Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-32

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-1733 van de heer Vandenhove d.d. 22 november 2004 (N.) :
Gerechtsmedewerkers. — Aanwerving. — Strijd tegen werkloosheid.

Vroeger waren gerechtsdeurwaarders gelast om op de zittingen van rechtbanken en hoven de rechtszoekende op te vangen, de zaak op te roepen, de aanwezigheden te noteren, enz.

Nadien werden de gerechtsdeurwaarders ontlast van deze taken en werden door de rechtbanken zelf personen « aangeworven » om die taken op te nemen.

Het blijkt nu dat de korpschefs zelf deze personen kiezen. Gewoonlijk gaat het om gepensioneerden die « iets bijverdienen ». Volgens bepaalde inlichtingen zou er vooral gerekruteerd worden bij gepensioneerde officieren (zelfs hoge officieren), in welk geval het duidelijk niet gaat om de aanvulling van een « klein pensioentje ».

In deze tijd van hoge werkloosheid, inzonderheid van jongeren en vrouwen, lijkt het ons interessant te zijn die taken als deeltijdse job aan te bieden aan diegenen die deze inkomsten werkelijk nodig hebben.

Kan de geachte minister mij alvast mededelen welke de wijze van aanwerving en selectie, de vergoeding, het statuut en het aantal over de diverse rechtbanken en hoven van deze « gerechtsmedewerkers » zijn ?

Mag ik tevens vernemen of zij zich kan vinden in onze suggestie om die werkzaamheden aan werklozen toe te vertrouwen ?

Antwoord : Met de inwerkingtreding van de wet van 5 juli 1963 tot regeling van het statuut der gerechtsdeurwaarders werd inderdaad de verplichting van de gerechtsdeurwaarders om de dienst ter terechtzitting te verzekeren opgeheven. Sindsdien wordt in het gerechtelijke apparaat beroep gedaan op bodes ter terechtzitting.

Gevolg van deze historiek is dat de bode ter terechtzitting geen echt statuut kent. Het gemeen recht inzake tewerkstelling van personeel is uiteraard op hen toepasselijk, inzonderheid de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De bode ter terechtzitting wordt per uur betaald berekend op basis van de wedde van beambte. Hij heeft recht op vakantiegeld en een eindejaarstoelage in overeenstemming met de regeling van het personeel in overheidsdienst.

De bodes ter terechtzitting worden aangeworven door de korpschef van betrokken rechtsmacht, die hiervoor inderdaad beroep doet op gepensioneerden.

Het aantal bodes ter terechtzitting bedraagt 464, verdeeld over het gehele land. Deze personen werken evenwel elk een zeer beperkt aantal uren.

De intentie om werkzoekenden aan te werven is uiteraard lovenswaardig. Maar het aantal uren gepresteerd door elk van de betrokken rechtvaardigt niet de aanwerving van contractueel personeel. Het betreft hier immers een zeer punctueel werk, en variabel naargelang de noodwendigheden van de zittingen. Deze hebben bovendien vaak simultaan plaats, en één enkele persoon kan daar niet aan voldoen.

Zodra de noden zich echter structureel aandienen, is het uiteraard aan te bevelen andere oplossingen te zoeken (zoals recent trouwens met de aanwerving van veiligheidsbeambten en onthaalpersoneel in verscheidene rechtbanken).