2-934/2

2-934/2

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

27 NOVEMBER 2001


Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW de BETHUNE C.S.

Art. 2bis (nieuw)

Een artikel 2bis invoegen, luidende :

« Art. 2bis. ­ Artikel 18, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :

« Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht. »

Verantwoording

Vermits zulks ­ terecht ­ geldt voor de NMBS, dient deze bepaling ook opgenomen te worden voor de andere overheidsbedrijven Belgacom, De Post, ...

Er is geen enkele reden waarom dit algemeen principe niet kan worden opgenomen in voorliggend ontwerp.

Dit amendement ligt in de lijn met het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 18, § 1, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, met het oog op een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen in de raden van bestuur (zitting 1999-2000, stuk 302/1, ingediend door senator de Bethune c.s.)

Sabine de BETHUNE.
Ludwig CALUWÉ.
Jan STEVERLYNCK.
René THISSEN.

Nr. 2 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 2ter (nieuw)

Een artikel 2ter invoegen, luidende :

« Art. 2ter. ­ Artikel 20 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :

« § 5. De gedelegeerd bestuurder kan geen andere emolumenten ontvangen dan zijn vergoeding. »

Verantwoording

De voorgestelde regeling wordt doorgetrokken tot alle overheidsbedrijven. Het valt niet in te zien waarom dit enkel zou moeten beperkt worden tot de NMBS.

Nr. 3 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 2quater (nieuw)

Een artikel 2quater invoegen, luidende :

« Art. 2quater. ­ In dezelfde wet wordt een artikel 155bis ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 155bis. ­ Alle activiteiten en opdrachten van openbare dienst en van commerciële aard die worden uitgeoefend door of voor rekening en in naam van de NMBS zijn samengebracht en worden blijvend uitgeoefend binnen het kader van een en dezelfde ondeelbare juridische entiteit. »

Verantwoording

Hiermede wordt de juridische eenheid van het bedrijf, die reeds werd aangegeven in de memorie van toelichting, in de wet zelf ingebracht.

Nr. 4 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 3

Het voorgestelde punt 4º aanvullen als volgt :

« voor zover het aantal reizigers voor het betreffende traject per dag meer bedraagt dan 3 500. »

Verantwoording

Het grensoverschrijdende reizigersverkeer met gewone treinen is veelal bijzonder onrendabel en het is niet verantwoord om het op te nemen in de exploitatie van het binnenlands reizigersvervoer. Dat moet blijken uit hetgeen volgt :

De grenspunten zijn :

­ Essen-Roosendaal op de lijn Brussel-Amsterdam;

­ Moeskroen op de lijn Kortrijk-Rijsel;

­ Blandain op de lijn Doornik-Rijsel;

­ Quévy op de lijn Bergen-Aulnoye (Parijs);

­ Erquelinnes op de lijn Charleroi-Aulnoye (Parijs), zij het dat dit punt maar beperkt gebruikt wordt voor vooral internationaal treinen

­ Esplechin op de HSL Brussel-Parijs;

­ Aarlen op de lijn Namen-Luxemburg;

­ Gouvy op de lijn Luik-Luxemburg;

­ Visé op de lijn Luik-Maastricht;

­ Hergenrath op de lijn Luik-Aken.

Bovendien wordt onderzocht om ook (via de HSL) een treinverbinding in te leggen naar Valenciennes en om het grenspunt Heer-Agimont op de lijn Dinant-Givet terug te openen.

Het belang van deze grenspunten is de volgende (uitgedrukt in aantal reizigers/dag en aantal reizigerstreinen/dag, met dien verstande dat het aantal reizigers opgegeven is volgens de tellingen van 1997; voor de volgende jaren werd het aantal reizigers per grenspunt niet meer opgegeven) :

­ Essen : 4 807 reizigers; 167 treinen

­ Moeskroen : 837 reizigers; 60 treinen

­ Blandain : 2 458 reizigers; 88 treinen

­ Quévy : 156 reizigers; 9 treinen

­ Erquelinnes : 988 reizigers; 17 treinen

­ Esplechin : 3 757 reizigers; 151 treinen

­ Aarlen : 2 610 reizigers; 124 treinen

­ Gouvy : 156 reizigers; 29 treinen

­ Visé : 617 reizigers; 50 treinen

­ Hergenrath : 2 638 reizigers; 48 treinen

Volgens de huidige tekst van de wet van 21 maart 1991 zijn al deze grensoverschrijdende verbindingen « internationale verbindingen » en worden ze dus niet betoelaagd. De nieuwe formulering impliceert dat al deze verbindingen betoelaagd worden. Vast staat dat een aantal onrendabele grensovergangen zal betoelaagd worden in het kader van het binnenlands reizigersverkeer, wat de exploitatiekost natuurlijk de hoogte zal injagen. Dit lijkt ons niet verantwoord.

