2-411/7

2-411/7

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

13 JULI 2000


Wetsontwerp tot wijziging van artikel 23, § 1, van de gemeentekieswet en artikel 11, § 1, van de provinciekieswet, inzake de naam van vrouwelijke kandidaten


TEKST AANGENOMEN IN PLENAIRE VERGADERING EN OVERGEZONDEN AAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (1)


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 23, § 1, vijfde lid, van de gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, gewijzigd door de wet van 11 april 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in de derde zin worden de woorden « mag voorafgegaan worden » vervangen door de woorden « mag voorafgegaan of gevolgd worden »;

B) het lid wordt aangevuld als volgt :

« Hetzelfde geldt voor de vrouwelijke kandidaat die gescheiden is, mits haar ex-echtgenoot zijn uitdrukkelijke toestemming geeft in een onderhandse akte waarvan de handtekening gelegaliseerd werd. »

Art. 3

In artikel 11, § 1, vierde lid, van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, gewijzigd door de wet van 11 april 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in de tweede zin worden de woorden « mag worden voorafgegaan » vervangen door de woorden « mag worden voorafgegaan of gevolgd »;

B) het lid wordt aangevuld als volgt :

« Hetzelfde geldt voor de vrouwelijke kandidaat die gescheiden is, mits haar ex-echtgenoot zijn uitdrukkelijke toestemming geeft in een onderhandse akte waarvan de handtekening gelegaliseerd werd. »

Brussel, 13 juli 2000.

De voorzitter van de Senaat,

Armand DE DECKER.

De griffier van de Senaat,

Willy HENRARD.


(1) Artikel 81 van de Grondwet