(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
John Kerry verklaarde in 1998 dat de opening van de grenzen voor de internationale handel en de informatiesnelweg evenveel voordelen heeft opgeleverd voor terroristen als voor eerlijke zakenlui en criminelen.
In 2005 was Moisés Naim, de hoofdredacteur van Foreign Policy, van oordeel dat de verboden en criminele activiteiten, in plaats van zich te beperken tot de marge van de globale economie, de wereldeconomie vergiftigd hebben en zich hebben kunnen nestelen in het hart van het systeem (wapenhandel, drugs, namaak, mensenhandel, fiscale vlucht, witwaspraktijken).
Snelheid, efficiëntie, anonimiteit zijn de vereiste kwaliteiten van de internationale operatoren, niet alleen in het milieu van het « vuile geld ». De Clearstream-affaire en de arrestatie in 2004 van André Lussi, de vroegere baas van die privé-instelling, die internationale geldtransacties tussen banken regelt, bewijzen dat een dergelijke instelling over heel wat mogelijkheden beschikt om allerlei gegevens te verbergen en te manipuleren.
De wetgevers hebben al talrijke antiwitwasmaatregelen bedacht om de integratie van misdaadgeld in het legale financiële circuit te verhinderen, onder meer in de Verenigde Staten na het Watergate-schandaal in 1972. In 1989 werd de Financiële Actiegroep (FAG) of Bazelcomité opgericht in een poging de strijd tegen het vuile geld op te drijven. Ondanks het inschakelen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank (WB) en de Bank voor internationale betalingen (BIB) blijven de grote trafikanten, vooral de drugstrafikanten, nog altijd buiten schot. Ze blijven de regels omzeilen en de machines voor het witwassen van vuil geld blijven draaien omdat die criminelen een beroep doen op de diensten van de beste advocaten, gespecialiseerd in financiële zaken.
Een andere duistere financieringsbron is die van de godsdiensten. Geestelijken, onder meer moslims, blijken over de nodige middelen te beschikken om binnen de netwerken van hun gelovigen permanent fondsen te werven.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) lanceerde op het einde van de jaren '90 een offensief om streng op te treden tegen de fiscale paradijzen.
Na de aanslagen van 11 september in New York ging men de begrippen witwassen van geld en financiering van het terrorisme door elkaar halen in het kader van een gemeenschappelijke strijd binnen een systeem dat alle internationale instellingen onder druk van de VS hebben aangenomen, namelijk de AML-CFI, Anti-Money Laundering — Combating the Financing of terrorism. Die verwarring tussen witwassen van vuil geld en financiering van terrorisme is een misvatting omdat men dan twee fundamenteel verschillende begrippen met elkaar vermengt, zoals professor Ibrahim Warde in een artikel in Le Monde Diplomatique van juni 2006 onderstreept. Het eerste is van misdadige aard en impliceert astronomische bedragen en het tweede is van politieke aard. Bij het eerste wordt misdaadgeld witgewassen en bij het tweede gaat het om het verduisteren (doen verdwijnen) van proper geld (giften van talrijke gelovigen).
Een zelfgemaakte bom of aanslagen zoals in Madrid en Londen zijn vrij goedkoop.
Professor Warde zegt terecht dat het met elkaar in verband brengen van de strijd tegen het witwassen van geld en terrorismebestrijding heeft geleid tot een verwarring tussen de twee en een afwending van bevoegdheden, waardoor de strijd tegen het witwassen van geld is verzwakt. Door voorrang te verlenen aan de strijd tegen de financiering van het terrorisme heeft men volgens Warde vrij spel gelaten aan de zware financiële criminaliteit.
Wat is het standpunt van België als staat binnen de internationale instellingen om dat misverstand, dat door de Amerikanen is veroorzaakt, uit de weg te ruimen en de strijd tegen het witwassen van geld nieuw leven in te blazen ?