2-740/2 | 2-740/2 |
23 MEI 2001
Art. 2
In het voorgestelde artikel 279, § 2 doen vervallen.
Verantwoording
Er zijn al voldoende garanties voor de Nederlandstalige Brusselaars inzake hun vertegenwoordiging in de Brusselse gewestregering, in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en in de gemeentelijke, gewestelijke en pararegionale administraties van Brussel. Deze bepaling, die verbonden is met de herfinanciering van gemeenten die een schepen uit de Nederlandse taalgroep benoemen, kan de vorming van een meerderheid na de verkiezingen ernstig beïnvloeden en kan dus haaks staan op de verkiezingsresultaten. Bovendien gaat de verplichting om een schepen of OCMW-voorzitter uit de Nederlandse taalgroep te benoemen regelrecht in tegen het harmonieus samenleven in Brussel. In plaats van multiculturele gemengde lijsten te promoten, zal deze maatregel voornamelijk leiden tot monoculturele in zichzelf gekeerde lijsten. Dat is een stap achteruit voor het multiculturele samenlevingsmodel dat wij in het Brusselse Gewest willen doen groeien.
Art. 3
In het voorgestelde artikel 23bis, § 2, tweede lid, de volgende volzin doen vervallen :
« Evenwel stelt tot de indiening van de akte van voordracht van de kandidaten voor de verkiezing van de gemeenteraad volgend op die van 2000 enkel de meest recente verklaring de taalaanhorigheid geldig vast. »
Verantwoording
De invoering van een overgangsperiode tot de verkiezing van 2006, tijdens welke de taalaanhorigheid ad nutum kan worden gewijzigd, kan ertoe leiden dat Franstalige mandatarissen in de loop van de zittingsperiode hun taalaanhorigheid wijzigen om hun gemeente trekkingsrechten te laten genieten op het bijzondere financieringsfonds van de gemeenten. Die taalkundige « overlopers » kunnen hun taalaanhorigheid dan nog eens veranderen met het oog op de eerstvolgende gewestraadsverkiezingen waarvoor eentalige lijsten moeten worden voorgelegd en ze na die verkiezingen opnieuw wijzigen om in aanmerking te komen voor de uitkeringen van het financieringsfonds voor de gemeenten, en zo voort tot de volgende gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Dit is een bijzonder duistere bepaling die het mogelijk maakt om op allerlei manieren een loopje te nemen met de doorzichtigheid en de nieuwe politieke cultuur.
Art. 4
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Er zijn al voldoende garanties voor de Nederlandstalige Brusselaars inzake hun vertegenwoordiging in de Brusselse Gewestregering, in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en in de gemeentelijke, gewestelijke en pararegionale administraties van Brussel.
(Subsidiair amendement op hun amendement nr. 3)
Art. 4
Dit artikel vervangen als volgt :
In de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, wordt een artikel 22bis ingevoegd, luidende :
« Art. 22bis. § 1. De politieraden van de zones van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad moeten ten minste één lid van de Nederlandse taalgroep omvatten.
§ 2. Indien die aanwezigheid in de politieraad niet wordt bereikt, coöpteert de politieraad de nodige bijkomende leden onder de gemeenteraadsleden of de opvolgers die tot de Nederlandse taalgroep van de gemeenteraden van de betrokken zone behoren. De coöptatie geschiedt bij volstrekte meerderheid van de leden van de politieraden, bij een geheime stemming verkozen overeenkomstig artikel 12, tweede lid.
§ 3. De Nederlandse taalaanhorigheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 23bis, § 2, van de gemeentekieswet.
De verklaring van taalaanhorigheid kan worden afgelegd bij de indiening van de kandidaturen voor de gemeenteraadsverkiezingen, bij de indiening van de voordrachtlijsten voor de verkiezing van de politieraad of met het oog op de coöptatie. »
Verantwoording
Er zijn al voldoende garanties voor de Nederlandstalige Brusselaars inzake hun vertegenwoordiging in de Brusselse Gewestregering, in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en in de gemeentelijke, gewestelijke en pararegionale administraties van Brussel. Als men echter niet akkoord gaat met deze logische redenering, kan er aanvaard worden dat de bijkomende garanties voor de Nederlandstalige Brusselaars binnen de politieraden berekend worden op basis van de garanties die momenteel bestaan binnen de raden voor maatschappelijk welzijn, namelijk een vertegenwoordiging van één enkele verkozene.
