2-766/4

2-766/4

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

5 JULI 2001


Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN

ingediend na de goedkeuring van het verslag


Nr. 1 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 10

A. In fine van het 1ŗ de woorden « een met splitsing gelijkgestelde verrichting » vervangen door de woorden « een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting ».

B. In het 2ŗ de woorden « verrichting inzake een met splitsing gelijkgestelde verrichting, ten name van de aandeelhouder, gelijkgesteld met de omruiling van aandelen ingevolge splitsing » vervangen door de woorden « verrichting inzake een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting, ten name van de aandeelhouder, gelijkgesteld met de omruiling van aandelen ingevolge fusie of splitsing ».

Verantwoording

De amendementen nrs. 6 tot 12 van de regering, ingevoegd bij de bespreking van dit ontwerp in de Kamer voeren een belastingneutraal regime in voor de zogenaamde met splitsing gelijkgestelde verrichtingen, zoals bedoeld in artikel 677 van het Wetboek van vennootschappen (partiėle splitsing of afsplitsing), wat betreft de inkomstenbelasting.

Voor de met fusie gelijkgestelde verrichtingen, die eveneens worden geviseerd in artikel 677 van het Wetboek van vennootschappen, werd in geen regeling voorzien omdat, volgens de regering, de concrete invulling van dit concept tot op heden in Belgiė niet gekend is, zodat ook nog geen vrijstellingsregime terzake kan worden uitgewerkt. Deze stelling is te verwerpen omdat enerzijds de vennootschapswetgeving de partiėle fusie uitdrukkelijk erkent, en anderzijds er in de rechtsleer reeds werd op gewezen dat de met fusie gelijkgestelde verrichting waarbij de overdragende vennootschap niet ophoudt te bestaan wel degelijk bestaat (« Fiscoloog », 16 mei 2001).

Bovendien is in het in de toelichting gegeven voorbeeld de operatie in hoofde van de overnemende vennootschap te beschouwen als een met fusie gelijkgestelde verrichting. Het kan niet de bedoeling zijn deze vennootschappen aan een verschillende fiscale regeling te onderwerpen.

Voorgesteld amendement breidt de fiscale neutraliteit in de inkomstenbelasting expliciet uit tot de gevallen van de partiėle fusie.

Nr. 2 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 12

A. In § 3, eerste lid, van het voorgestelde artikel 210 de woorden « met splitsing gelijkgestelde verrichting » vervangen door de woorden « met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting ».

B. In § 4 van hetzelfde artikel de woorden « bij met splitsing gelijkgestelde verrichting » vervangen door de woorden « bij met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting ».

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij amendement nr. 1.

Nr. 3 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 13

In het 1ŗ de woorden « en in geval van met splitsing gelijkgestelde verrichting als vermeld in artikel 210, § 1, 1ŗbis » vervangen door de woorden « en in geval van met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting als vermeld in artikel 210, § 1, 1ŗbis ».

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij amendement nr. 1.

Nr. 4 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 14

In het voorgestelde artikel 213 de woorden « met splitsing gelijkgestelde » vervangen door de woorden « met fusie of splitsing gelijkgestelde » en de woorden « gesplitste vennootschap » vervangen door de woorden « gefuseerde of gesplitste vennootschap ».

Verantwoording

Zelfde toelichting als bij amendement nr. 1.

Nr. 5 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 15bis (nieuw)

Een artikel 15bis (nieuw) invoegen, luidend als volgt :

« Art. 15bis. ­ In de wet van 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, worden volgende wijzigingen aangebracht :

1ŗ artikel 11 wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Als levering wordt niet beschouwd de overdracht van goederen onder bezwarende titel of om niet in het kader van een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting, wanneer de overnemer een belastingplichtige is die de belasting, indien ze ingevolge de overdracht verschuldigd zou zijn, geheel of gedeeltelijk zou kunnen aftrekken. In dat geval wordt de overnemer geacht de persoon van de overdrager voort te zetten »;

2ŗ artikel 18, § 3, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Als diensten worden niet beschouwd, de in § 1 bedoelde handelingen die, bij de overdracht van goederen onder bezwarende titel of om niet in het kader van een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting, worden verricht wanneer de overnemer een belastingplichtige is die de belasting, indien ze ingevolge de overdracht verschuldigd zou zijn, geheel of gedeeltelijk zou kunnen aftrekken. In dat geval wordt de overnemer geacht de persoon van de overdrager voort te zetten. »

Verantwoording

De amendementen nrs. 6 tot 12 van de regering ingevoegd bij de bespreking van het voorliggende ontwerp in de Kamer voeren een belastingsneutraal regime in voor de zogenaamde met splitsing gelijkgestelde verrichtingen, zoals bedoeld in artikel 677 van het Wetboek van vennootschappen (partiėle splitsing of afsplitsing), wat betreft de inkomstenbelasting.

