3-26

3-26

Belgische Senaat

Handelingen

VRIJDAG 5 DECEMBER 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Jan Van Duppen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de oplossing voor het oneigenlijk gebruik van de spoeddiensten bij ziekenhuizen» (nr. 3-92)

De heer Jan Van Duppen (SP.A-SPIRIT). - Uit een eerste studie van de heer Sabbe, diensthoofd van de spoeddienst van het UZ Gasthuisberg, blijkt dat van de 2,2 miljoen patiënten die zich jaarlijks op de spoeddiensten van onze ziekenhuizen aanmelden, 500.000 patiënten daar niet horen te komen. De helft ervan zou zich tijdens het weekend en 's nachts aanbieden.

Die cijfers wijzen op een nieuwe toename van het oneigenlijk gebruik van de spoeddiensten, nadat de voorganger van de minister met de invoering van een `remgeld' voor het oneigenlijk gebruik van de spoeddiensten voor een korte periode de druk van de ketel had gehaald. Volgens het Leuvense diensthoofd legt dit oneigenlijk gebruik een zware hypotheek op de efficiënte werking van de ziekenhuizen en zou een beter werkende eerstelijnszorg in de huisartsengeneeskunde een merkelijke verbetering kunnen brengen.

Intussen heeft menig hoofd van een spoeddienst over deze bevindingen uitspraken gedaan in de nationale pers: er werd gewezen op het harmonicafenomeen, waarbij de spoeddienst wordt gebruikt als een buffer om het tekort aan acute bedden in een winterse griepperiode tegen te gaan. De doorstroming wordt problematisch en de spoedbedden worden 12 tot 36 uur lang bezet gehouden. Ook het oneigenlijk gebruik van de verwijzing door en voor eigen specialisten voor een snellere ziekenhuisopname blijft bestaan.

Dit is slechts één aspect van de steeds prangender vraag naar een betere organisatie van de gezondheidszorg en de toekomst van ons systeem en de noodzakelijke keuzes die daarbij moeten worden gemaakt. Willen we een systeem dat vooral gericht is op opname en verzorging in ziekenhuizen of verkiezen we een systeem waarbij de patiënten zoveel mogelijk thuis worden verzorgd en behandeld? Het lijkt erop dat we in ons land evolueren in de richting van het eerste systeem. De meeste Belgen worden in een ziekenhuis geboren, ze worden er vaak opgenomen voor allerlei ziekten en aandoeningen en ze komen ook in de terminale levensfase in het ziekenhuis terecht.

Is dat het systeem dat wij wensen? De vraag is vooral of dat om demografische, ethische, culturele, politieke en zeker ook financiële redenen gewenst is. De regering moet een keuze maken en een duidelijk antwoord formuleren. Tot op heden heeft ze dat niet gedaan.

Als we ervoor opteren de verzorging in een ziekenhuis in ons systeem centraal te stellen, dan zullen we worden geconfronteerd met wachtlijsten, exponentieel oplopende kosten voor gemeenschap en patiënt en een ziekenhuisnetwerk dat zal dichtslibben omdat het overbevraagd is door steeds meer ontevreden patiënten.

De centen zullen in dat geval enkel nog als filter worden gebruikt; patiënten die bereid zijn vlotjes veel geld op te hoesten, krijgen een snelle en efficiënte behandeling; de anderen mogen in de rij wachten tot er plaats en tijd is.

Willen we een gezondheidszorg die bij de mensen in de dorpsstraat wordt georganiseerd en waarbij ziekenhuizen en specialisten hun noodzakelijke rol als tweede- en derdelijnszorg degelijk en goed georganiseerd kunnen waarmaken, dan hebben we geen keuze en zullen we een geëchelonneerd verzorgingssysteem moeten uitbouwen met een goed omkaderende thuis- en mantelzorg.

Een meer fundamentele oplossing voor het probleem van de weekend- en nachtdiensten kan er dan in bestaan dat bij ieder ziekenhuis een huisartsenwachtdienst wordt geïnstalleerd waar de huisartsen van de regio zorgen voor de opvang van die problemen die niet op een spoeddienst thuishoren. Op die manier wordt er een reguliere opvang geschapen voor de stedelijke agglomeraties waar het probleem van mensen zonder huisarts het meest frappant is. In Brussel is dat een zeer ernstig probleem. Deze optie biedt ook een oplossing voor het veiligheidsprobleem waar veel huisartsenwachtdiensten 's nachts mee kampen.

Naast de huisartsenwachtdiensten bij de ziekenhuizen dient uiteraard ook de hulpverlening van ambulante huisartsen met wachtdienst gewaarborgd te blijven. Zoniet zullen mensen die niet mobiel zijn, heel vlug een beroep doen op ziekenvervoer naar de spoeddiensten en dan staan we helemaal nergens.

Graag kreeg ik van de minister de cijfers van de aanmeldingen op de spoeddiensten per provincie en de indeling naar ernst en al dan niet oneigenlijk gebruik. Is de minister zich bewust van de ernst van deze problematiek? Wat is volgens de minister de rol van de huisartsgeneeskunde in deze en hoe ziet hij de uitbouw van een degelijke echelonnering met gemotiveerde en goed gehonoreerde huisartsen die kwaliteitswerk kunnen leveren? Hoe staat de minister tegenover mijn voorstel om bij de spoeddiensten van de ziekenhuizen huisartsenwachtdiensten als `poortwachters' op te richten?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Het fenomeen van de `overconsumptie' van de spoeddiensten is geen uitsluitend Belgisch fenomeen. Het bestaat ook in andere Europese en ontwikkelde landen. Het fenomeen heeft verschillende componenten. De bevolking veroudert en het aantal zwakkere patiënten neemt toe. Het is echter onjuist uitsluitend de oorzaak te zoeken in het feit dat mensen sneller verzorgd willen worden. Ik kan op het ogenblik geen concrete cijfers geven. Ik zal ze later schriftelijk bezorgen. Over zes maanden tot een jaar zullen we trouwens over betere gegevens beschikken.

Onze administratie werkt aan een soort monitoring van de verschillende activiteiten van de spoeddiensten. Het is onze bedoeling een soort on line monitoring uit te bouwen.

Het is moeilijk om huisartsen beter te organiseren in wachtdiensten. Er wordt gewerkt aan de financiering van wachtdiensten van huisartsen. Enkele proefprojecten werden door de overheid gefinancierd. In de toekomst willen we die projecten veralgemenen. In België werken de wachtdiensten op sommige plaatsen goed. Er bestaan ook alternatieven. In Italië, Frankrijk en Spanje bestaat er bijvoorbeeld een soort van virtuele wachtdienst, met één centraal telefoonnummer. Dat is misschien een van de wegen die we kunnen volgen. Er zijn in ons land ook enkele proefprojecten met huisartsen bij de spoeddiensten van ziekenhuizen.

De herwaardering van de huisarts is in ieder geval een prioriteit. De huisarts kan een belangrijke rol spelen in de eerstelijnszorg en in de opname in spoeddiensten. Die problematiek wordt nu besproken in de gezondheidsdialogen. Er wordt zelfs een specifieke groep opgericht om een concrete oplossing uit te werken. Het is nu nog te vroeg om daarover een concreter antwoord te geven.

De heer Jan Van Duppen (SP.A-SPIRIT). - Ik kijk uit naar de beloofde cijfers. Ik ben zeer blij te horen dat de herwaardering van de huisarts voor de minister een prioriteit is.