2-106/2 | 2-106/2 |
9 JULI 2001
Over de problematiek van het naderend levenseinde zijn verschillende wetsvoorstellen ingediend, die op een lange en diepgaande wijze werden besproken in de verenigde commissies.
De verenigde commissies hebben ervoor geopteerd om de wetsvoorstellen nrs. 2-244/1 en 2-246/1 als uitgangspunt te nemen voor de besprekingen betreffende de euthanasie en de palliatieve zorg.
Voor het verslag van de werkzaamheden van de verenigde commissies omtrent dit voorstel van resolutie betreffende de uitwerking van een behoeftengestuurd palliatief plan kan dan ook worden verwezen naar het verslag namens de verenigde commissies voor de Justitie en de Sociale Aangelegenheden, uitgebracht door de dames Laloy en Van Riet (stuk Senaat, nr. 2-244/22), en naar het verslag namens de verenigde commissies voor de Justitie en de Sociale Aangelegenheden, uitgebracht door de heren Galand en Remans (stuk Senaat, nr. 2-246/5).
Ingevolge de aanneming van de wetsvoorstellen nrs. 2-244 en 2-246 is onderhavig wetsvoorstel vervallen.
Met eenparigheid is vertrouwen geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
| De rapporteur, | De voorzitter, |
| Ingrid van KESSEL. | Josy DUBIÉ. |