Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-11

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-622 van de heer Vandenhove d.d. 22 januari 2004 (N.) :
Politiediensten. ­ Klachten. ­ Aangifte.

Sommige politiezones hebben besloten, in overleg met de bestuurlijke overheden, om geen klachten meer op te nemen indien aan de volgende drie voorwaarden gelijktijdig voldaan is :

­ de feiten deden zich niet voor op het grondgebied van de politiezone;

­ de persoon die de aangifte doet is niet ingeschreven in de politiezone of verblijft er niet;

­ de zaak is niet dringend of traumatisch.

Die politiezones verwijzen de burger dan naar de politiedienst in haar of zijn politiezone.

Om tot een goede samenwerking tussen de verschillende politiezones te komen, om de burger meer vertrouwen in de politie te doen hebben en om duidelijkheid te scheppen in de taakuitvoering van elke politiezone wens ik u de volgende drie vragen te stellen :

1. Op welke wetten en/of reglementen baseren die politiediensten zich om de burgers die bovenvermelde klachten komen aangeven te verwijzen naar hun eigen politiezone ?

2. In overleg met welke bestuurlijke overheden hebben zij die beslissing genomen ?

3. Wat is uw reactie hierop ?

Deze gang van zaken wekt bij de burger de indruk dat de lokale politie de burger van het kastje naar de muur stuurt.

Antwoord : Het geachte lid laat blijken dat er inderdaad korpsen van lokale politie zijn die op dergelijke manier tewerk gaan. Ik heb echter geen concrete voorbeelden van een dergelijke werkwijze. In elk geval kan ik duidelijk zijn wat deze eventuele problematiek betreft : ten eerste zou ik hiermee nooit akkoord kunnen gaan, en ten tweede zou deze methode indruisen tegen de wet.

Onafgezien de wettelijke belemmeringen dienaangaande, wens ik duidelijk te stellen dat een dergelijke werkwijze en houding volledig indruisen tegen het principe van een goede dienstverlening die onze bevolking verwacht van een kwaliteitsvolle gemeenschapsgerichte lokale politie. Dit zou indruisen tegen alle principes die destijds de basis vormden van de politiehervorming, met name het Octopusakkoord. Verder is het tegen alle principes van de filosofie van community policing, zoals deze werd vastgelegd in mijn omzendbrief CP1.

Verder stel ik vast dat de praktijken indruisen tegen de bestaande regelgeving. Ik kan hier verwijzen naar artikel 29 van het Wetboek van strafvordering dat stelt dat elke politieambtenaar die kennis krijgt van een misdrijf hiervan onverwijld moet kennis geven aan de gerechtelijke autoriteiten, met name de procureur des Konings. De plaats van het misdrijf of de woonplaats van de klager zijn hierop geen uitzondering. De wet is duidelijk : elk misdrijf waarvan hij kennis krijgt moet meegedeeld worden aan het parket. Artikel 40 van de wet op het politieambt gaat zelfs nog iets verder en stelt dat deze kennisgeving aan het parket moet gebeuren onder de vorm van een proces-verbaal.

Volledigheidshalve wens ik er toch aan toe te voegen dat het echter niet ondenkbaar is dat een politieambtenaar in bepaalde gevallen én in duidelijk overleg met de burger-klager tot het besluit komt dat men beter gediend is indien men de aangifte zou doen bij de lokale politie van zijn woonplaats. Vanuit het uitgangspunt van een betere politieservice voor de burger in kwestie is dit een te tolereren aanpak, maar het uitgangspunt moet een betere service voor de burger zijn.

Bijvoorbeeld bij verlies of diefstal van zijn portefeuille moet de burger toch nog altijd gaan aankloppen bij zijn lokaal korps en zijn gemeentebestuur van herkomst.

Ten derde kan de bestuurlijke overheid hierover geen beslissing nemen aangezien dit niet tot hun bevoegdheid behoort. We zitten hier overduidelijk op het gerechtelijk domein en in de bevoegdheidssfeer van de procureur des Konings, die tevens dient terug te vallen op de wetgeving en met name op de twee bovenvernoemde artikelen.

Het is net de meerwaarde van deze politiehervorming om de burger zelfs maar niet de perceptie te laten dat hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd.