2-175/1 | 2-175/1 |
22 NOVEMBER 1999
Samenvatting
De Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (PSO) tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds, werd op 25 mei 1998 ondertekend.
De onderhandelingen over deze Overeenkomst werden door de Commissie gevoerd op grond van het door de Raad van 5 oktober 1992 verleende mandaat dat de Commissie de bevoegdheid verleent onderhandelingen te voeren over de partnerschapsovereenkomsten met de republieken van de ex-USSR. Met Turkmenistan komt het voorlaatste ex-USSR-land aan de beurt. Gezien de onevenwichtige situatie in Tadzjikistan komt dat land alsnog niet in aanmerking voor een PSO met de Unie.
De Overeenkomst die voor een eerste periode van 10 jaar wordt aangegaan, komt in de plaats van de overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking die op 18 december 1989 tussen de Europese Gemeenschappen en de USSR gesloten werd (en op 1.4.1990 in werking trad). Conform de regels betreffende de staatsopvolging, bleef deze overeenkomst van kracht tot op het tijdstip dat door de opvolgerstaten van de voormalige Sovjet-Unie nieuwe bilaterale overeenkomsten werden gesloten.
De toekomstige samenwerking met Turkmenistan als vastgelegd in de Overeenkomst bestrijkt velerlei gebieden, gaande van de politieke, economische en commerciële betrekkingen tot en met samenwerking op sociaal, financieel, wetenschappelijk, technologisch en cultureel gebied. Het is een gemengde Overeenkomst, aangezien ze zowel betrekking heeft op exclusief communautaire bevoegdheden als op gebieden die onder de nationale bevoegdheid van de Lidstaten vallen.
Uit politiek oogpunt, maakt het ontwikkelen van nieuwe vormen van samenwerking en partnerschap met Turkmenistan deel uit van een strategie die ten doel heeft een grotere stabiliteit en veiligheid in Centraal-Azië en op het Europese continent te bewerkstelligen.
Met het oog op een zo snel mogelijke tenuitvoerlegging van de (tot de exclusief communautaire bevoegdheden behorende) commerciële bepalingen van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst, wordt tussen de Europese Gemeenschappen en Turkmenistan onderhandeld over een Interimovereenkomst.
Ontwikkeling van de bilaterale betrekkingen
tussen de Europese Unie en
de Republiek Turkmenistan
Wat de totstandbrenging betreft van bij Overeenkomst vastgelegde internationale betrekkingen met de nieuwe onafhankelijke Staten die ontstaan zijn uit de voormalige Sovjet-Unie (met uitzondering van de 3 Baltische Staten), heeft de Europese Unie een originele formule bedacht in de vorm van partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten (PSO).
Deze overeenkomsten zijn ruimer opgevat dan de samenwerkingsovereenkomst die destijds met de USSR werd gesloten (december 1989). Toch houden ze niet dezelfde vooruitzichten in als de met de landen van Midden- en Oost-Europa gesloten Europese associatieverdragen (LMOE).
De PSO die het midden houden tussen de voornoemde overeenkomsten, werden om tweeërlei redenen in het leven geroepen. Enerzijds, werd er van uitgegaan dat de zogenaamde samenwerkingsovereenkomsten « van de eerste generatie » grotendeels ontoereikend zijn, rekening houdend met het groot aantal hervormingen dat in de nieuwe onafhankelijke staten die uit de voormalige Sovjet-Unie zijn ontstaan, moet worden doorgevoerd. Anderzijds, staat de politieke en economische ontwikkeling van deze landen nog niet ver genoeg om in aanmerking te komen voor het sluiten van Europese associatieovereenkomsten. Een van de belangrijkste kenmerken van deze overeenkomsten is dat ze in de mogelijkheid voorzien het partnerland na verloop van tijd tot de Europese Unie te laten toetreden.
De algemene onderhandelingsrichtlijnen van de met Turkmenistan gesloten PSO zijn die welke door de Raad Algemene Zaken van 5.10.1992 ten behoeve van alle uit de voormalige Sovjet-Unie ontstane Staten aangenomen. In het geval van Turkmenistan dienden de richtlijnen niet te worden aangevuld of gewijzigd.
De onderhandelingen werden in één enkele ronde afgesloten. De tekst van de Overeenkomst bestaat uit 101 artikelen, waarvan de draagwijdte in 5 bijlagen en 1 protocol wordt toegelicht.
In de preambule van de Overeenkomst leggen de Partijen vooreerst de nadruk op de tussen hen bestaande banden en op de gemeenschappelijke waarden. De Partijen drukken de wens uit deze banden te verstevigen door middel van een partnerschap en samenwerking die verder gaan dan de betrekkingen die door de overeenkomst inzake economische en commerciële samenwerking door de Europese Gemeenschappen en de USSR op 18 december 1989 werden tot stand gebracht.
De preambule besteedt uitgebreid aandacht aan twee doelstellingen, die als het ware de grondslag vormen van het partnerschap, met name : het steunen van de inspanningen die Turkmenistan doet met het oog op het instellen van een democratie, het tot een goed einde brengen van de overgang van een geleide economie naar een markteconomie en het zich geleidelijk integreren in het internationale systeem, enerzijds, en het ontwikkelen van het handelsverkeer en van de investeringen -met name in de energiesector- tussen de Partijen ten einde de economische herstructurering en de technologische modernisering in Turkmenistan te bevorderen, anderzijds.
Te dien einde dient een gunstig klimaat te worden geschapen. Er wordt een geregelde politieke dialoog op gang gebracht en de Partijen verbinden zich de economische en politieke vrijheden te verstevigen, de internationale vrede en veiligheid te bevorderen en een vreedzame regeling van geschillen overeenkomstig de beginselen van de Verenigde Naties en de OVSE, na te streven.
De preambule wijst ook op het allesoverheersende belang van de instelling van een rechtsstaat waar de mensenrechten worden geëerbiedigd, ook die van minderheden, en van de totstandbrenging van een meerpartijenstel en vrije en democratische verkiezingen. Met het oog op de stabiliteit in de regio wordt ook gestreefd naar een verbetering van de regionale samenwerking in Centraal-Azië. De ontwikkeling van een samenwerking met de andere Staten die ontstaan zijn uit de voormalige Sovjet-Unie, wordt beschouwd als een garantie voor stabiliteit en welvaart. Het is in die geest dat de PSO ten doel heeft de onafhankelijkheid van Turkmenistan te steunen en haar soevereiniteit in stand te houden.
De preventie van en de controle op illegale immigratie vormt één van de hoofddoelstellingen.
De eerbiediging van de democratische beginselen, de fundamentele en de mensenrechten en de beginselen van de markteconomie wordt beschouwd als een wezenlijk onderdeel van het partnerschap en de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (art. 2).
Deze bepaling moet worden gelezen in samenhang met artikel 94 dat stelt dat een Partij, die van mening is dat de andere Partij haar uit de PSO voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen, « passende maatregelen » kan treffen. Zonder dat dit uitdrukkelijk in artikel 94 wordt vermeld, mag logischerwijze worden aangenomen dat bedoelde passende maatregelen tot een opschorting van de Overeenkomst kunnen leiden, voor zover dat nodig mocht blijken (mensenrechtenclausule).
Behalve in bijzonder dringende gevallen, is de Partij die « passende maatregelen » overweegt, verplicht de Samenwerkingsraad alle nuttige en noodzakelijke gegevens te verstrekken, aan de hand waarvan de situatie grondig kan worden onderzocht en een voor de Partijen aanvaardbare oplossing kan worden gevonden.
De reikwijdte van artikel 94 wordt trouwens nader toegelicht in een gemeenschappelijke verklaring waarin de Partijen overeenkomen dat onder de woorden « bijzonder dringende gevallen » moet worden verstaan, de gevallen van wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst, zijnde de afwijzing van de PSO, die niet in overeenstemming is met de algemene regels van het volkenrecht dan wel schending van de essentiële elementen van de Overeenkomst als vermeld in artikel 2.
Artikel 3 herinnert in algemene bewoordingen aan de door de Partijen aangegane verbintenis de samenwerking en het goede nabuurschap tussen de nieuwe onafhankelijke Staten die ontstaan zijn uit de voormalige Sovjet-Unie, te ontwikkelen en te bevorderen.
De PSO brengt op meerdere niveaus een geregelde politieke dialoog op gang tussen de EU en Turkmenistan. Er wordt in het kader van de bij artikel 77 opgerichte Samenwerkingsraad een jaarlijkse ontmoeting op ministerieel niveau in het vooruitzicht gesteld. Daarnaast zullen er op geregelde tijdstippen vergaderingen van hoge ambtenaren plaatsvinden.
Indien de Partijen menen dat de omstandigheden ontmoetingen op het hoogste niveau (Turkmeense President, Voorzitter van de Commissie, Voorzitter van de Raad van de EU) nodig maken, dan kunnen deze op ad hoc basis worden georganiseerd (gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5).
De politieke dialoog heeft ten doel de banden tussen Turkmenistan en de gemeenschap van democratische naties nauwer aan te halen alsmede de standpunten ten aanzien van internationale vraagstukken van wederzijds belang beter op elkaar af te stemmen. Met het oog op een bijdrage aan de versterking van de stabiliteit en veiligheid, kan deze dialoog op regionaal vlak plaatsvinden, ten einde regionale conflicten en spanningen op te lossen.
De titel betreffende het goederenverkeer voorziet in de wederzijdse toegang tot de markt op basis van het meestbegunstigingsbeginsel (art. 7).
Deze titel wordt in ruime mate toegepast op alle gebieden die verband houden met het goederenverkeer en omvat de regelgeving ter zake van belastingen en douane, de wijzen van betaling en transfer alsmede de wetgeving inzake het handelsverkeer.
Er is een overgangsperiode vastgelegd die uiterlijk op 31 december 1998 verstrijkt en tijdens welke Turkmenistan nog een gunstiger behandeling kan toekennen aan de andere Staten die ontstaan zijn uit de voormalige Sovjet-Unie. De in dit verband toegekende voordelen worden opgesomd in bijlage I.
De vrije doorvoer van goederen is een essentiële voorwaarde om de doelstellingen van de Overeenkomst te bereiken (art. 8). Te dien einde wordt onder meer voorzien in de vrijstelling van invoerrechten en -heffingen voor tijdelijk ingevoerde goederen (art. 9). Artikel 10 schrapt de kwantitatieve invoerbeperkingen tussen de Partijen.
Artikel 12 voorziet in een vrijwaringsclausule voor de gevallen waarin de invoer van een bepaald product op het grondgebied van één der Partijen in die mate en onder zulke voorwaarden toeneemt dat ze schade kunnen toebrengen aan de eigen producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten.
In dat geval wordt de Samenwerkingsraad hiervan in kennis gesteld.
Het bepaalde in artikel 12 doet geen afbreuk aan het recht van elke Partij antidumping- of compenserende maatregelen te nemen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de GATT (art. 12, lid 6).
Artikel 13 voorziet in een mogelijke aanpassing van de bepalingen die van toepassing zijn op het goederenverkeer in de PSO in geval van toetreding van Turkmenistan tot de WHO. In afwachting van de toetreding van Turkmenistan tot de WHO zullen de Partijen binnen het bij de PSO opgerichte Samenwerkingscomité overleg voeren over hun respectieve beleid inzake invoertarieven, bijzonder in geval van verhoging van de tariefbescherming (gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 13).
Artikel 14 bevat een vrijwaringsclausule van algemene aard (de mogelijkheid om invoerbeperkingen vast te leggen ten behoeve van de openbare orde, de bescherming van de gezondheid, ...).
De handel in textielproducten wordt geregeld bij een afzonderlijke overeenkomst geparafeerd op 30 december 1995, die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996 (art. 15). Titel III geldt wel voor handel in kolen- en staal, met uitzondering van artikel 10 (kwantitatieve beperkingen) Voor deze materie wordt overigens een contactgroep opgericht (art. 16).
Artikel 17 bepaalt dat de handel in kernmaterialen zal worden geregeld overeenkomstig het Euratom-verdrag. Een bijzondere overeenkomst is mogelijk.
De PSO voorziet niet in het vrije verkeer van werknemers. De beslissing toegang te verlenen tot de arbeidsmarkt van de Europese Unie behoort nog steeds tot de bevoegdheid van elke Lidstaat. Toch bepaalt de Overeenkomst dat elke Partij ernaar zal streven werknemers van de andere Partij die op haar grondgebied wettig zijn tewerkgesteld niet te discrimineren, wat werkomstandigheden, beloning en ontslag betreft (art. 18).
Volgens artikel 19 zal de Samenwerkingsraad nagaan welke verbeteringen kunnen worden aangebracht aan de werkomstandigheden voor zakenlieden, met name wat de afgifte van visums betreft, door toepassing van het slotdocument van de CVSE-Conferentie van Bonn.
De PSO hecht bijzonder veel belang aan het bevorderen van investeringen. In dit verband kennen de Europese Unie en haar Lidstaten, wat de vestiging van Turkmeense vennootschappen op hun grondgebied betreft, de meestbegunstigingsbehandeling toe.
Wat de uitoefening van activiteiten betreft, wordt aan de dochtermaatschappijen van Turkmeense vennootschappen op het grondgebied van de Europese Unie de nationale behandeling toegekend van de Lidstaat waar ze gevestigd zijn, onverminderd de voorbehouden van de Gemeenschap als opgesomd in bijlage II. De filialen genieten de meestbegunstigingsbehandeling.
Onverminderd de voorbehouden en de voorwaarden als bepaald in bijlage III verbindt Turkmenistan zich harerzijds de vennootschappen van de Gemeenschap, hun dochtermaatschappijen en filialen, wat de vestiging en exploitatie van deze vennootschappen betreft, de meest voordelige behandeling toe te kennen (tussen de nationale behandeling en de behandeling voor vennootschappen uit derde landen in).
Artikel 22 bepaalt dat het vervoer door de lucht, over binnenwateren en over zee van het toepassingsgebied van artikel 21 is uitgesloten. Voor scheepvaart zijn bijzondere bepalingen opgenomen.
Overeenkomstig artikelen 24 en 25 is het toegestaan een aantal maatregelen ter bescherming te nemen met het oog op het waarborgen van de bescherming van investeerders, depositogevers, verzekeringnemers dan wel ter vrijwaring van de integriteit en de stabiliteit van het financiële systeem. Ook maatregelen ter vermijding van ontduiking van maatregelen in verband met de toegang van derde landen tot de markten van één van de partijen blijven mogelijk.
Bijlage IV omschrijft het begrip 'financiële diensten' als bedoeld in artikel 24, lid 3.
Artikel 26 regelt de verblijfsvoorwaarden bij indienstneming, door de dochtermaatschappijen en de filialen van de vennootschappen van de Partijen, van tijdelijk overgeplaatste werknemers die onderdaan zijn van het land van herkomst van het moederbedrijf. De machtiging tot indienstneming van werknemers is beperkt tot het binnen de onderneming overgeplaatste « sleutelpersoneel », met name hoge kaderleden en hooggeschoolde werknemers, en tot de duur van de tewerkstelling.
Artikel 27 verleent Turkmenistan de toelating om op haar grondgebied een wetgeving in het leven te roepen die de voorwaarden voor de vestiging en de activiteiten van filialen of dochtermaatschappijen uit de Europese Unie restrictiever kan maken dan het bepaalde in de PSO. Alvorens deze wetgeving kan worden aangenomen, moet hierover overleg worden gepleegd met de Gemeenschap. Wanneer een restrictievere Turkmeense wetgeving wordt aangenomen, kan deze gedurende 3 jaar na de inwerkingtreding van de betrefffende wetgeving evenwel niet worden toegepast op de communautaire dochtermaatschappijen en filialen die op de datum van inwerkingtreding van de betreffende wetgeving reeds in Turkmenistan gevestigd waren.
