(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Op 30 april 2003 verscheen er in het Belgisch Staatsblad een ministeriële omzendbrief GPI 37 van 9 april 2003 betreffende de sportactiviteiten in de politiediensten (C-2003/00139).
Het Nationaal Syndicaat van het politie- en veiligheidspersoneel (NSPV) stelt dat de fysieke paraatheid van de politiemensen sedert de politiehervorming verminderd zou zijn, enerzijds omdat zij hun conditie op eigen initiatief, buiten de diensturen, moeten onderhouden en anderzijds omdat de sportieve proeven bij de aanwervingsexamens zouden versoepeld zijn.
Deelt u de mening van het NSPV ?
Bent u van plan hier al dan niet iets aan te doen ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1. De stelling van het Nationaal Syndicaat van het politie- en veiligheidspersoneel met betrekking tot de verminderde fysieke paraatheid van de politieambtenaren lijkt mij op zijn minst overtrokken.
De ministeriële omzendbrief GPI 37 van 9 april 2003 voorziet, naast een harmonisering van de regelgeving, juist in een stimulans voor het onderhouden van de fysieke paraatheid van politieambtenaren.
Enerzijds wordt aan alle leden van het operationele kader de mogelijkheid geboden, tijdens de diensturen en aangerekend als dienstprestaties, sport te beoefenen in het raam van opleidingen of functionele trainingen.
Anderzijds stimuleert deze omzendbrief het beoefenen van sport door de personeelsleden van de politiediensten, buiten de diensturen, middels het toekennen van het recht op een erkenning van een eventueel ongeval als arbeidsongeval, weliswaar onder enkele strikt na te leven voorwaarden.
Verder dient nog te worden gewezen op het feit dat de politiediensten allerlei installaties en infrastructuur aan de personeelsleden van de politiediensten ter beschikking stellen, waar zij kosteloos hun fysieke paraatheid kunnen onderhouden.
Voorts lopen er thans her en der sportprojecten en is een hervorming van de sportkringen aan de gang.
Aangaande de selectie is het belangrijk op te merken dat de sportproeven terzake potentialiteitsproeven betreffen.
Bij de selectie wordt nagegaan in welke mate de kandidaat-aspiranten over de mogelijkheid beschikken om op het einde van de opleiding de voorgeschreven sportnormen te halen.
Door de intensieve fysieke opleiding wordt de fysieke paraatheid en weerbaarheid van de aspiranten vervolgens op peil gebracht.
Na de opleiding zullen deze dan ook, als volwaardige politieambtenaren, optimaal inzetbaar zijn.
2. Ik kan dan ook concreet besluiten door te stellen dat er inzake het sportbeleid binnen de politiediensten geen nood is aan ingrijpende wijzigingen.
De evaluatie die momenteel aan de gang is met betrekking tot de basisopleiding zou eventueel wel kunnen leiden tot een verfijning van het sportonderricht.