4-1256/2 | 4-1256/2 |
31 MAART 2009
I. Inleiding
Dit optioneel bicameraal wetsontwerp werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers oorspronkelijk ingediend als een wetsontwerp van de regering (stuk Kamer, nr. 52-1851/001).
De tekst werd op 26 maart 2009 eenparig aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers en op 27 maart 2009 overgezonden aan de Senaat, die hem op dezelfde dag geëvoceerd heeft.
De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 31 maart 2009.
II. Inleidende uiteenzetting door de heer Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de federale overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën
De staatssecretaris geeft aan dat dit wetsontwerp past in het kader van het geschil met betrekking tot de financiële problemen van Kaupthing Bank.
Het gaat in België om een filiaal van Kaupthing Bank naar Luxemburgs recht, dat bijgevolg op het gebied van toezicht afhangt van de Luxemburgse instanties.
Ten gevolge van de beslissingen van deze instanties valt de bank onder een stelsel van opschorting van haar activiteiten.
De Belgische minister van Financiën heeft evenwel beslist om geen enkele spaarder in België in de kou te laten staan.
De overname door een buitenlandse investeerder zou een oplossing kunnen zijn, maar hangt af van de onderhandelingen die de Luxemburgse regering momenteel voert.
In die context is de Belgische regering bereid een lening met staatsgarantie toe te kennen ten belope van 75 000 000 euro voor een eerste schijf met weinig risico's en van 85 000 000 euro voor een andere schijf met meer risico's.
III. Bespreking
De heer Daras vindt dit een zeer valabel initiatief, maar zou vooraf willen weten hoever dit dossier staat. De mensen zijn bang wat andere banken betreft die bij de crisis zijn betrokken.
De Belgische regering is indirect door Luxemburg ingelicht en het overleg lijkt sterk op een mislukking uit te draaien. Sindsdien is er geen nieuws meer.
De heer Collas wil erop wijzen dat het in België gaat om een bijkantoor — dus een entiteit zonder rechtspersoonlijkheid — dat afhangt van een Luxemburgs filiaal van een IJslandse bank.
België is dus niet rechtstreeks betrokken bij de garantie en het toezicht.
De staatssecretaris wijst erop dat het Groothertogdom een garantie van 20 000 euro toekent.
De aankondigingseffecten laten vermoeden dat dit bedrag zal worden opgetrokken tot 25 000 euro.
Hij voegt eraan toe dat de Belgische garantie dus een daad van goodwill vanwege de Belgische minister is, die veel verder gaat dan de wettelijke verplichting.
IV. Stemming
Het wetsontwerp wordt eenparig aangenomen door de 11 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
| De rapporteur, | De voorzitter, |
| Berni COLLAS. | Wouter BEKE. |
De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp (stuk Kamer, nr. 52-1851/004).