5-1492/1

5-1492/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

17 FEBRUARI 2012


Voorstel van resolutie tot naleving van de persvrijheid in Turkije

(Ingediend door de heer Jacky Morael c.s.)


TOELICHTING


De pers die onafhankelijk en pluralistisch is, vervult een fundamentele democratische rol : ze verstrekt de burgers informatie en kennis, wat hen in staat stelt een kritische mening te ontwikkelen en deel te nemen aan een open, objectief en gegrond publiek debat. In ons land wordt de pers dus terecht gesteund door de overheid om die opdrachten te kunnen verwezenlijken.

Het is een truïsme dat er zonder persvrijheid geen democratie is. In veel landen is dat kostbare recht veeleer een uitzondering en worden journalisten gevangengezet, aangevallen, ontvoerd en vermoord terwijl zij enkel hun beroep vrij uitoefenen. De International Federation of Journalists (IFJ), Reporters sans frontières (RSF), het Committee to Protect Journalists (CPJ) en Press Emblem Campaign (PEC) hebben elk bekendgemaakt hoeveel slachtoffers er vielen onder de journalisten in 2011. Ook al verschilt de telling van organisatie tot organisatie, er is één gemeenschappelijke vaststelling : het ging in 2011 niet beter met de persvrijheid dan in 2010.

In Turkije, een land dat sinds 2005 onderhandelt over toetreding tot de Europese Unie, dat lid is van de Verenigde Naties (VN), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa, zitten meer dan zestig journalisten, uitgevers of redacteurs momenteel in de gevangenis.

De Turkse afdeling van de European Federation of Journalists (EFJ) deelt mee dat de meeste opgesloten journalisten, uitgevers of redacteurs ervan beschuldigd worden lid te zijn van of propaganda te voeren voor een terroristische organisatie, het strafrecht te hebben geschonden of de Turkse antiterreurwet te hebben overtreden. De enige bewijzen die echter werden voorgelegd om die beschuldigingen te staven zijn hun journalistieke activiteiten, gepubliceerde artikels, nota's, al dan niet gepubliceerde boeken. Dus enkel op grond van de uitoefening van hun werk worden deze vakmensen lastig gevallen.

Momenteel worden de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid meer dan ooit bedreigd in Turkije. Heel wat organisaties, zoals de EFJ, het IFJ en het International Press Institute, de Association des journalistes professionnels, Amnesty International, Human Rights Watch en Reporters without Borders, klagen de schendingen van de persvrijheid in Turkije aan en eisen de vrijlating van de opgesloten journalisten. Zij sporen de Turkse autoriteiten aan een einde te maken aan de onrechtmatige toepassing van de antiterreurwetten, maar ook de artikelen van het Strafwetboek die de vrijheid van meningsuiting beperken opnieuw te bekijken (zoals artikel 216 van het Turks Strafwetboek betreffende het aanzetten tot haat en vijandigheid).

Philippe Leruth, de Belgische vertegenwoordiger van de Europese Federatie van journalisten, ging in mei laatstleden naar Istanboel om deel te nemen aan een actiedag voor de persvrijheid. Hij kreeg echter geen toegang tot de gevangenis van Silivri waar hij zijn opgesloten Turkse collega's wilde ontmoeten. Op 22 november 2011 nam een internationale missie, bijeengeroepen door de Europese Federatie van journalisten, deel aan een betoging van een honderdtal Turkse journalisten voor het gigantische justitiepaleis van Istanboel.

Bovendien heeft het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de rechten van de mens de Turkse autoriteiten aangemaand om de vrije meningsuiting te waarborgen overeenkomstig de internationale standaarden. De OVSE-vertegenwoordiger voor de Persvrijheid heeft de Turkse autoriteiten ook aangemaand om de nationale wetgeving aan te passen aan de verbintenissen van de OVSE inzake persvrijheid. Tot slot heeft de Europese Commissie via haar commissaris voor de Uitbreiding, Stefan Füle, ook verklaard ongerust te zijn over de bedreigingen waaronder de persvrijheid in Turkije gebukt gaat.

De Senaat kan niet onverschillig blijven voor de situatie van die journalisten.

Alleen een sterke internationale druk kan leiden tot de vrijlating van die onrechtmatig opgesloten journalisten. De Senaat moet optreden tegen het lot dat sommige Turkse journalisten te wachten staat alleen omdat zij hun beroep vrij willen uitoefenen.

Jacky MORAEL.
Freya PIRYNS.
Richard MILLER.
Bert ANCIAUX.
Karl VANLOUWE.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op artikel 19 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens dat bepaalt dat « een ieder recht heeft op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven »;

B. gelet op artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens dat bepaalt dat « een ieder recht heeft op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag (...) ».

C. gelet op de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens dat zich in heel wat zaken heeft uitgesproken betreffende verschillende door de Turkse autoriteiten genomen maatregelen tegen journalisten, hoofdredacteurs en uitgevers, waarbij het benadrukt « qu'il incombe à la presse de communiquer des informations et des idées sur des questions politiques, y compris sur celles qui divisent l'opinion » en bepaalt dat « les ingérences dans le droit à la liberté d'expression disproportionnées au but poursuivi et constitutives d'une violation de l'article dix de la Convention »;

D. gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dat in artikel 11 bepaalt dat de vrijheid en het pluralisme van de media moeten worden geëerbiedigd;

E. klaagt de ontoelaatbare situatie aan waarbij talrijke journalisten in Turkije in de gevangenis zitten louter voor de vrije uitoefening van hun beroep;

F. herinnert eraan dat de persvrijheid een basisvoorwaarde is voor de democratie, één van de grondvoorwaarden voor de vooruitgang van de samenleving en de ontwikkeling van elk individu,

Vraagt de regering :

1. het onrechtmatig arresteren en opsluiten van Turkse journalisten, redacteurs en uitgevers uitdrukkelijk te veroordelen;

2. snel alle nodige stappen te ondernemen bij de Turkse regering opdat zij zo vlug mogelijk alle journalisten vrijlaat die in Turkije in de gevangenis zitten omdat zij hun recht op vrije meningsuiting hebben uitgeoefend;

3. de Turkse overheid aan te sporen de persvrijheid en vrije meningsuiting in acht te nemen en over te gaan tot de herziening van de antiterreurwet en de artikelen van het Strafwetboek om ze in overeenstemming te brengen met het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de teksten van het Europees Hof voor de rechten van de mens;

4. de Europese ministers van Buitenlandse Zaken, de hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en de overige leden van de Europese Unie, de OVSE, de Raad van Europa en de VN mee te delen dat :

— de persvrijheid in Turkije moet worden verdedigd met name als toetredingsvoorwaarde tot de Europese Unie;

— er pressie moet worden uitgeoefend op de Turkse autoriteiten opdat ze zich schikken naar artikel 10 van het Europees Verdrag van de rechten van de mens en de verbintenissen van de OVSE inzake persvrijheid;

— er pressie moet worden uitgeoefend op de Turkse autoriteiten opdat de opgesloten journalisten zo spoedig mogelijk worden vrijgelaten.

16 januari 2012.

Jacky MORAEL.
Freya PIRYNS.
Richard MILLER.
Bert ANCIAUX.
Karl VANLOUWE.