3-1986/6 | 3-1986/6 |
21 DECEMBER 2006
1. Inleiding
Dit optioneel bicameraal wetsontwerp (artikel 78 van de Grondwet) werd op 27 november 2006 door de regering in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend (stuk Kamer, nr. 51-2773/1) en op 20 december 2006 door de Kamer aangenomen en overgezonden aan de Senaat.
De Senaat heeft het ontwerp op dezelfde dag geëvoceerd.
De artikelen 270 tot 272 en artikel 344 werden verwezen naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging.
Met toepassing van het artikel 27, 1, tweede lid, van het Reglement van de Senaat, heeft de commissie de bespreking van deze artikelen reeds aangevat voor de eindstemming in de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De artikelen werden besproken tijdens de vergaderingen van 14 en 21 december 2006.
Het verslag werd gelezen op 21 december 2006.
2. Artikelen 270 tot 272
Inleidende uiteenzetting door de heer Flahaut, minister van Landsverdediging, namens de heer De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Onder de titel « Buitenlandse Zaken » wordt in het ontwerp van programmawet voorzien, enerzijds, in de inning van een retributie voor de aanvraag van veiligheidsmachtigingen, arresten en adviezen en, anderzijds, in de oprichting van een staatsdienst met afzonderlijk beheer voor het beheer ten gunste van derden die gebruik wensen te maken van het nieuwe conferentiecentrum Egmont II.
De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal als voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad vanaf 2007 via zijn secretariaat instaan voor de afgifte van veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
Teneinde de omvangrijke meerkost die voortvloeit uit het werk dat voorafgaat aan de aflevering of weigering van veiligheidsmachtigingen, attesten en adviezen, gedeeltelijk te compenseren, wordt in het ontwerp van programmawet voorzien in de inning van een retributie voor de aanvraag van de veiligheidsmachtigingen, attesten en adviezen.
De opening van het nieuwe conferentiecentrum Egmont II zal de capaciteit voor vergaderingen en ontvangsten van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gevoelig doen stijgen. Het nieuwe conferentiecentrum belooft een toplocatie te worden voor de organisatie van belangrijke evenementen in België.
Teneinde een dynamisch beheer van dit nieuwe complex toe te laten en een deel van de kosten verbonden aan het uitbaten van het conferentiecentrum terug te winnen, wordt in het ontwerp van programmawet in de oprichting van een Staatsdienst met afzonderlijk beheer voorzien.
3. Artikel 344
Inleidende uiteenzetting door de heer Flahaut, minister van Landsverdediging
Op 22 november 2005 hebben de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Landsverdediging een protocolakkoord ondertekend in uitvoering van de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever.
Dit protocolakkoord bood de kans om een proefproject op te starten dat aanving op 2 januari 2006. Sinds deze datum werden een zeventigtal militairen ter beschikking gesteld van bepaalde politiezones die deelnemen aan het proefproject dat één jaar duurt.
Op 21 september 2006 heeft de Ministerraad een beslissing genomen inzake het financieringsmechanisme.
De bepaling die opgenomen werd in het voorliggende ontwerp van programmawet legt een wettelijke grondslag vast voor het financieringsmechanisme voor de militairen die zijn overgegaan naar de politie.
Het mechanisme voorziet dat één derde ten laste komt van Defensie en twee derde ten laste van de politiezone, waarbij de politiezone de mogelijkheid heeft om hiervan een derde te bekostigen via het Verkeersveiligheidsfonds.
Overeenkomstig een regeringsbeslissing in het kader van het begrotingsconclaaf naar aanleiding van de begroting 2007, zal de bepaling eveneens toestaan aan de FOD Financiën om een beroep te doen op hetzelfde financieringsmechanisme voor de werving van een twintigtal douaniers van militaire origine in het kader van de strijd tegen de namaak.
4. Algemene bespreking
Mevrouw de Bethune spreekt haar ongerustheid uit over de toekomst van het conferentiecentrum Egmont II. Is de oprichting van een staatsdienst met afzonderlijk beheer voor dit nieuwe complex de voorbode van een nakende verkoop door de regering ? De huidige regerende meerderheid heeft reeds verschillende gebouwen (onder andere de Munt, het museum van Tervuren) verkocht, waarna ze terug worden gehuurd. Mevr. de Bethune verklaart zich uitdrukkelijk te verzetten tegen dergelijke handelswijze.
Verder peilt mevr. de Bethune ook naar de principes volgens welke het conferentiecentrum zal worden beheerd.
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken antwoordt dat het beheer van de diensten en de infrastructuur van het centrum voor internationale conferenties Egmontpaleis — Egmont II te maken hebben met de rationalisering van een gedeelte van de bestaande toestand en van een gedeelte van de nieuwe toestand. Het project zoals het hier voorligt, betreft in feite een mengeling van de twee. Het is vooral een rationalisering van de bestaande toestand van Egmont I, waarvan het beheer zeer fractioneel en occasioneel is.
