5-1275/4 | 5-1275/4 |
12 JUNI 2012
De Senaat,
A. gelet op de resoluties S/RES1814 (2008), 1816 (2008), 1838 (2008), 1846 (2008), 1851 (2008), 1863 (2009) en 1972 (2009) van de VN-Veiligheidsraad;
B. gelet op de richtsnoeren die op 25 november 2008 werden overeengekomen door de partijen van het vredesakkoord van Djibouti, met name de oprichting van een regering en een parlement in Somalië;
C. gelet op de resolutie 2010/C 285 E/08 van het Europees Parlement;
D. overwegende dat blijvende vijandelijkheden tussen de opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIR) en de troepen van de Transitional Federal Government (TFG) en de Missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) hebben geleid tot instabiliteit en verlies aan mensenlevens in Somalië;
E. overwegende dat Somalië sinds de omverwerping van het regime van Siad Barre in 1991 geen echte regering meer heeft gehad en dat de politieke toestand er sindsdien één van anarchie is geweest, met gevechten tussen elkaar bestrijdende clans en banditisme;
F. overwegende dat er in de zelfverklaarde autonome regio Somaliland meer stabiliteit, vrede en veiligheid heerst;
G. overwegende dat de veiligheid in de Somalische hoofdstad Mogadishu erop achteruitgaat en dat dit het de nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties (NGO's) onmogelijk heeft gemaakt zich bezig te houden met de humanitaire ramp die zich aan het ontwikkelen is en op noodsituaties te reageren;
H. overwegende dat alle partijen betrokken bij het conflict in Somalië, zich nog steeds op grote schaal schuldig maken aan schendingen van de mensenrechten en van de internationale humanitaire rechtsregels, met name marteling en andere vormen van mishandeling, verkrachting, buitengerechtelijke terechtstellingen, willekeurige opsluiting en aanslagen op burgers, journalisten en mensenrechtenactivisten en op de civiele infrastructuur in Somalië;
I. overwegende dat de aanhoudende burgeroorlog in Somalië en de weerslag daarvan op het vredes- en verzoeningsproces in het land en op de veiligheid en stabiliteit in de Hoorn van Afrika, in zijn geheel zorgwekkend zijn;
J. overwegende dat niet alleen koopvaardijschepen, maar ook schepen van het Wereldvoedselprogramma, vissersboten en toeristenboten het doelwit van de piraten waren;
K. overwegende dat dergelijke piraterij ten dele voortvloeit uit het geweld en de politieke instabiliteit in Somalië, maar daar tevens aan bijdraagt en een domino-effect teweegbrengt in de rest van de Hoorn van Afrika, en dat dit consequenties heeft voor de burgerbevolking van Somalië, die hierdoor wordt blootgesteld aan bedreigingen, verminderde ontwikkelingskansen en de onderbreking van voedselhulp en andere humanitaire steun;
L. overwegende dat piraterij een lucratieve business is geworden waarbij enorme bedragen aan losgeld voor mensen worden gevraagd, en dat de moderne piraten gebruik maken van meer geperfectioneerde methoden, zeer goed bewapend zijn, een duidelijke strategie hebben en het vermogen om zich snel aan nieuwe tactieken aan te passen;
M. overwegende dat de bijstand van internationale partners op de lange termijn alleen bij een stabiele veiligheidstoestand doeltreffend kan zijn;
N. overwegende dat de opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIR) alle politieke contacten en verzoening met het oog op vrede volgens het vredesproces van Djibouti, dat een kader voor een blijvende politieke oplossing in Somalië biedt, afwijzen;
O. gelet op de besluiten van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 mei 2012, waarin wordt opgeroepen snel werk te maken van het proces dat Somalië moet voorzien van een nieuwe grondwet en democratische instellingen via een grondwetgevende vertegenwoordigende vergadering;
P. overwegende dat de eerstvolgende bijeenkomsten over Somalië (de Conferentie van Istanbul op 31 mei en 1 juni 2012 en de vergadering van de internationale contactgroep voor Somalië in Rome op 2 en 3 juli 2012) belangrijke gelegenheden zullen zijn om de vorderingen in het land te evalueren vóór de vervaldatum van 20 augustus 2012, wanneer het mandaat van de federale overgangsinstellingen ten einde loopt;
