2-1217/1

2-1217/1

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

27 JUNI 2002


Voorstel van resolutie over Azerbeidjan

(Ingediend door mevrouw Meryem Kaçar c.s.)


TOELICHTING


In 1992 werd Azerbeidjan een onafhankelijke Staat. De voorbije tien jaar leverde het land inspanningen om een democratische en seculiere staat te worden. Azerbeidjan is ondertussen ook lid van de OVSE, de Raad van Europa en het Partnerschap voor de vrede van de NAVO.

Naast de landbouw en de katoenteelt berust de economie van Azerbeidjan op de rijke aardolievoorraden rond Bakoe en op het schiereiland Apsjeron en op de staalindustrie. Economisch blijft het land ernstige inspanningen leveren om te ontvoogden van het GOS. Het conflict in Nagorno-Karabach maakt dat er niet gemakkelijker op. Na de bemiddelingspogingen van Rusland en Kirgizië kwam op 9 mei 1994 een staakt-het-vuren tot stand en werden vredesbesprekingen aangevat. Sinds 1995 probeert de OVSE te bemiddelen in het conflict.

Politieke stabiliteit in deze regio zal ook economische stabiliteit met zich brengen. Deze resolutie is bedoeld om de aandacht te vestigen op een regio die een belangrijk kruispunt is van culturele en historische uitwisselingen.

Meryem KAÇAR.
Jan REMANS.
Louis SIQUET.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op de tiende verjaardag van de onafhankelijkheid van de republiek Azerbeidjan;

B. gelet op de wil en de ernstige inspanningen in Azerbeidjan om van het land een democratische en seculiere staat te maken, waarin de democratische rechten en vrijheden nageleefd worden;

C. gelet op het buitenlandse beleid van Azerbeidjan dat gericht is op integratie in de Europese en Euro-atlantische structuren, meer bepaald door de toetreding tot de OVSE, het Partnerschap voor de vrede van de NAVO en de Raad van Europa;

D. gelet op de inspanningen die Azerbeidjan levert om een investeringsvriendelijk klimaat te scheppen;

E. gelet op de noodzaak om te diversifiëren na jaren van opgelegde eenzijdige productie;

F. gelet op het stilvallen van het Vijflandenoverleg over de vervuiling en ontginning van de Kaspische zee;

G. gelet op het grote gevaar voor de volksgezondheid van sterk vervuilde industriële sites zoals in de stad Sumgayit;

H. gelet op de aanwezigheid sedert 1995 van een diplomatieke missie in Brussel;

I. gelet op het ontbreken van een Belgische diplomatieke vertegenwoordiging in Bakoe, ondanks een beslissing van 1997;

J. gelet op de negatieve gevolgen van het sedert 1994 aanslepende conflict tussen Armenië en Azerbeidjan zowel voor de bevolking als voor de veiligheid en stabiliteit in de regio;

K. gelet op de trage evolutie van het vredesproces betreffende het conflict over Nagorno-Karabach onder leiding van de Groep van Minsk van de OVSE;

L. gelet op de achthonderd duizend vluchtelingen die in afwachting van een regeling in zeer precaire omstandigheden overleven;

M. gelet op de internationaal erkende regels over soevereniteit en integriteit van het grondgebied en het verbod om met geweld grondgebied te veroveren;

N. gelet op de resoluties 822 van 30 maart 1993, 853 van 29 juli 1993, 874 van 14 oktober 1993 en 884 van 12 november 1993 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

vraagt de betrokken partijen :

1. de onrechtmatige bezetting van Nagorno-Karabach en andere gebieden in Azerbeidjan ongedaan te maken;

2. de onderhandelingen verder te zetten met het oog op een succesvolle afloop van het vredesproces onder leiding van de Groep van Minsk van de OVSE op basis van de principes van het internationaal recht, met name de naleving van de territoriale integriteit en het verbod om met geweld grondgebied te veroveren;

3. alles in het werk te stellen om het conflict vredelievend op te lossen en aldus de ontwikkeling en de welvaart in de regio te bevorderen;

vraagt de regering :

1. bij de Verenigde Naties, de Europese Unie, de EU-lidstaten, de OVSE en de Raad van Europa tussen te komen om de VN-resoluties en de Charters van de OVSE en van de Raad van Europa te doen naleven;

2. de covoorzitters van de Groep van Minsk van de OVSE aan te sporen om concrete stappen te doen om het conflict op te lossen in de zin van voormelde resoluties en charters;

3. de vredesonderhandelingen over het conflict tussen Armenië en Azerbeidjan te ondersteunen en de presidenten van de beide landen aan te moedigen hun onderhandelingen verder te zetten;

4. de diplomatieke en economische aanwezigheid van België in Azerbeidjan te verzekeren door de opening van een ambassade of door de toevoeging van Belgisch diplomatiek personeel aan een ambassade van een andere EU- of Benelux-lidstaat;

5. de Europese Unie aan te sporen een economische samenwerkingsakkoord te sluiten met Azerbeidjan;

6. een oproep te richten tot alle Belgische organisaties, de staten, de instellingen en de programma's van de Verenigde Naties alsook de andere internationale organisaties, waaronder de NGO's die de hoogstnodige humanitaire hulp bieden aan de vluchtelingen en de NGO's die op milieugebied actief zijn.

30 mei 2002.

Meryem KAÇAR.
Jan REMANS.
Louis SIQUET.