5-2097/2

5-2097/2

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

26 JUNI 2013


Wetsontwerp tot wijziging van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR

DE HEER LAAOUEJ EN MEVROUW VAN HOOF


I. PROCEDURE

Bij het onderzoek van het wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen van de heer Christian Brotcorne (stuk Kamer nr. 53-50/1), dat onder de optioneel bicamerale procedure viel, heeft de commissie voor de Justitie van de Kamer vastgesteld dat een bepaling die bij amendement werd ingevoegd, behandeld diende te worden volgens de procedure bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

De commissie heeft bijgevolg beslist het wetsvoorstel te splitsen. Ze heeft de bepaling die volgens de procedure van artikel 77 van de Grondwet moest worden behandeld, opgenomen in een afzonderlijk wetsvoorstel tot wijziging van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (stuk Kamer, nr. 53-50/8).

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft die tekst op 16 mei 2013 aangenomen met 109 stemmen bij 26 onthoudingen (stuk Kamer, nr. 53-2815/1) en heeft het wetsontwerp op 17 mei 2013 aan de Senaat overgezonden.

Ook het wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de rechtzetting van materiële vergissingen of omissies in de vonnissen alsook tot de uitlegging van de vonnissen (stuk Senaat, nr. 5-2091/1), dat onder de optioneel bicamerale procedure valt, werd bij de commissie voor de Justitie van de Senaat aanhangig gemaakt.

Ze besprak beide wetsontwerpen samen tijdens haar vergaderingen van 12, 18 en 26 juni 2013, in aanwezigheid van de minister van Justitie.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE MINISTER VAN JUSTITIE

Zie stuk Senaat nr. 5-2091/3.

III. ALGEMENE BESPREKING

Zie stuk Senaat nr. 5-2091/3.

IV. STEMMINGEN

De artikelen 1 tot en met 3, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden achtereenvolgens eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Dit verslag is door de 10 aanwezige leden eenpariggoedgekeurd.

De rapporteurs, De voorzitter,
Ahmed LAAOUEJ. Els VAN HOOF. Alain COURTOIS.

De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp (zie stuk Kamer, nr. 53-2815/1).