Wat betreft de neutraliteit in de BTW-wetgeving voorzien de amendementen van de regering in geen enkele bepaling. De minister verwees terzake bij de bespreking van het ontwerp naar een mondelinge vraag (nr. 2258 van de heer Pieters, GZ 1998-1999) en stelde dat het antwoord op deze mondelinge vraag voldoende was om klaarheid te scheppen inzake de fiscale neutraliteit van de afsplitsing wat betreft de BTW-wetgeving. Uit het antwoord op de genoemde vraag zou derhalve zekerheid kunnen worden geboden omtrent de BTW-neutraliteit bij de afsplitsing. Dit kan niet overtuigen. Het antwoord op de genoemde mondelinge vraag maakte duidelijk onderscheid tussen de inbreng van een algemeenheid of een tak van werkzaamheid (bedrijfstak), en de afsplitsing. Er is enkel klaarheid inzake de toepasbaarheid van de regeling ex artikelen 11 en 18, § 3, van het BTW-Wetboek wat betreft de inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak.

Huidig amendement wil klaarheid scheppen omtrent de neutraliteit van de afsplitsing wat betreft de BTW-wetgeving, door deze expliciteit in te voeren. Het is zo dat bij de overdracht van goederen in het kader van een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting die geen bedrijfstak of algemeenheid van goederen uitmaken, deze aanvulling noodzakelijk is om een vrijstelling inzake BTW te genieten.

Voor de met fusie gelijkgestelde verrichtingen, die eveneens worden geviseerd in artikel 677 van het Wetboek van vennootschappen, werd in geen regeling voorzien omdat, volgens de regering, de concrete invulling van dit concept tot op heden in Belgiė niet gekend is, zodat ook nog geen vrijstellingsregime terzake kan worden uitgewerkt. Deze stelling is te verwerpen omdat, enerzijds, de vennootschapswetgeving de partiėle fusie uitdrukkelijk erkent en, anderzijds, er in de rechtsleer reeds werd op gewezen dat de met fusie gelijkgestelde verrichting waarbij de overdragende vennootschap niet ophoudt te bestaan wel degelijk bestaat (« Fiscoloog », 16 mei 2001).

Voorgesteld amendement houdt wel rekening met de partiėle fusie.

Nr. 6 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 15ter (nieuw)

Een artikel 15ter (nieuw) invoegen, luidend als volgt :

« Art. 15ter. ­ Artikel 117, § 2, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wordt aangevuld als volgt « of van goederen die worden overgedragen in het kader van een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting. »

Verantwoording

De amendementen nrs. 6 tot 12 van de regering ingevoegd bij de bespreking van het voorliggende ontwerp in de Kamer voeren een belastingsneutraal regime in voor de zogenaamde met splitsing gelijkgestelde verrichtingen, zoals bedoeld in artikel 677 van het Wetboek van vennootschappen (partiėle splitsing of afsplitsing), voor wat betreft de inkomstenbelasting.

Wat betreft de neutraliteit met betrekking tot de registratierechten voorzien de amendementen van de regering in geen enkele bepaling. De minister verwees terzake bij de bespreking van het ontwerp naar een mondelinge vraag (nr. 2258 van de heer Pieters, GZ 1998-1999) en stelde dat het antwoord op deze mondelinge vraag voldoende was om klaarheid te scheppen inzake de fiscale neutraliteit van de afsplitsing wat betreft de registratierechten. Uit het antwoord op de genoemde vraag zou derhalve zekerheid kunnen worden geboden omtrent de neutraliteit bij afsplitsing wat betreft de registratierechten. Dit kan niet overtuigen. Het antwoord op de genoemde mondelinge vraag maakte duidelijk onderscheid tussen de inbreng van een algemeenheid of een tak van werkzaamheid (bedrijfstak), en de afsplitsing. Er is enkel klaarheid inzake de toepasbaarheid van de regeling ex artikel 117 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wat betreft de inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak.

Huidig amendement wil klaarheid scheppen omtrent de neutraliteit van de afsplitsing voor wat betreft de registratierechten, door deze expliciteit in te voeren. Bij de overdracht van goederen in het kader van een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting die geen bedrijfstak of algemeenheid van goederen uitmaken, is deze aanvulling noodzakelijk om een vrijstelling inzake BTW te genieten.

Voor de met fusie gelijkgestelde verrichtingen, die eveneens worden geviseerd in artikel 677 van het Wetboek van vennootschappen, werd geen regeling voorzien omdat, volgens de regering, de concrete invulling van dit concept tot op heden in Belgiė niet gekend is, zodat ook nog geen vrijstellingsregime terzake kan worden uitgewerkt. Deze stelling is te verwerpen omdat, enerzijds, de vennootschapswetgeving de partiėle fusie uitdrukkelijk erkent en, anderzijds, er in de rechtsleer reeds werd op gewezen dat de met fusie gelijkgestelde verrichting waarbij de overdragende vennootschap niet ophoudt te bestaan wel degelijk bestaat (« Fiscoloog », 16 mei 2001).

Voorgesteld amendement houdt wel rekening met de partiėle fusie. Bij de overdracht van goederen in het kader van een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting die geen bedrijfstak uitmaken, is deze aanvulling noodzakelijk om van een vrijstelling van registratierechten te genieten.

Nr. 7 VAN DE HEER STEVERLYNCK

Art. 16

In dit artikel de woorden « 10 tot 14 » vervangen door de woorden « 10 tot 14, 15bis en 15ter ».

Verantwoording

De inwerkingtreding van de nieuwe artikelen 15bis en 15ter wordt afgestemd op de inwerkingtreding van de bestaande artikelen 10 tot 14.

Jan STEVERLYNCK.