Nr. 5 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 3

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 3. ­ Artikel 156 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :

« Gedeelten van de infrastructuur en treinbediening kunnen, mits goedkeuring bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit en mits akkoord van het betrokken gewest, beschouwd worden als niet functioneel voor het spoorverkeer en worden overgedragen aan de gewesten. »

Verantwoording

Bepaalde gedeelten van het spoorwegnet en dienstverlening hebben zulke lokale betekenis, dat men ze moeilijk bij het spoorverkeer kan rekenen, maar eerder bij het openbaar stads- en streekvervoer. Een dynamisch mobiliteitsbeleid veronderstelt deze soepelheid in benadering, die een integratie van deze puur lokale infrastructuur en bediening in het openbaar stads- en streekvervoer mogelijk maakt.

Nr. 6 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 5

In dit artikel, de woorden « de laatste werkdag » vervangen door de woorden « de laatste werkdag die geen zaterdag is ».

Verantwoording

De voorgestelde tekst maakt het mogelijk dat de algemene vergadering op een zaterdag zou plaatsvinden, hetgeen naar wij mogen aannemen niet de bedoeling kan zijn van de regering.

Ludwig CALUWÉ.
Jan STEVERLYNCK.

Nr. 7 VAN DE HEER THISSEN

Art. 5

Het voorgestelde artikel 161ter wijzigen als volgt :

a) In § 1, de woorden « en een strategisch comité » doen vervallen;

b) Paragraaf 5 doen vervallen.

Verantwoording

Aangezien wij ervoor pleiten de vakbonden op te nemen in de besluitvormingsstructuur, dus de raad van bestuur van de NMBS, is het overbodig te vragen om de oprichting van een strategisch comité, bestaande uit de leden van de raad van bestuur en vertegenwoordigers van de vakorganisaties, met een louter adviserende bevoegdheid.

René THISSEN.

Nr. 8 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 6

In het voorgestelde artikel 161bis, § 1, tweede lid, tussen de woorden « waarin het bedrijf actief is » en de woorden « een analytische », de woorden « , met name activiteiten met betrekking tot het vervoer, de activiteiten betreffende het beheer van de infrastructuur, de activiteiten met betrekking tot het goederenvervoer en de financiële middelen voor activiteiten die betrekking hebben op het reizigersvervoer in het kader van een opdracht van openbare dienst, » invoegen.

Verantwoording

Dit amendement komt tegemoet aan de opmerkingen van de Raad van State. Het past het begrip « sectoren » in de wet zelf nader te omschrijven.

Nr. 9 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 6

In het voorgestelde artikel 161bis, § 1, derde lid, de woorden « Ieder verschillend » vervangen door de woorden « voor elk ».

Verantwoording

De verwijzing naar verschillende projecten is verwarrend en overbodig en kan dus vervallen.

Nr. 10 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 6

In het voorgestelde artikel 161bis, § 1, het vierde lid doen vervallen.

Verantwoording

De vrijstellingsregeling is mogelijks in strijd met de Europese Richtlijn 2001/12/EG.

Nr. 11 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 6bis (nieuw)

Een artikel 6bis invoegen luidende als volgt :

« Art. 6bis. ­ Artikel 20 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen (91/440/EEG) van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, wordt opgeheven. »

Verantwoording

Zoals de Raad van State terecht opmerkt, is de bedoelde materie reeds geregeld via het koninklijk besluit van 5 februari 1997.

Nr. 12 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voorgestelde artikel 161ter, § 2, tweede lid, de woorden « Deze comités mogen de gedelegeerd bestuurder uitnodigen op hun vergaderingen »vervangen door de woorden « De comités nodigen de gedelegeerd bestuurder uit op hun vergaderingen ».

Verantwoording

Het is niet meer dan normaal dat de gedelegeerd bestuurder wordt uitgenodigd, vermits de bestuursleden niet met het bedrijf zelf vertrouwd zijn en hun adviezen toch wel een verstrekkende betekenis kunnen hebben.

Nr. 13 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voorgestelde artikel 161ter, § 3, het laatste lid doen vervallen.

Verantwoording

Het is niet wenselijk nog een bijkomende externe ambtenaar te voorzien in het auditcomité. De aanwezigheid van de regeringscommissaris is zinloos. Immers, in de taakomschrijving van de regeringscommissaris is in de verslaggeving aan de ministers over alle comités voorzien maar niet over het auditcomité (zie artikel 162novies, § 2).