De artikelen 29 tot en met 31 scheppen het kader voor een geleidelijke liberalisering van de grensoverschrijdende verlening van diensten tussen de Partijen. Er is voorzien in een afzonderlijke regeling met betrekking tot het maritiem vervoer, ten aanzien waarvan de Partijen zich ertoe verbinden het beginsel van onbeperkte toegang op commerciële basis toe te passen tot de internationale maritieme markt en tot het internationaal maritiem vervoer (art. 30).
Later kan tussen de Partijen nog worden onderhandeld over bijzondere overeenkomsten inzake de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten en het verlenen van diensten met betrekking tot het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren en eventueel het luchtvervoer (art. 31).
Artikel 35 verwijst uitdrukkelijk naar de in het kader van de GATS (General Agreement on Trade in Services) verleende behandeling en voordelen.
De artikelen 33 en 38 omschrijven de algemene beginselen betreffende het verblijf van onderdanen van een der Partijen op het grondgebied van de andere Partij, in samenhang met de door hen uitgeoefende economische en commerciële activiteiten.
De bepalingen betreffende het vrije betalingsverkeer hebben tot doel te waarborgen dat het door de PSO gereglementeerde goederen- en dienstenverkeer niet door deviezenbeperkingen wordt belemmerd. Te dien einde werd overeengekomen dat alle betalingen die betrekking hebben op het verkeer van goederen, diensten of personen in vrij omwisselbare munt worden verricht.
Het staat Turkmenistan vrij, in uitzonderlijke omstandigheden, overeenkomstig haar status binnen het IMF, en in afwachting van een volledige convertibiliteit van haar munteenheid, deviezenbeperkingen in te voeren voor het verlenen of het opnemen van financieel krediet op korte en middellange termijn.
Ook mag een Partij voor een periode van maximum 6 maand, deviezenbeperkingen invoeren wanneer het vrije kapitaalverkeer de toepassing van haar eigen monetair beleid aanzienlijk bemoeilijkt of dreigt te bemoeilijken.
Turkmenistan verbindt zich binnen een tijdvak van 5 jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de PSO, haar wetgeving ter zake van de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten af te stemmen op die van de Europese Unie. Daarenboven verbindt Turkmenistan zich, na het verstrijken van voornoemd tijdvak van 5 jaar, toe te treden tot de in punt I van Bijlage V opgesomde internationale overeenkomsten inzake deze aangelegenheden.
Het aanpassen van de wetgeving van Turkmenistan en die van de Europese Unie, zal in belangrijke mate bijdragen tot de versteviging van de economische banden. Turkmenistan zal al het nodige doen om ervoor te zorgen dat haar wetgeving geleidelijk in overeenstemming wordt gebracht met die van de Unie.
De hiertoe noodzakelijke inspanningen behelzen voornamelijk douanewetgeving, vennootschapsrecht, bankrecht, vennootschapsboekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, bescherming van werknemers, financiële diensten, mededingingsregels, overheidsopdrachten, bescherming van de gezondheid en het leven van personen, dieren en planten, milieu, consumentenbescherming, indirecte belastingen, technische voorschriften en normen, wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften inzake kernenergie, vervoer en telecommunicatie.
Er is te dien einde voorzien in een door de Gemeenschap te verstrekken technische bijstand (uitwisseling van deskundigen, ...) en bijzondere aandacht zal worden besteed aan coördineren van de voorschriften inzake mededinging.
De PSO legt de nadruk op het belang van de totstandbrenging en de versteviging van de economische samenwerking tussen de Europese Unie en Turkmenistan, die erop gericht is het economische hervormings- en herstelproces alsmede de duurzame ontwikkeling in Turkmenistan te bevorderen.
Artikel 42 geeft een opsomming van velerlei gebieden waarop samenwerking mogelijk is.
Met het oog op de voorbereiding van de toetreding van Turkmenistan tot de WHO, wordt een samenwerking op het gebied van de handel in goederen en diensten tot stand gebracht, ten einde ervoor te zorgen dat de handel van Turkmenistan plaatsvindt overeenkomstig de internationale regels (art. 44).
De industriële samenwerking heeft ten doel de commerciële banden tussen de Partijen aan te halen, de Europese Unie in de mogelijkheid te stellen deel te nemen aan de technische herstructurering van de Turkmeense industrie, de modernisering van het management, de uitwerking van handelspraktijken die aan de marktomstandigheden zijn aangepast, de uitbouw van de productie- en verwerkingscapaciteit van grondstoffen, milieubescherming, de omschakeling van de defensie-industrie en de opleiding van kaderleden. Deze samenwerking laat de mededingingsvoorschriften van de Gemeenschap onverlet (art. 44).
De Lidstaten en Turkmenistan kunnen overeenkomsten sluiten ter bevordering en bescherming van de investeringen alsmede ter voorkoming van dubbele belasting. Ook voorziet artikel 45 in de uitwisseling van informatie met betrekking tot de respectieve investeringsmogelijkheden.