Art. 5
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De politieraden zijn in april 2001 verkozen. De samenstelling ervan moet dus niet dringend, binnen twee maanden, herzien worden.
Magdeleine WILLAME-BOONEN. René THISSEN. |
Opschrift
Het opschrift wijzigen als volgt :
« Wetsvoorstel houdende diverse institutionele hervormingen betreffende de lokale instellingen van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en betreffende de gemeenten bedoeld in de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken en de gemeenten Komen-Waasten en Voeren. »
Verantwoording
Dit amendement strekt ertoe de speciale stelsels voor de gemeenten van de Brusselse Rand en de gemeenten Komen-Waasten en Voeren te wijzigen.
Art. 6 (nieuw)
Een artikel 6 (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 6. Artikel 15 van de nieuwe gemeentewet wordt aangevuld met een § 3 (nieuw), luidende :
« § 3. Paragraaf 2 is evenwel slechts van toepassing op voorwaarde dat uit de verkiezingen blijkt dat meer dan een taalgroep kan worden vertegenwoordigd in het college van burgemeester en schepenen. »
Verantwoording
In sommige van de in artikel 15, § 2, van de nieuwe gemeentewet bedoelde gemeenten heeft de zogenaamde « pacificatiewet » van 9 augustus 1988 zijn doel niet bereikt : de taalminderheden worden er niet beschermd aangezien er geen enkele schepen uit de taalminderheid verkozen is. Er is dus geen enkele objectieve reden om af te wijken van het algemene systeem uit de nieuwe gemeentewet.
Het voorgestelde systeem zorgt ervoor dat de afwijking op de rechtstreekse verkiezing van schepenen enkel wordt toegepast als dit werkelijk een bescherming biedt voor de taalminderheden.
Art. 7 (nieuw)
Een artikel 7 (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 7. Artikel 107 van de nieuwe gemeentewet wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende :
« De bepaling in de vorige paragraaf is evenwel slechts van toepassing wanneer artikel 15, § 2, wordt toegepast. »
Verantwoording
De specifieke consensusregel is bedoeld om een systematische onderdrukking van een taalgroep te voorkomen. Deze regel heeft geen zin bij een eentalig college van burgemeester en schepenen.
Bovendien vertraagt dit systeem de werking van het college : ieder lid heeft een vetorecht en kan de burgemeester verplichten systematisch elk dossier terug te sturen naar de gemeenteraad. Deze handelwijze druist in tegen een goed en snel beheer van de gemeentelijke belangen.
Dit middel om minderheden te beschermen is soms verworden tot een politiek chantage-instrument en is dus in tegenspraak met de bedoeling van de pacificatiewet.
Dit systeem zou dus enkel moeten worden toegepast als het college niet eentalig is samengesteld.
Magdeleine WILLAME-BOONEN. Michel BARBEAUX. René THISSEN. |
Art. 4
Het voorgestelde artikel 22bis, § 3, tweede lid, vervangen als volgt :
« De verklaring van taalaanhorigheid kan worden afgelegd bij de indiening van de kandidaturen voor de gemeenteraadsverkiezingen of bij de indiening van de voordrachtlijsten voor de verkiezing van de politieraad. Bovendien kan, met het oog op coöptatie, de verklaring van taalaanhorigheid worden afgelegd tot het einde van de huidige legislatuur van de gemeenteraad. »
Martine TAELMAN. Guy MOENS. Patrik VANKRUNKELSVEN. Philippe MONFILS. Jean-François ISTASSE. Marcel CHERON. Iris VAN RIET. |
Art. 2
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 2. Artikel 279 van de nieuwe gemeentewet, ingevoegd bij de wet van 16 juni 1989 en gewijzigd bij de wet van 21 maart 1991, wordt vervangen als volgt :
« Art. 279. § 1. In de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest telt de gemeenteraad ten minste vijf leden van de Nederlandse en ten minste vijf leden van de Franse taalaanhorigheid.
§ 2. Indien er niet ten minste vijf leden van de Nederlandse en ten minste vijf leden van de Franse taalaanhorigheid rechtstreeks verkozen werden in de gemeenteraad, worden de eerste niet verkozenen van de onvoldoende vertegenwoordigde taalgroep opgenomen in de gemeenteraad totdat het aantal van vijf bereikt is. Deze toegevoegde raadsleden hebben dezelfde bevoegdheden als de verkozen raadsleden.