Nr. 14 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voorgestelde artikel 161ter, § 5, derde lid, de woorden « de drie » vervangen door het woord « deze ».

Verantwoording

Het is een feit dat er op dit ogenblik drie representatieve vakorganisaties zijn binnen de NAR, maar niets zegt dat daarin geen verandering kan komen. Daarom mag de wettekst zich niet vastpinnen op het getal « drie ».

Nr. 15 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voorgestelde artikel 161ter, § 5, de volgende wijzigingen aanbrengen :

A) Het vijfde lid aanvullen als volgt : « en op voordracht van de betrokken vakorganisatie ».

B) Het zevende lid aanvullen als volgt : « en mits akkoord van de betrokken vakorganisatie ».

Verantwoording

De benoeming van de vertegenwoordigers van de vakorganisatie in het strategisch comité mag niet gepolitiseerd worden. Daarom moet de betrokken vakorganisatie zelf de voordracht van kandidaten doen.

Het ontslag van de vertegenwoordigers van de vakorganisatie dient het akkoord te krijgen van de betrokken vakorganisatie. Het mag niet zijn dat iemand ontslagen wordt omdat hij zijn eigen vakorganisatie goed heeft verdedigd, maar daardoor eventueel als een lastpost ervaren wordt.

Nr. 16 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voogestelde artikel 161ter, § 6, tussen het vierde en het vijfde lid een nieuw lid toevoegen, luidend als volgt :

« De raad van bestuur kan aan het strategisch comité een termijn opleggen, die niet korter mag zijn dan 10 dagen, binnen dewelke de adviezen moeten worden verstrekt. »

Verantwoording

Het element van de termijnen werd in het wetsontwerp vergeten.

Nr. 17 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voorgestelde artikel 161ter, § 7, derde lid, het woord « tien » vervangen door het woord « twaalf ».

Verantwoording

Als het strategisch comité ook geldig kan vergaderen zonder de aanwezigheid van de vakbonden, dan is de creatie van het strategisch comité zinloos.

Nr. 18 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 7

In het voorgestelde artikel 161ter, § 7, het tweede lid doen vervallen.

Verantwoording

Dit amendement komt tegemoet aan de terechte kritiek van de Raad van State. Het is juridisch zinloos de samenstelling van het strategisch comité te regelen en dan verder te bepalen dat dit comité geldig is samengesteld wanneer er slechts tien leden zijn benoemd.

Nr. 19 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 8

Het voorgestelde artikel 161quinquies, § 1, aanvullen met een nieuw lid, luidend als volgt :

« Om geldig zitting te houden moeten ten minste 10 leden aanwezig zijn. »

Verantwoording

Als men deze bepaling niet opneemt zal men in de praktijk tot toestanden komen waarbij de vertegenwoordigers van de gewestelijke openbare vervoersmaatschappijen in de meerderheid zijn en bindende adviezen kunnen formuleren die de NMBS betreffen.

Nr. 20 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 8

Het voorgestelde artikel 161quinquies, § 2, tweede lid, aanvullen als volgt :

« Bovendien onderzoekt het oriënteringscomité ook welke infrastructuurgedeelten en bediening beschouwd kunnen worden als niet functioneel voor het spoorverkeer en overgedragen kunnen worden aan de gewesten. »

Verantwoording

Bepaalde gedeelten van het spoorwegnet en dienstverlening hebben zulke lokale betekenis dat men ze moeilijk bij het spoorwegverkeer kan rekenen, maar eerder bij het openbaar stads- en streekvervoer. Een dynamisch mobiliteitsbeleid veronderstelt deze soepelheid in benadering, die een integratie van deze puur lokale infrastructuur en bediening in het openbaar stads- en streekvervoer mogelijk maakt.

Nr. 21 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162bis, § 1, wijzigen als volgt :

A) De woorden « tien leden » vervangen door de woorden « dertien leden ».

B) Paragraaf 1 aanvullen als volgt :

« Drie leden worden benoemd op voordracht van de gewesten, één per gewest. »

Verantwoording

De gewesten hebben veruit de meeste sleutels van het mobiliteitsbeleid in handen : ruimtelijke ordening, huisvesting, wegenbouw, openbaar stads- en streekvervoer, binnenvaart, enz. Al deze elementen dienen te worden afgestemd op het spoorbeleid en het is dan ook niet meer dan normaal dat de gewesten worden vertegenwoordigd in de raad van bestuur.

