Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-19

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-948 van de heer Vandenhove d.d. 14 mei 2004 (N.) :
Politie. ­ Invaliditeit. ­ Uitkeringen. ­ Termijn voor de uitbetaling.

Op 28 april 2002 werden na de voetbalwedstrijd van de Koninklijke Sint-Truidense Voetbalvereniging (KSTVV) en Club Brugge meerdere politiemannen gewond. Twee van hen waren gedurende lange tijd werkonbekwaam.

Op 25 maart 2003 liet de gerechtelijke geneeskundige dienst de lokale politie Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken weten dat de invaliditeit 10 % bedroeg.

Normaal gezien moet de werkgever de benadeelden aangetekend in kennis stellen van de beslissing, van de hoogte van de invaliditeit en van de jaarlijkse uitkering. Deze kennisgeving heet de valorisatie. Met deze valorisatie start de verjaringstermijn van de beslissing.

Heden, meer dan een jaar nadien, heeft de sociale dienst van de geïntegreerde politie (SSD-GPI) de toelage nog niet uitgerekend en heeft de lokale politie Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken de benadeelden bijgevolg nog niet op de hoogte kunnen brengen van de jaarlijkse uitkering.

1. Is het wettelijk bepaald binnen welke termijn de toelagen berekend moeten worden ?

Indien dit niet zo is, kan dit naar de toekomst toe niet bekeken worden ?

2. Kan de uitrekening van de toelagen niet versneld worden ?

3. Wanneer wordt deze invaliditeit uitbetaald ?

Antwoord : 1 en 2. Er zijn geen termijnen voorgeschreven waarbinnen dit alles, en in het bijzonder, de berekening van de rente moet geschieden. Het vergaren van de gegevens, de berekeningen en het formaliseren van de beslissing moeten evenwel binnen een redelijke termijn gebeuren.

3. De omzendbrief GPI 36 van 26 maart 2003 betreffende de schadeloosstelling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid, de blijvende arbeidsongeschiktheid en de herplaatsing ingevolge arbeidsongevallen, evenals de rente verschuldigd aan de rechthebbenden in geval van een dodelijk ongeval, schrijft voor hoe de procedure moet verlopen. Thans vindt deze omzendbrief volle toepassing en loopt men de achterstand in. Ze is immers van toepassing op alle arbeidsongevallen waarvan de personeelsleden van de politiediensten het slachtoffer zijn geworden vanaf 1 april 2001.

Daarenboven wordt de rente vastgesteld op basis van de jaarlijkse bezoldiging waarop het personeelslid recht heeft op het tijdstip van het ongeval. Aangezien bepaalde toelagen en vergoedingen worden toegekend op een andere basis (bijvoorbeeld op basis van de prestatie of per dag), is een referteperiode bepaald op basis waarvan zij in aanmerking worden genomen voor de jaarlijkse bezoldiging. Deze referteperiode stemt overeen met het jaar dat het ongeval voorafgaat. Concreet betekent dit dat de referteperiode voor arbeidsongevallen van het jaar 2002, zich deels situeert in het jaar 2001. De nodige gegevens voor de berekening van de rente kunnen evenwel nog niet worden meegedeeld daar de regularisatie 2001 momenteel wordt uitgevoerd. Zodra deze regularisatie is uitgevoerd, zullen de nodige gegevens aan de zones worden verstrekt.

Naar de toekomst toe is er dan ook geen noodzaak om de procedure voorzien in de GPI 36 aan te passen.