3-1712/1

3-1712/1

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

11 MEI 2006


Wetsvoorstel betreffende de berekening van de financiële impact van de aan de kiezer voorgestelde partijprogramma's

(Ingediend door de heer Wouter Beke)


TOELICHTING


In een democratie dingen tal van partijen naar de gunst van de kiezer, meestal aan de hand van een uitgebreid programma, waarin de partij de concrete vertaling inschrijft van haar doelstellingen en idealen.

Dat kan evenwel slechts een eerste stap zijn in een effectief besluitvormingsproces. De realisatie van de voorstellen zal noodzakelijkerwijs een budgettaire impact hebben. De vaststelling van de kostprijs van de voorgestelde maatregelen moet de kiezer in staat stellen een bewuste en weloverwogen keuze te maken. Verder dient elke partij bij de publicatie van haar programma een prioriteitenlijst en een financieel plan voor te leggen. Op die manier kan de kiezer zelf vaststellen in welke mate een bepaalde politieke partij als een bonus pater familias zal omgaan met de overheidsfinanciën.

Het spreekt voor zich dat de kiezer op een objectieve manier moet kunnen worden voorgelicht en geïnformeerd. Dit voorstel wil daartoe bijdragen door het instellen van een verplichte controle van de verstrekte financiële gegevens door het Rekenhof. Het kan daarbij uiteraard niet de bedoeling zijn dat dit Hof een opportuniteitscontrole zou uitoefenen op de voorgestelde maatregelen. Integendeel, over de maatregelen zelf kan geen uitspraak worden gedaan, wel over de juistheid van de door de partijen aangekondigde financiële gevolgen.

Dat deze maatregel de geloofwaardigheid van de politieke partijen en van de politiek in het algemeen ten goede zou kunnen komen, staat buiten kijf. Daarom wordt voorgesteld deze verplichting reeds in te voeren bij de eerstvolgende vernieuwing van Kamer, Senaat en regionale raden. Later kan eventueel worden overwogen een analoge regeling in te voeren voor de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen.

Wouter BEKE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder :

1º « politieke partij » : de vereniging, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, van natuurlijke personen die aan de verkiezingen van Kamer en Senaat deelneemt en kandidaten voordraagt in elk kiesarrondissement van een gemeenschap of een gewest en waarvan het statuut kadert binnen de wettelijke en reglementaire voorschriften;

2º « kiesprogramma » : de gezamenlijke uitgangspunten, doelstellingen en strategie van een politieke partij voor een bepaalde periode volgend op de verkiezingen;

3º « kostenraming » : een voorlopige berekening van de kosten en baten die inherent verbonden zouden kunnen zijn aan de uitvoering van het vooropgestelde kiesprogramma;

4º « financieel plan » : een voorafbeelding van de invloed van de onder de kostenraming opgenomen bedragen op de begrotingen van de door de betrokken partij vooropgestelde komende jaren;

5º « prioriteitenlijst » : het document waarop de betrokken partij aanduidt wat voor haar, in afdalende volgorde, de meest dringende elementen van het kiesprogramma zijn die prioritair dienen te worden gerealiseerd.

Art. 3

Elke politieke partij moet bij de publicatie van haar kiesprogramma een raming van de kostprijs van de daarin voorgestelde maatregelen opnemen. Daarnaast moet een prioriteitenlijst en een financieel plan worden opgesteld.

Het kiesprogramma, de kostenraming, de prioriteitenlijst en het financieel plan moeten ten laatste 35 dagen vóór de dag waarop de verkiezingen worden georganiseerd, worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4

Ter verificatie van de door de partijen verstrekte gegevens worden de in artikel 3 bedoelde documenten voorgelegd aan het Rekenhof. Dit onafhankelijke orgaan spreekt zich binnen 10 dagen na de bekendmaking, bedoeld in artikel 3, uit over de financiële correctheid van de verstrekte gegevens.

Art. 5

Deze wet is van toepassing op de eerstvolgende verkiezingen ter vernieuwing van de Kamer, de Senaat en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

17 februari 2006.

Wouter BEKE.