Ludwig CALUWÉ.
Jan STEVERLYNCK.

Nr. 22 VAN DE HEER THISSEN

Art. 9

Paragraaf 1 van het voorgestelde artikel 162bis wijzigen als volgt :

A) De woorden « tien leden » vervangen door de woorden « twaalf leden ».

B) Deze paragraaf aanvullen als volgt :
« De raad van bestuur telt een vertegenwoordiger van elke representatieve vakorganisatie. »

Verantwoording

Dit amendement strekt ertoe de vakbonden opnieuw deel te laten uitmaken van de raad van bestuur van de NMBS.

Voor het behoud van een duurzame sociale vrede bij de NMBS is het belangrijk dat de vertegenwoordigers van de vakorganisaties kunnen deelnemen aan de besluitvorming. Hun rol mag niet louter adviserend zijn.

René THISSEN.

Nr. 23 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162bis, § 1, aanvullen als volgt :

« de voorzitter uitgezonderd bestaat 60 % van de leden uit Nederlandstaligen en 40 % uit Franstaligen. »

Verantwoording

Deze verdeling beantwoordt ongeveer aan de samenstelling van de bevolking.

Nr. 24 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162bis, § 2, vierde lid, vervangen als volgt :

« De leden van de raad van bestuur die door de Koning worden benoemd kunnen ontslagen worden bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op eensluidend gemotiveerd advies van de raad van bestuur, goedgekeurd bij tweederde van de uitgebrachte stemmen. De betrokkene of betrokkenen nemen niet deel aan de bespreking en de stemming betreffende dit advies. »

Verantwoording

Te soepele ontslagprocedures, zoals voorgesteld in het wetsontwerp, tasten de facto de autonomie van het bedrijf aan, en dragen het risico in zich van politisering, terwijl meteen ook een langetermijnbeleid wordt bemoeilijkt.

Indien de overheid haar mobilititeitsdoelstellingen wil opleggen is dat perfect mogelijk via een andere weg dan de politisering, namelijk de uitbouw van een eigen spoor-knowhow via een instituut voor het spoorvervoer, zodat de overheid zelf sterk gewapend is in de onderhandelingen met het autonome spoorbedrijf, én met knowhow, én met de nodige financiële middelen.

Nr. 25 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162bis, § 3, aanvullen als volgt :

« Bij de eerste samenstelling van de raad van bestuur wordt de helft van het aantal leden benoemd voor een termijn van drie jaar. »

Verantwoording

In het belang van de continuïteit van het bedrijf vragen de vakbonden terecht het behoud van de bestaande situatie (vervanging van slechts de helft van het aantal bestuurders).

Nr. 26 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162bis, § 5, derde lid, doen vervallen.

Verantwoording

Dit artikel komt tegemoet aan de opmerking van de Raad van State terzake.

De bijzondere bevoegdheden van de voorzitter van de raad van bestuur van de NMBS voor vennootschappen waarin de NMBS participeert, zijn in strijd met het Wetboek vennootschappen; desgevallend kunnen de statuten van de betrokken vennootschap voorzien in een inzagerecht van de voorzitter van de raad van bestuur van de NMBS.

Voor de NMBS zelf lijkt een wettelijke bepaling in die zin overbodig.

Nr. 27 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162quater, wijzigen als volgt :

A) In het tweede lid, de woorden « Hij wordt ontslagen door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad » vervangen door de woorden « Hij wordt ontslagen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op eensluidend gemotiveerd advies van tweederde van de leden van de raad van bestuur. De gedelegeerd bestuurder neemt niet deel aan de bespreking en de stemming betreffende dit advies »;

B) In het zevende lid, de woorden « Zij worden afgezet door de raad van bestuur » vervangen door de woorden « Zij worden ontslagen bij besluit van tweederde van de leden van de raad van bestuur, mits goedkeuring door de minister die bevoegd is voor de spoorwegen. De gedelegeerd bestuurder neemt niet deel aan de bespreking en de stemming betreffende dit ontslag ».

Verantwoording

Zie de verantwoording bij het amendement nr. 24.

Nr. 28 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

In het voorgestelde artikel 162quater, het derde, vierde en vijfde lid doen vervallen.

Verantwoording

De gedelegeerd bestuurder wordt reeds voldoende gecontroleerd (bijvoorbeeld raad van bestuur, auditcomité, regeringscommissaris, ...). Bijkomende controle door een directeur-generaal ­ van welke taalrol dan ook ­ is overbodig en verzwaart alleen maar de procedures.