Q. gelet op resolutie 2036 van de VN-Veiligheidsraad, aangenomen op 22 februari 2012, die het mandaat van AMISOM uitbreidt en de Afrikaanse Unie vraagt om het personeelsbestand van AMISOM, dat bestaat uit contingenten en geconstitueerde politie-eenheden, tot 31 oktober 2012 op te trekken van 12 000 tot een maximum van 17 731 manschappen in uniform,
Vraagt de regering :
1. een krachtdadige veroordeling uit te spreken over de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht en van de mensenrechten door alle partijen in het Somalische conflict;
2. op te roepen tot staking van het geweld en van terroristische daden en er op aan te dringen dat alle gewapende groepen de wapens neerleggen en zich bij een vredesdialoog aansluiten;
3. de gewapende partijen die geweld gebruiken, op te roepen zich van willekeurige aanvallen op de burgerbevolking te onthouden en erop aan te dringen dat oorlogsmisdaden en schendingen van de mensenrechten door het Internationaal Strafhof in Den Haag worden onderzocht;
4. steun te verlenen aan de toezeggingen van de Transitional Federal Government om de beginselen te eerbiedigen die in de vredesovereenkomst van Djibouti zijn neergelegd, onder meer de geest van verzoening en het streven naar een algemeen integrerend politiek proces, rekeninghoudend met de verlangens van de bevolking;
5. de gewapende aanvallen op de Transitional Federal Government, de VN en op NGO's te veroordelen;
6. eraan te herinneren dat de internationale gemeenschap en alle partijen in het huidige conflict verantwoordelijkheid dragen om burgers te beschermen, de mensenrechten en in het bijzonder de rechten van vrouwen en kinderen actief te verdedigen, hulp bij humanitaire rampen mogelijk te maken en de veiligheid van humanitaire dienstverleners te eerbiedigen;
7. aan te dringen om de juiste voorwaarden en omstandigheden op bestuurlijk en staatkundig vlak in de Somalische deelgebieden te creëren voor een passend antwoord op de humanitaire ramp;
8. te benadrukken dat piraterij een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid op zee en de levering van voedselhulp in een regio die reeds in een kritieke humanitaire situatie verkeert, in ernstige mate in gevaar brengt;
9. te herinneren dat piraterij alleen maar met succes kan bestreden worden door de diepere oorzaken ervan aan te pakken, onder meer armoede en een tekortschietend staatsgezag en enkel uit te roeien is door op het volledige Somalische grondgebied vrede, ontwikkeling en een sterke aanwezigheid van de rechtstaat te verwezenlijken;
10. te herinneren dat goed bestuur en sterke instellingen een noodzaak zijn om piraterij terug te dringen, en dat dit alleen kans op succes kan hebben als er een
werkelijke dialoog plaatsvindt tussen alle partijen, zoals bepleit tijdens de Londen Conferentie over Somalië van 23 februari 2012;11. steun te verlenen aan AMISOM, gezien haar cruciale rol in het vredesproces, en met nadruk te stellen dat verdere betrokkenheid van de Afrikaanse Unie en AMISOM de meest dringende noden en mogelijke vormen van bijkomende EU-steun moet identificeren teneinde AMISOM te helpen mogelijkheden te ontwikkelen die aan zijn mandaat beantwoorden;
12. de internationale gemeenschap, en de EU in het bijzonder, op te roepen om de humanitaire hulpverlening aan binnenlandse ontheemden en de noodlijdende bevolking op te voeren;
13. rekening te houden met de wens van de bevolking binnen Somalië over de bestuurlijke en staatkundige inrichting, en hierop gepaste diplomatieke initiatieven aan te koppelen op bilateraal vlak en op multilaterale fora;
14. rekening te houden met de conclusies van de Londen Conferentie over Somalië van 23 februari 2012, waarin expliciet wordt vermeld dat de beslissingen over de toekomst van Somalië toekomen aan de bewoners van Somalië, maar ook dat de internationale gemeenschap elke dialoog moet ondersteunen die Somaliland en de Transitional Federal Governement (TFG) ondernemen om hun toekomstige betrekkingen uit te klaren.