De Partijen verbinden zich samen te werken, ter bevordering van de vrije mededinging bij de gunning van overheidsopdrachten voor het leveren van goederen en diensten (art. 46).
Een van de gebieden van samenwerking heeft ten doel Turkmenistan toe te laten nader aan te sluiten bij de internationale richtlijnen en criteria betreffende de beoordeling van kwaliteitsnormen en de wederzijdse erkenning op het gebied van conformiteitsbeoordeling te vergemakkelijken (art. 47).
Er wordt gestreefd naar uitbreiding van investeringen en handel evenals samenwerking in de mijnbouw- en grondstoffensector (art. 48). Er is ook samenwerking voorzien inzake wetenschappen en technologie (art. 49) en op het gebied van onderwijs en opleiding (art.50), landbouw en de agro-industriële sector Turkmenistan kampt op dit ogenblik nog met grote voedseltekorten (art. 51).
Artikel 52 voorziet in samenwerking op het gebied van energie belangrijk gezien de grote gasreserves van Turkmenistan. Daarbij worden de beginselen van het Energiehandvest in acht genomen. Er zal ook informatie worden uitgewisseld inzake investeringsprojecten.
De Partijen verbinden zich tot samenwerking inzake het milieu, met inachtneming van het Europees Energiehandvest en de Verklaring van de Conferentie van Luzern van 1993 en van Sofia van 1995 (art. 53).
Andere gebieden van samenwerking die worden genoemd zijn vervoer (art. 54), post en telecommunicatie (art. 55), financiële dienstverlening en fiscale instanties (art. 56), herstructurering en privatisering van ondernemingen (art. 57) regionale ontwikkeling (art. 58), de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers (art. 59), toerisme (art. 60), kleine en middelgrote ondernemingen (art. 61), informatie en communicatie (art. 62), consumentenbescherming (art. 63).
Op het gebied van douanezaken voorziet artikel 64 in een nauwe samenwerking die het douanestelsel van Turkmenistan nader afstemt op dat van de Gemeenschap. De wederzijdse bijstand tussen de bestuursoverheden van de Partijen wordt geregeld in een protocol bij de PSO.
Naast statistische samenwerking (art. 65) zal de Gemeenschap technische bijstand verstrekken om de coördinatie van het economisch beleid van de Partijen te vergemakkelijken (art. 66).
De Partijen verbinden zich samen te werken op alle gebieden betreffende de instelling en versterking van democratische instellingen (versterking van de rechtsstaat, bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden overeenkomstig de beginselen van internationaal recht en van de OVSE). De Gemeenschap verleent onder meer bijstand op het gebied van het opstellen van wetgeving, het functioneren van het gerecht en het kiesstelsel.
Er wordt nauw samengewerkt op het gebied van de preventie van illegale activiteiten (corruptie, namaak, het vervoer van industrie-afval, illegale wapenhandel (art. 68). De Partijen komen ook overeen samen te werken ten einde te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder (art. 69). In de strijd tegen de illegale productie, levering van en handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, wordt intensief onderling overleg gepleegd en een nauwe coördinatie tot stand gebracht (art. 70).
Artikel 71 heeft meer bepaald betrekking op de bestrijding van illegale immigratie. Het bepaalt dat een Partij haar onderdanen die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van de andere Partij, zich ertoe verbindt hen op verzoek van deze Partij en zonder verdere formaliteiten, opnieuw op te nemen. Tussen de Lidstaten van de Gemeenschap en Turkmenistan zullen bilaterale overeenkomsten kunnen worden gesloten met het oog op de regeling van specifieke verplichtingen inzake wederopname inclusief deze van onderdanen van andere landen of statenloze personen die langs het grondgebied van één der Partijen transiteerden.
De Partijen gaan de verbintenis aan de culturele samenwerking te bevorderen en verwijzen in dit verband naar de samenwerkingsprogramma's van de Europese Unie en van de lidstaten.
Om de doelstellingen van de Overeenkomst ten uitvoer te kunnen brengen, wordt aan Turkmenistan tijdelijk financiële steun verstrekt in de vorm van schenkingen zoals vastgelegd in de TACIS-programma's.
Om zeker te stellen dat de beschikbare middelen optimaal worden aangewend, zien de Partijen erop toe dat er een nauwe samenwerking is met alle instanties die aan de hervormingsprogramma's in Turkmenistan bijdragen (EBWO, Wereldbank).
- institutionele aspecten (art. 77-101)
De titel gewijd aan de institutionele bepalingen voorziet in de oprichting van een Samenwerkingsraad, die ten minste één maal per jaar op ministerieel niveau bijeenkomt. De Samenwerkingsraad heeft als taak toe te zien op de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst en kan eveneens aanbevelingen formuleren met betrekking tot de samenwerking.
Bij het uitvoeren van zijn opdracht, wordt de Samenwerkingsraad bijgestaan door een Samenwerkingscomité samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lidstaten en de Europese Commissie, enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de Turkmeense regering, anderzijds. Dit gebeurt meestal op het niveau van de hogere ambtenaren. De Samenwerkingsraad kan zijn bevoegdheden geheel of ten dele aan het Samenwerkingscomité delegeren. Hij mag zelf speciale comités of organen oprichten om hem bij het vervullen van zijn taak bij te staan (art. 79-80).