Nr. 29 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162sexies, wijzigen als volgt :

A) In § 1, het 6º doen vervallen;

B) Een § 1bis invoegen, luidend als volgt :

« § 1bis. De functie van bestuurder, met uitzondering van deze van gedelegeerd bestuurder, is onverenigbaar met de functie van personeelslid van de NMBS. »

Verantwoording

De libellering van het wetsontwerp heeft tot gevolg dat personeelsleden van de NMBS geen lid kunnen worden van het directiecomité. Wij veronderstellen dat dit niet de bedoeling van de regering is.

Ludwig CALUWÉ.
Jan STEVERLYNCK.

Nr. 30 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 9

In het voorgestelde artikel 162novies, § 3, eerste lid, in fine de volgende woorden toevoegen :

« mits hij hiervan de directie op de hoogte stelt ».

Verantwoording

Het correct toepassen van de « corporate governance » laat niet toe dat een regeringscommissaris, zonder de directie hiervan op de hoogte te stellen, intervenieert bij het personeel van de NMBS.

Jan STEVERLYNCK.

Nr. 31 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

In het voorgestelde artikel 162decies, in punt 2 van het ondernemingsplan, tussen de woorden « voorstel van meerjarig investeringsplan » en de woorden « het meerjarig investeringsplan » de woorden « De infrastructuurbehoeften en het meerjarig investeringsplan moeten berekend zijn op basis van objectieve criteria » toevoegen.

Verantwoording

De cijfers in bijlage schetsen zeer scherp en onomstotelijk de behoefte aan objectieve criteria. Er dient zeer dringend een objectieve netnormering te komen, zoals dat bijvoorbeeld bij decreet geregeld is in het Vlaams Gewest met betrekking tot De Lijn. Terzake werden reeds voorstellen neergelegd in het Parlement.

Als illustratie voor de acute nood aan objectieve criteria schetsen we hierbij in bijlage een zwakke spoorregio in Vlaanderen (Kempen en Limburg) en vergelijken de dienstverlening in deze kleine stationnetjes met de dienstverlening in vergelijkbare kleine stationnetjes elders in het land (vooral Wallonië).

Bijlage

Aantal
reizigers
(werkdag)
­
Nombre de
voyageurs
(jour ouvrable)
Aantal
treinen
(werkdag)
­
Nombre de
trains
(jour ouvrable)
Aantal
reizigers
(werkdag)
­
Nombre de
voyageurs
(jour ouvrable)
Aantal
treinen
(werkdag)
­
Nombre de
trains
(jour ouvrable)
Beringen 114 23 Momalle 112 60
Faux 114 68
Voroux 114 44
Balen 132 22 Juslenville 130 37
Bierset Awans 132 44
Overpelt 123 42 Fontaine Valmont 122 42
Trois-Ponts 124 24
Heusden-Zolder 159 23 Beuzet 155 47
Floreffe 156 44
Tilff 158 32
Lommel 320 42 Franchimont 319 37
Thuin 324 42
Verviers Palais 324 45
Liers 327 121
Neerpelt 331 42 Philippeville 327 35
Leopoldsburg 345 22 Walcourt 332 39
Olen 343 64 Statte 341 90
Erquelinnes 343 42
Tielen 433 43 Fleurus 454 48
Chastre 404 47
Marche-en-Famenne 394 26
Turnhout 1 429 43 Herstal 970 170
Châtelet 1 280 108
Genval 1 389 89
Ans 1 509 88
Geel 1 657 64 Luttre 1 884 141
Wavre 1 659 106
Tamines 1 570 165
Liège Jonfosse 1 672 205
Mol 2 153 86 Waterloo 1 959 96
La Louvière Centre 1 922 130
Saint-Ghislain 2 185 99
Moeskroen/Mouscron 2 206 100
Herentals 2 547 143 Tubize 2 351 94
La Louvière Sud 2 625 197
Arlon 2 437 111

Nr. 32 VAN DE HEREN CALUWÉ EN STEVERLYNCK

Art. 9

Het voorgestelde artikel 162undecies, 1º, aanvullen als volgt : « deze openbare dienstverlening moet gebaseerd zijn op objectieve criteria ».

Verantwoording

Zie de verantwoording bij amendement nr. 31.

Ludwig CALUWÉ.
Jan STEVERLYNCK.

Nr. 33 VAN DE HEER THISSEN

Art. 12

Het eerste lid van dit artikel vervangen als volgt :

« De inwerkingtreding van deze wet is afhankelijk van de instemming van de federale en gewestelijke Parlementen met het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het meerjarig investeringsplan 2001-2012 van de NMBS. »

René THISSEN.