonderenswaardig en moet verder worden aangemoedigd.

Zitting II – Het lopende uitbreidingsproces

Sinds het begin van de opbouw van Europa is uitbreiding een instrument geweest om vrede en stabiliteit te bevorderen in regio's die dicht bij de grenzen van de Europese Unie liggen en om ontwikkeling in landen die tot de Unie willen toetreden te faciliteren. Momenteel zijn negen landen officieel kandidaat voor toetreding tot de Europese Unie: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Georgië, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije en Oekraïne.

Els Van Hoof, voorzitster van de commissie voor de Buitenlandse betrekkingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers, stelde dat het debat over de uitbreiding van de EU door de oorlog in Oekraïne opnieuw op de voorgrond staat. België is bereid om kandidaat-lidstaten te ondersteunen in hun inspanningen om toe te treden tot de EU. Maar tegelijk zal de EU voorbereid moeten worden zodat het beleid, de financiering en het interne beslissingsproces ‘future-proof' zijn. Ook op vlak van buitenlands beleid vereist dat een discussie over het vervangen van de vereiste unanimiteit door een gekwalificeerde meerderheid zodat de EU bij crisissen sneller kan optreden.

Federica Mogherini, rector van het Europacollege en voormalig hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, stelde dat de term "uitbreiding" niet noodzakelijk een goede term is. Dit veronderstelt immers dat er een centrum is waar alles begonnen is. Het is beter te spreken over de re-integratie van landen in een Europese familie. Een tweede punt betrof de institutionele hervorming binnen de Europese Unie die voor sommigen de voorwaarde is om nieuwe landen toe te laten lid te worden. Dit is niet nodig om tot een uitbreiding te komen. Tot nu toe is men er altijd al in geslaagd om nieuwe landen op te nemen zonder ingrijpend te hervormen. Uitbreiding is een opportuniteit om institutioneel te hervormen, maar geen noodzaak.

Gert Jan Koopman, directeur-generaal nabuurschapsbeleid en uitbreidingsonderhandelingen van de Europese Commissie, benadrukte dat toetreding voor kandidaat-lidstaten een zeer moeilijk proces is. In vergelijking met 2000 is het zogenaamde acquis verdrievoudigd. Het vraagt een fundamentele en ingrijpende wijziging van de maatschappij en dat vraagt tijd. Niettemin is de kant reëel dat sommige landen sneller dan verwacht klaar zullen zijn om toe te treden tot de Europese familie. De EU moet zich dan ook de vraag stellen wat er dan zal gebeuren, en of men er klaar voor is.

Steven Van Hecke, hoogleraar Europese Politiek aan de KU Leuven, vergeleek het toetredingsproces van voor de Russische agressie met dat van erna. De uitbreidingsmoeheid is helemaal verdwenen. Nochtans is de publieke opinie in de EU niet altijd even positief. Om de eigen burgers te overtuigen, is het belangrijk het geopolitiek belang, de economische belangen en het perspectief en opportuniteiten voor jongeren te benadrukken. Tenslotte moeten de beleidsmakers ook letten op de juiste timing en blijk geven van een echt politiek leiderschap.