Er wordt eveneens een Parlementair Samenwerkingscomité opgericht, bestaande uit leden van het Europees Parlement en van het Turkmeense Parlement. Dit Comité, dat met zelf bepaalde tussenpozen bijeenkomt, wordt in kennis gesteld van de aanbevelingen van en de besprekingen binnen de Samenwerkingsraad aan wie het zelf ook aanbevelingen kan doen (art. 82-84).
Het voorzitterschap van de bijeenkomsten van deze organen wordt bij toerbeurt waargenomen door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van Turkmenistan.
- mechanismen voor de regeling van geschillen (art. 85-90)
Beide partijen engageren zich om de toegang tot rechtspraak te garanderen voor onderdanen van de tegenpartij.
Er is voorzien in een speciaal mechanisme (art. 88) ter regeling van geschillen die verband houden met de toepassing of de uitlegging van de Overeenkomst : de Samenwerkingsraad zal al het mogelijke doen om het geschil bij aanbeveling te beslechten. Indien het geschil niet kan worden geregeld, wijzen de Partijen bemiddelaars aan. Deze kunnen met meerderheid van stemmen aanbevelingen nemen die niet bindend zijn voor de Partijen.
- duur van de overeenkomst (art. 93)
De Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van tien jaar. Ze wordt automatisch telkens met een jaar verlengd tenzij ze door één van de Partijen ten minste zes maanden vóór het verstrijken van de Overeenkomst schriftelijk wordt opgezegd.
- inwerkingtreding - interimovereenkomst (art. 95-102)
De PSO bestrijkt ook aangelegenheden die niet exclusief tot de bevoegdheid van de Europese Unie behoren. In dat geval moet ze niet alleen de goedkeuring hebben van het Europees Parlement maar eveneens door de nationale parlementen (of andere bevoegde instanties) van de Lidstaten en het Turkmeense Parlement worden bekrachtigd.
De PSO treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de Partijen elkaar ervan in kennis stellen dat aan hun respectieve goedkeuringsprocedures is voldaan. Zodra de Overeenkomst in werking treedt, komt ze in de plaats van de overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking die op 18 december 1989 te Brussel tussen de Gemeenschap en de USSR werd gesloten.
Opdat de commerciële bepalingen (exclusief communautaire bevoegdheid) van de PSO onverwijld in werking zouden kunnen treden, wordt door de Commissie onderhandeld over een Interimovereenkomst. Deze Interimovereenkomst die niet moet worden bekrachtigd door de Lidstaten zal van toepassing zijn tot op het tijdstip van inwerkingtreding van de PSO.
De vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
Louis MICHEL.
Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
ONZE GROET.
Op de voordracht van Onze vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken,
Onze vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken is gelast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Senaat in te dienen :
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
De Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds, de Bijlagen I, II, III, IV en V, het Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, en de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 mei 1998, zullen volkomen gevolg hebben.
Gegeven te Brussel, 29 oktober 1999.
Van Koningswege :
De vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken,
Louis MICHEL.
tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE FRANSE REPUBLIEK,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna « lidstaten » te noemen, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,
hierna « de Gemeenschap » te noemen,
enerzijds,
EN TURKMENISTAN,
anderzijds,
GELET op de banden tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en Turkmenistan, en hun gemeenschappelijke waarden,
ERKENNENDE dat de Gemeenschap en Turkmenistan deze banden wensen te verstevigen en partnerschap en samenwerking tot stand willen brengen om te komen tot versterking en verbreding van de betrekkingen die in het verleden zijn aangeknoopt, inzonderheid bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking,
GELET OP de verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van Turkmenistan tot versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van het partnerschap vormen,
ERKENNENDE in die context dat de ondersteuning van de onafhankelijkheid, de soevereiniteit en de territoriale onschendbaarheid van Turkmenistan zal bijdragen aan het waarborgen van vrede en stabiliteit in Centraal Azië,
VASTSTELLENDE dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de status van permanente neutraliteit van Turkmenistan erkent en steunt,
GELET OP de verbintenis van de partijen tot bevordering van internationale vrede en veiligheid en de vreedzame oplossing van geschillen, alsmede tot samenwerking op dit gebied in het kader van de Verenigde Naties en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE),
GELET OP de vaste verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van Turkmenistan tot volledige uitvoering van alle beginselen en bepalingen die zijn vervat in de Slotakte van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), de Slotdocumenten van de vervolgvergaderingen van Madrid en Wenen, het Document van de CVSE-Conferentie van Bonn betreffende economische samenwerking, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het CVSE-Document van Helsinki 1992, « Uitdagingen van het Veranderingsproces », en andere fundamentele documenten van de OVSE,
OVERTUIGD van het allesoverheersende belang van de beginselen van de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, inzonderheid de rechten van personen die tot minderheden behoren, de totstandbrenging van een meerpartijenstelsel met vrije en democratische verkiezingen, en economische liberalisering om een markteconomie tot stand te brengen,
