5-94 | 5-94 |
De heer Wilfried Vandaele (N-VA). - Deze week is het Vlaams Gewest gestart met de sanering van de vroegere zonevreemde camping Eugène in Koksijde. Het gebied van 1,22 hectare wordt een onderdeel van het natuurgebied Hoge Blekker. Eerder had het Vlaams Gewest de voormalige camping Cosmos en camping Jacques Junior - het vroegere Crystal Palace - in Middelkerke aangekocht en hersteld in hun functie als zeewerende duinen. Er bestaan vandaag nog enkele zonevreemde campings, maar de meest opvallende is de militaire camping CDSCA in de duinen van Lombardsijde.
Defensie is al enkele jaren bezig met het in de etalage zetten van militaire domeinen. Naargelang van het geval zoeken gemeenten, provincies of het Vlaams Gewest naar een planologische oplossing voor die domeinen. Vaak gaat het om een ecologische herbestemming. Vreemd genoeg wenst Defensie de militaire camping in Lombardsijde tot nu toe niet te verkopen, al is die zonevreemd en biedt hij ook vanuit toeristisch oogpunt een geringe meerwaarde. De camping zou trouwens jaarlijks zo'n 300 000 tot 500 000 euro verlies lijden.
Ondertussen is Vlaams minister Crevits volop bezig met het uitvoeren van het masterplan Kustveiligheid, dat onze volledige kust moet beschermen tegen een duizendjarige storm. Het inrichten van zeewerende duinen is een van de beschermingsmaatregelen. Vlaams minister Schauvliege is intussen volop bezig met de sanering van campings in de duinen, zoals camping Eugène en de al eerder vermelde campings Cosmos en Jacques Junior.
Het is nu het geschikte moment om een duurzame oplossing te zoeken voor de militaire camping. In de praktijk gaat het dan om verwerving door het Vlaams gewest en met het oog op een natuurtechnische herinrichting.
Is de minister bereid de militaire camping Lombardsijde op korte termijn te sluiten. Is hij bereid hierover met zijn Vlaamse collega's overleg te plegen over een mogelijke verwerving door het Vlaams Gewest?
De heer Pieter De Crem, vice-eersteminister en minister van Landsverdediging. - Het vrijetijds- en ontspanningscentrum van Lombardsijde ligt op het militair domein. Ik ken het goed, niet alleen als minister van Landsverdediging, maar ook omdat ik er, al sinds lang, geregeld voorbijfiets. Omdat het op het militair domein ligt, kan het niet worden onteigend. Defensie is bevoegd om te bepalen welke instanties installaties, materieel, uitrustingen en activiteiten mogen aanbieden die noodzakelijk zijn voor de krijgsmacht. De vakantie-instellingen van Defensie hebben uitsluitend een sociaal karakter en geen enkel commercieel winstoogmerk. Ze worden uitgebaat door de Centrale Dienst voor de sociale en culturele actie, CDSCA, een parastatale van het ministerie van Defensie.
De vergelijking met campings die commercieel worden uitgebaat door privépersonen op een privédomein, gaat dus in feite niet op. Defensie is zelf bevoegd voor de uitbating. Een samenwerking met de toeristische sector aan de Belgische kust, die gelijkaardige verblijfformules biedt, werd door het CDSCA reeds bestudeerd, maar er is nog geen oplossing gevonden.
Om deze redenen blijf ik achter het standpunt van Defensie staan, maar ik ben wel bereid tot overleg met mijn Vlaamse collega's om te komen tot een oplossing die tegemoetkomt aan eventuele andere eisen in de kustzone. Met andere woorden, ik ben bereid te bekijken hoe we een oplossing kunnen vinden voor de problematiek die de heer Vandaele heeft aangehaald, maar het beheer en de uitbating van het terrein moeten wel volledig onder Defensie vallen.
De heer Wilfried Vandaele (N-VA). - Ik begrijp dat de minister vasthoudt aan het militair domein van Lombardsijde, dat waarschijnlijk ook een symboolfunctie heeft, ondanks de verliezen die tot 500 000 euro per jaar oplopen. De minister zegt dat we oog moeten hebben voor de domeinen die noodzakelijk zijn voor de krijgsmacht. Volgens mij hoort Lombardsijde echter niet in die reeks thuis, omdat het voor onze krijgsmacht geen rol van betekenis kan spelen. Iedereen zal het daarmee eens zijn.
Wellicht kan samenwerking met de toeristische sector een uitweg bieden. Privécampings hebben trouwens al laten weten dat ook zij gunstige kampeervoorwaarden aan de militairen kunnen aanbieden.
De minister beweert dat de vergelijking met de privésector niet opgaat. Dat is volgens mij louter theorie. De andere houders van campings in de duinen zijn intussen onteigend. Hun terreinen zijn aan de duinen teruggegeven. Zij wijzen terecht op de voorbeeldfunctie van Defensie.
Ik heb begrepen dat de minister toch een oplossing wil zoeken. Ik moedig hem aan om daar samen met zijn Vlaamse collega's werk van te maken.