3-1143/1 | 3-1143/1 |
25 APRIL 2005
Acht mei 1945 wordt algemeen beschouwd als het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Die datum is historisch dus erg belangrijk. Het is de dag van de overgave van nazi-Duitsland, maar ook en vooral een dag die het einde van de naziverschrikkingen inluidde. Het is een symbolisch erg geladen datum zowel op militair, als op moreel en menselijk vlak. Ook en vooral sloot die dag een totaalconflict af en luidde hij voor Europa de langste periode van vrede in.
Die datum moet dan ook waardig herdacht worden. Momenteel kan men alleen maar vaststellen dat 8 mei niet in het rijtje van de wettelijke feestdagen voorkomt. Het zou echter economisch weinig realistisch en onhaalbaar zijn de dag tot wettelijke feestdag uit te roepen.
Dat neemt niet weg dat 8 mei 1945 voor de gehele bevolking een belangrijke referentiedatum moet blijven, die onlosmakelijk verbonden is met onze historische cultuur. Het betreft immers een herdenkingsdag die, zoals gezegd, niet alleen het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende door de onvoorwaardelijke overgave van nazi-Duitsland, maar tevens de overwinning van de democratische waarden op het totalitarisme, doordat toen een einde gesteld werd aan het naziregime en aan de weerzinwekkende gruweldaden die in de uitroeiingskampen werden begaan.
De nagedachtenis aan die feiten dreigt vandaag echter verloren te gaan, aangezien ze tot dusver voornamelijk in stand werd gehouden door getuigen, die hoe langer hoe minder talrijk worden. Zestig jaar later blijken dan ook steeds minder Belgen de juiste betekenis van die datum te kennen. Voor de overheid is bijgevolg een belangrijke rol weggelegd om de nagedachtenis en ons gemeenschappelijk erfgoed te vrijwaren.
Het is weliswaar belangrijk de herinnering aan het verleden levendig te houden, maar het is even, zo niet nóg belangrijker dat de markante gebeurtenissen uit dat verleden als basis blijven dienen om een toekomst uit te bouwen waarin men erop toeziet niet opnieuw in dezelfde fouten te vervallen.
De overheid moet 8 mei dan ook tot « Dag van de Memorie » uitroepen en op passende wijze hulde brengen aan alle Belgen die in de loop van de Belgische geschiedenis hun leven gegeven hebben voor het bestaan en de verdediging van hun land of die in het kader van door de regering bevolen operaties slachtoffer werden van oorlogsdaden. De instelling van 8 mei als officiële herdenkingsdag zal vooral in scholen pedagogisch kunnen worden aangewend om de bevolking vertrouwd te maken met de thematiek van de twee wereldoorlogen in de eerste helft van de twintigste eeuw. In overleg met de gemeenschappen moet de federale overheid ook onderzoeken hoe op de « Dag van de Memorie » initiatieven ontplooid kunnen worden, in het bijzonder in de scholen en via de media, die de herinnering aan de historische datum van 8 mei levendig kunnen houden en vooral jongeren meer bewust kunnen maken van de gevaren die voorkomen uit totalitaire en racistische ideologieën.
Christel GEERTS Fatma PEHLIVAN. |
De Senaat,
A. overwegende dat 8 mei 1945 als de einddatum van de Tweede Wereldoorlog in Europa wordt beschouwd;
B. overwegende dat 8 mei 1945 niet alleen het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende, maar ook de overwinning op de naziterreur en -ideologie, en daarom voor een symbolisch erg geladen datum geldt, zowel op militair, als op moreel en menselijk vlak;
C. overwegende dat racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme thans toenemen en bijdragen tot een sfeer van angst en onveiligheid;
D. overwegende dat racistische daden thans nieuwe en uiterst verontrustende gedaanten en uitingsvormen hebben aangenomen, hetgeen gevaar zou kunnen opleveren voor de democratie en de fundamentele grondrechten;
E. overwegende dat er voor de overheid een belangrijke rol is weggelegd om de nagedachtenis en ons gemeenschappelijk erfgoed te vrijwaren door tegenover bepaalde situaties en gebeurtenissen die zich thans voordoen en die op enigerlei wijze aan dat verleden refereren, gepast weerwerk te bieden;
F. overwegende dat 8 mei momenteel niet voorkomt in de opsomming van de wettelijke feestdagen, maar dat het niettemin van belang blijft de dag waardig te herdenken,
vraagt de federale regering :
1. acht mei ten volle te erkennen als officiële herdenkingsdag van het einde van de Tweede Wereldoorlog en uit te roepen tot « Dag van de Memorie »;
2. te onderzoeken hoe op de « Dag van de Memorie » op passende wijze hulde kan worden gebracht aan alle Belgen die in de loop van de Belgische geschiedenis hun leven gegeven hebben voor het bestaan en de verdediging van hun land of die in het kader van door de regering bevolen operaties het slachtoffer werden van oorlogsdaden;
3. in overleg met de gemeenschappen te onderzoeken hoe op de « Dag van de Memorie » initiatieven kunnen worden ontplooid, in het bijzonder in de scholen en via de media, die de herinnering aan de historische datum van 8 mei 1945 levendig houden en die vooral jongeren meer bewust maken van de gevaren die voortkomen uit totalitaire en racistische ideologieën.
10 maart 2005.
Christel GEERTS Fatma PEHLIVAN. |