Er is gebruik gemaakt van deze aanvulling van Egmont I door Egmont II om een stroomlijning in het beheer door te voeren.
In het kader van de verdere ontplooiing van het project is er voor de eerste helft van 2007 een studie gepland. Nadien zal een businessplan worden opgesteld. Die studie is nodig omdat de voor Egmont I gehanteerde prijzen niet te vergelijken zijn met de huidige marktprijzen van congresgebouwen en aanverwanten.
Er is een vrije nauwkeurige extrapolatie gemaakt op basis van de werking van Egmont I in 2005. De kostprijs per dag van Egmont I in functie van de bezettingsgraad geeft een goede aanwijzing voor de kost van Egmont II.
De voorstellen aan de Ministerraad wijzen in de richting van een meer zakelijke aanpak van het dossier.
Vervolgens snijdt mevr. de Bethune de problematiek van de veiligheidsmachtigingen aan. De FOD Buitenlandse Zaken zal instaan voor de afgifte van veiligheidsmachtigingen, in samenwerking met de FOD Binnenlandse Zaken. Jaarlijks worden er ongeveer 15 000 veiligheidsmachtigingen voor zeer uiteenlopende functies toegekend. Het doel van de wetswijziging is een retributie in te voeren die door iedereen zal moeten worden betaald voor het verkrijgen van een veiligheidmachtiging, uitgezonderd de personeelsleden van de federale overheid en van de geïntegreerde politie.
De geraamde opbrengst van die retributie is evenwel niet voorzien in de Rijksmiddelenbegroting voor 2007. Kan de minister het bedrag van die geraamde opbrengst mede delen ? Op welke wijze zal de retributie worden geïnd ? Welke bedragen zullen worden gevraagd per categorie ?
Daarnaast wijst mevr. de Bethune op een probleem van de discriminatie, zijnde het onderscheid dat gemaakt wordt tussen de federale ambtenaren en de geïntegreerde politie.
Ten slotte vraagt mevr. de Bethune zich af of de organisatie van deze retributie niet meer zal kosten dan ze zal opbrengen. Past dit wel in het beleid van administratieve vereenvoudiging ?
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken stipt aan dat de Nationale Veiligheidsoverheid (NVO) een platform is waarop de verantwoordelijken van de diensten die het meest met geclassificeerde diensten te maken hebben, beslissingen nemen over veiligheidsmachtigingen en de realisatie ervan, monitoring en verbetering van te beschermen omgevingen en gegevens opvolgen. Vanaf 1 januari 2007 zal de NVO ook ten volle bevoegd worden voor veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. Hiervoor is een weliswaar bescheiden uitbreiding van de personeelsformatie nodig.
Dit voorstel behelst ook de retributie. Volgende bedragen werden vooropgesteld :
— 100 euro voor een machtiging « zeer geheim » (geldigheidsduur 5 jaar);
— 50 euro voor een machtiging « geheim » (geldigheidsduur 5 jaar);
— 25 euro voor een machtiging « vertrouwelijk » (geldigheidsduur 5 jaar) van een veiligheidsmachtiging voor de rechtspersoon die zo'n machtiging wil verkrijgen om toegang te krijgen tot geclassificeerde informatie, documenten of gegevens, materieel, materialen of stoffen, tot lokalen, gebouwen of terreinen, waartoe alleen de houder van een veiligheidsmachtiging toegang krijgt zoals bedoeld in artikel 12, tweede lid van de wet (geldigheidsduur 5 jaar);
— 50 euro voor een advies (is niet tijdsgebonden);
— 25 euro voor een attest (geldigheidsduur van 6 maanden).
Er is getracht een correcte inschatting te maken van kosten en baten. Er werd daartoe een extrapolitie doorgevoerd op basis van de situatie in 2005. Het aantal machtigingen afgegeven in 2000 was 336 en is gestegen tot 2922 in 2006.
De heer Wille merkt op dat de stijging van het aantal machtigingsaanvragen onder meer veroorzaakt wordt door aanvragen van de leveranciers voor de NAVO. De opmerking van mevr. de Bethune in verband met de administratieve vereenvoudiging is zeer terecht. Er zijn immers bijzonder lange wachttijden voor het afgeven van de machtigingen. De snelheid van uitvoering is zeer belangrijk
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken antwoordt dat er een vereenvoudiging en vooral een rationalisering moet worden doorgevoerd. De huidige wachttijden zijn beperkt van 15 tot 30 dagen.
5. Stemmingen
Het geheel van de artikelen verwezen naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging wordt aangenomen met 8 tegen 2 stemmen.
Dit verslag werd eenparig goedgekeurd door de 9 aanwezige leden.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Pierre GALAND. | François ROELANTS du VIVIER. |