2-428/1

2-428/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

10 MEI 2000


Wetsvoorstel betreffende de cumulatie van een overlevingspensioen en een uitkering wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid

(Ingediend door de heer René Thissen)


TOELICHTING


Artikel 25 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers bepaalt dat, uitgezonderd in de gevallen bepaald door de Koning, het overlevingspensioen slechts uitbetaalbaar is indien de gerechtigde geen beroepsarbeid uitoefent en geen vergoeding geniet wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid.

Artikel 64, § 2, B, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers bepaalt de gevallen en de voorwaarden waarin de uitoefening van een beroepsbezigheid de betaling van het overlevingspensioen niet in de weg staat. Tot op heden heeft de Koning evenwel in geen enkele afwijking voorzien waarbij het is toegestaan om het overlevingspensioen te cumuleren met de uitkeringen bepaald in de Belgische wetgeving inzake sociale zekerheid en die in het voornoemd artikel 25 worden vermeld.

Artikel 30bis van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen verbiedt deze cumulatie ook : voor zelfstandigen is dus evenmin voorzien in afwijkingen bij koninklijk besluit.

Dit wetsvoorstel strekt ertoe deze leemte in de wetgeving aan te vullen. Het doel is tweeledig : een einde maken aan een onrechtvaardige toestand en de wetgeving inzake de overlevingspensioenen harmoniseren.

Het wetsvoorstel strekt er meer bepaald toe een einde te maken aan de onrechtvaardigheid dat mensen die een overlevingspensioen genieten en een wettelijk toegestane beroepsbezigheid uitoefenen, hun inkomen sterk zien dalen doordat zij arbeidsongeschikt of werkloos worden.

Dit wetsvoorstel zal ook het gebrek aan juridische samenhang verhelpen. Alle bepalingen betreffende de arbeidsovereenkomst zijn immers van toepassing op de gepensioneerden die beroepsarbeid verrichten in het raam van een dergelijke overeenkomst.

Tot op heden heeft de Koning geen gebruik gemaakt van de bevoegdheid die Hem krachtens artikel 25 van het koninklijk besluit nr. 50 en artikel 30bis van het koninklijk besluit nr. 72 werd toegekend om de cumulatie van het overlevingspensioen en de socialezekerheidsuitkeringen toe te staan. Bijgevolg blijft cumulatie verboden.

Aan de Koning wordt de bevoegdheid toegekend om de cumulatie van een overlevingspensioen en een socialezekerheidsuitkering te beperken.

TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2 van het wetsvoorstel strekt ertoe de cumulatie mogelijk te maken van een overlevingspensioen en een werkloosheidsuitkering of een ziekte- of invaliditeitsuitkering voor iemand die wettelijk toegestane beroepsarbeid verricht en onvrijwillig werkloos of arbeidsongeschikt wordt. De cumulatie mag evenwel bepaalde door de Koning vast te stellen maximumbedragen niet overschrijden.

Artikel 3 van dit wetsvoorstel strekt ertoe dezelfde vorm van cumulatie toe te staan voor personen die een overlevingspensioen genieten overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967.

René THISSEN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 25 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wordt aangevuld als volgt :

« Wanneer de langstlevende echtgenoot vóór de pensioenleeftijd een overlevingspensioen geniet en daarnaast een door de Koning toegestane beroepsbezigheid uitoefent, geniet hij in geval van onvrijwillige werkloosheid of ziekte, ofwel een werkloosheidsuitkering, ofwel een ziekte- of invaliditeitsuitkering, of nog enige daarmee gelijkgestelde uitkering die berekend is op het bedrag van de bezoldiging van de toegestane arbeid die als grondslag gediend heeft voor de inning van de sociale bijdragen.

De cumulatie van het overlevingspensioen enerzijds en de werkloosheidsuitkering of de ziekte- of invaliditeitsuitkering anderzijds mag een door de Koning bepaald maximumbedrag niet overschrijden. »

Art. 3

Artikel 30bis, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, ingevoegd bij de wet van 12 juli 1972 en vervangen bij het koninklijk besluit van 30 januari 1997, wordt aangevuld als volgt :

« Wanneer de langstlevende echtgenoot vóór de pensioenleeftijd een overlevingspensioen geniet en daarnaast een door de Koning toegestane beroepsbezigheid uitoefent, geniet hij in geval van onvrijwillige werkloosheid of ziekte, ofwel een werkloosheidsuitkering ofwel een ziekte- of invaliditeitsuitkering, of nog enige daarmee gelijkgestelde uitkering die berekend is op het bedrag van de bezoldiging van de toegestane arbeid die als grondslag gediend heeft voor de inning van de sociale bijdragen. De cumulatie van het overlevingspensioen enerzijds en de werkloosheidsuitkering of de ziekte- of invaliditeitsuitkering anderzijds mag een door de Koning bepaald maximumbedrag niet overschrijden. »

René THISSEN.