VAN OORDEEL ZIJNDE dat de volledige uitvoering van deze Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst zowel zal afhangen van, als zal bijdragen tot de voortzetting en verwezenlijking van hervormingen in Turkmenistan op politiek, economisch en juridisch vlak, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking, met name op grond van de conclusies van de CVSE-Conferentie van Bonn,
VERLANGENDE het proces van regionale samenwerking op de door deze Overeenkomst bestreken gebieden met de buurlanden te stimuleren om welvaart en stabiliteit in deze regio te bevorderen,
VERLANGENDE regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen en te bevorderen,
ERKENNENDE EN ONDERSTEUNENDE de wens van Turkmenistan om nauwe samenwerking met de Europese instellingen tot stand te brengen,
GELET OP de noodzaak investeringen in Turkmenistan te bevorderen, onder andere in de energiesector, en in deze context op het belang dat de Gemeenschap en haar lidstaten hechten aan eerlijke voorwaarden voor toegang tot en vrije doorvoer van energieproducten; bevestigende de gehechtheid van de Gemeenschap en haar lidstaten en van Turkmenistan aan het Europees Energiehandvest, en aan de volledige tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieu-aspecten,
REKENING HOUDENDE met het feit dat de Gemeenschap bereid is zorg te dragen voor passende economische samenwerking en technische bijstand,
REKENING HOUDENDE met het nut van de Overeenkomst voor het bevorderen van geleidelijke toenadering tussen Turkmenistan en een uitgestrekter gebied van samenwerking in Europa en naburige regio's, en haar geleidelijke integratie in het open internationaal systeem,
GELET op de verbintenis van de partijen tot liberalisering van de handel op grond van de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO),
ZICH ERVAN BEWUST ZIJNDE dat het noodzakelijk is om verbetering te brengen in de voorwaarden voor bedrijfsleven en investeringen, en de voorwaarden inzake vestiging van vennootschappen, arbeid, dienstverlening en kapitaalverkeer,
ERVAN OVERTUIGD ZIJNDE dat deze Overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor de economische betrekkingen tussen de partijen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, die onontbeerlijk zijn voor economische herstructurering en technologische modernisering,
VERLANGENDE nauwe samenwerking op het gebied van milieubescherming tot stand te brengen, gezien de onderlinge afhankelijkheid van de partijen op dit terrein,
ERKENNENDE dat samenwerking ten behoeve van de preventie van en de controle op illegale immigratie, de internationale georganiseerde misdaad en de drugshandel een van de hoofddoelstellingen van deze overeenkomst vormt,
VERLANGENDE culturele samenwerking tot stand te brengen en de doorstroming van informatie te verbeteren,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN :
ARTIKEL 1
Er wordt een partnerschap tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds. Dit partnerschap heeft ten doel :
de onafhankelijkheid en soevereiniteit van Turkmenistan te ondersteunen;
de inspanningen van Turkmenistan om haar democratie te consolideren, haar economie te ontwikkelen en de overgang naar een markteconomie te voltooien, te ondersteunen;
steun te verlenen bij het opzetten van een democratische maatschappij in Turkmenistan die gebaseerd is op de beginselen van de rechtsstaat;
een passend kader voor de politieke dialoog tussen de partijen tot stand te brengen met het oog op de bevordering van politieke betrekkingen;
handel en investeringen, met name in de energiesector, en harmonische economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en aldus hun duurzame economische ontwikkeling te stimuleren;
de grondslag te leggen voor samenwerking op het gebied van wetgeving en voor economische, sociale, financiële, wetenschappelijke, industriële, technologische en culturele samenwerking.
TITEL I
Algemene beginselen
ARTIKEL 2
Eerbiediging van de democratische beginselen, de fundamentele rechten en de mensenrechten, inzonderheid als vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, en de beginselen van de markteconomie, waaronder de beginselen die zijn opgenomen in de documenten van de CVSE-Conferentie van Bonn, vormen de grondslag van het interne en externe beleid van de partijen en zijn een essentieel onderdeel van deze Overeenkomst.
ARTIKEL 3
De partijen zijn van oordeel dat het voor hun toekomstige welvaart en stabiliteit noodzakelijk is dat de nieuwe onafhankelijke staten die als gevolg van de ontbinding van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken zijn ontstaan (hierna « Onafhankelijke Staten » te noemen), de onderlinge samenwerking in stand houden en ontwikkelen overeenkomstig de beginselen van de Slotakte van Helsinki en het volkenrecht en in een geest van goed nabuurschap, en alles in het werk stellen om dit proces te stimuleren.
TITEL II
Politieke dialoog
ARTIKEL 4
Tussen de partijen wordt een regelmatige politieke dialoog tot stand gebracht die zij voornemens zijn te ontwikkelen en te intensiveren. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeenschap en Turkmenistan nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en economische veranderingen die in Turkmenistan aan de gang zijn en draagt bij tot de totstandkoming van nieuwe vormen van samenwerking. De politieke dialoog strekt ertoe :
de banden van Turkmenistan met de Gemeenschap en haar lidstaten, en aldus met de gemeenschap van democratische naties als geheel, te versterken; de economische convergentie die door middel van deze Overeenkomst wordt bewerkstelligd, zal leiden tot hechtere politieke betrekkingen;
de standpunten over internationale vraagstukken van wederzijds belang nader tot elkaar te brengen en aldus meer veiligheid en stabiliteit in de regio te bewerkstelligen;
ervoor te zorgen dat de partijen streven naar samenwerking bij aangelegenheden op het gebied van de naleving van de democratische beginselen, en de eerbiediging, bescherming en bevordering van de mensenrechten, waaronder die van personen die tot minderheden behoren, waarbij zo nodig over relevante kwesties overleg wordt gepleegd.