Om te bepalen wie de eerste niet verkozen kandidaten van de onvoldoende vertegenwoordigde taalgroep zijn, wordt de bepaling van quotiënten overeenkomstig artikel 56 van de gemeentekieswet en de verdeling van de zetels binnen een kandidatenlijst overeenkomstig artikel 57 van dezelfde wet verdergezet, totdat er voldoende kandidaten van deze taalgroep zijn aangewezen.
§ 3. Indien in de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest de gemeenteraad slechts vijf leden ofwel van de Nederlandse, ofwel van de Franse taalaanhorigheid telt, wordt een lid van deze taalaanhorigheid dat ophoudt deel uit te maken van de gemeenteraad, opgevolgd door de eerste opvolger van zijn lijst met dezelfde taalaanhorigheid. Indien op de lijst waarop het raadslid verkozen werd geen kandidaten meer voorkomen van dezelfde taalaanhorigheid, wordt het raadslid opgevolgd door de eerste kandidaat die in aanmerking zou komen overeenkomstig de bepalingen van § 2, tweede lid.
§ 4. De taalaanhorigheid van de kandidaten wordt bepaald overeenkomstig artikel 23bis van de gemeentekieswet. »
(Subsidiair amendement op zijn amendement nr. 10)
Art. 2
In het laatste lid van het voorgestelde artikel 279, § 3, de woorden « volgend op die van » vervangen door de woorden « van het jaar ».
Art. 2bis (nieuw)
Een artikel 2bis invoegen, luidende :
« Art. 2bis. Artikel 280 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 16 juni 1989, wordt vervangen als volgt :
« Art. 280. § 1. In de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest wordt het aantal schepenen, zoals vastgesteld bij artikel 16, vermeerderd met een eenheid.
§ 2. In de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest worden ten minste twee schepenen van de Nederlandse en twee schepenen van de Franse taalaanhorigheid verkozen.
Indien op het ogenblik van de verkiezingen van de voorlaatste schepen, zoals geregeld in artikel 15, nog geen enkel raadslid ofwel van de Nederlandse, ofwel van de Franse taalaanhorigheid tot schepen werd verkozen, kunnen enkel de raadsleden van wie de taalaanhorigheid in het eerste geval Nederlands is of Frans in het tweede geval, zich kandidaat stellen voor dit mandaat. Indien op het ogenblik van de verkiezing van de laatste schepen, zoals geregeld in artikel 15, nog maar één raadslid ofwel van de Nederlandse, ofwel van de Franse taalaanhorigheid tot schepen werd verkozen, kunnen enkel de raadsleden van wie de taalaanhorigheid in het eerste geval Nederlands is of Frans in het tweede geval, zich kandidaat stellen voor dit laatste mandaat.
§ 3. Indien het mandaat van een schepen van een taalgroep die slechts twee eenheden telt in het schepencollege, voortijdig een einde neemt, kunnen enkel de raadsleden van dezelfde taalaanhorigheid zich kandidaat stellen voor dit mandaat. »
Art. 3
Dit artikel doen vervallen.
Art. 4
Het tweede lid van het voorgestelde artikel 22bis, § 3, vervangen door de volgende bepaling :
« In afwijking van artikel 23bis, § 2, van de gemeentekieswet kan voor de aanduiding van de politieraden in het jaar 2001 de verklaring van taalaanhorigheid afgelegd worden bij de indiening van de kandidaturen voor de gemeenteraadsverkiezingen, bij de indiening van de voordrachtlijsten voor de verkiezing van de politieraad of met het oog op de coöptatie. »
Art. 5
Het eerste lid van dit artikel doen vervallen.
Ludwig CALUWÉ. |
(Subamendement op amendement nr. 9)
Art. 4
De laatste zin van het voorgestelde artikel 22bis, § 3, tweede lid, vervangen als volgt :
« Bovendien kan, met het oog op coöptatie, de verklaring van taalaanhorigheid worden afgelegd tot de indiening van de akte van voordracht van de kandidaten voor de verkiezing van de gemeenteraad volgend op die van 2000. »
Patrik VANKRUNKELSVEN. Marcel CHERON. |