Deze dialoog kan op regionale basis plaatsvinden.
ARTIKEL 5
Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de krachtens artikel 77 opgerichte Samenwerkingsraad en bij andere gelegenheden in onderlinge overeenstemming.
ARTIKEL 6
De partijen voorzien in andere procedures en regelingen voor politieke dialoog, met name in de volgende vormen :
regelmatige vergaderingen tussen vertegenwoordigers van de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en vertegenwoordigers van Turkmenistan, anderzijds, op het niveau van hoge ambtenaren;
het optimaal gebruik maken van diplomatieke kanalen tussen de partijen, met inbegrip van passende contacten op bilateraal en multilateraal vlak, onder meer bij de Verenigde Naties, vergaderingen van de OVSE en elders;
alle andere middelen, waaronder vergaderingen van deskundigen, die bijdragen tot het consolideren en ontwikkelen van deze dialoog.
TITEL III
Handel in goederen
ARTIKEL 7
1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegunstigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met :
de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen;
de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de doorvoer, de opslag in entrepôt en de overslag van goederen;
de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn;
de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen;
de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goederen op de binnenlandse markt.
2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op :
a) voordelen die met het oog op de oprichting van een douane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend;
b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de regels van de WTO en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden;
c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend ten einde het grensverkeer te vereenvoudigen.
3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangsperiode die eindigt op 31 december 1998 niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door Turkmenistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn onstaan.
ARTIKEL 8
1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst.
Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij.
2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT 1994 vastgestelde regels zijn tussen de partijen van toepassing.
3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.
ARTIKEL 9
Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeenkomstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van invoerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de betrokken partij zijn aanvaard.
ARTIKEL 10
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit Turkmenistan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze Overeenkomst, worden bij de invoer in Turkmenistan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
ARTIKEL 11
Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld.
ARTIKEL 12
1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder voorwaarden die ernstige schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of Turkmenistan, passende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna volgende procedures en voorwaarden.
2. Voor zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maatregelen hebben genomen, verstrekken de Gemeenschap of Turkmenistan, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informatie ten einde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als bedoeld in titel XI te zoeken.
3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad werd verwezen een akkoord bereiken over maatregelen om het probleem op te lossen, kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken producten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen of kan zij andere passende maatregelen nemen.
4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voor het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan.
5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maatregelen geven de partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan.
6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen anti-dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeenkomstig artikel VI van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen of daarmee verband houdende interne wetgeving.
ARTIKEL 13
De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandigheden en de situatie die door de toekomstige toetreding van Turkmenistan tot de WTO zal ontstaan, de uitbreiding van de bepalingen betreffende de onderlinge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. De Samenwerkingsraad kan de partijen omtrent deze uitbreiding aanbevelingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inachtneming van hun respectieve procedures.
ARTIKEL 14
De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de Partijen vormen.
ARTIKEL 15
Deze titel is niet van toepassing op de handel in textielproducten van de Hoofdstukken 50 tot en met 63 van de Gecombineerde Nomenclatuur. De handel in deze producten is geregeld bij een afzonderlijke overeenkomst die op 30 december 1995 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996.
ARTIKEL 16
1. Voor de handel in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, gelden de bepalingen van deze titel, met uitzondering van artikel 10.
2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van Turkmenistan, anderzijds.
De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalproducten die voor partijen van belang zijn.
ARTIKEL 17
De handel in kernmaterialen zal worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Zo nodig zijn op de handel in kernmaterialen de bepalingen van een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Turkmenistan te sluiten specifieke overeenkomst van toepassing.
TITEL IV
Bepalingen inzake handelsverkeer en investeringen
HOOFDSTUK I
Arbeidsvoorwaarden
ARTIKEL 18
1. Onverminderd de in elke Lidstaat geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures dragen de Gemeenschap en de lidstaten zorg dat onderdanen van Turkmenistan die legaal tewerkgesteld zijn op het grondgebied van een Lidstaat, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van onderdanen van de lidstaten, wat werkomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
2. Onverminderd de in Turkmenistan geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures draagt Turkmenistan zorg dat onderdanen van een Lidstaat die legaal tewerkgesteld zijn op het grondgebied van Turkmenistan, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van zijn eigen onderdanen, wat werkomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
ARTIKEL 19
De Samenwerkingsraad gaat na welke verbeteringen kunnen worden aangebracht in de werkomstandigheden van zakenlieden, rekening houdend met de internationale verbintenissen van de partijen, met inbegrip van die welke in het document van de Conferentie van Bonn van de CVSE zijn opgenomen.
ARTIKEL 20
De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen voor de tenuitvoerlegging van de artikelen 18 en 19.
HOOFDSTUK II
Bepalingen inzake de vestiging
en de exploitatie van ondernemingen
ARTIKEL 21
1. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen voor de vestiging van Turkmeense vennootschappen zoals gedefinieerd in artikel 23, onder d, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan vennootschappen uit enig derde land toekennen.
2. Onverminderd de in bijlage II genoemde voorbehouden kennen de Gemeenschap en haar lidstaten de op hun grondgebied gevestigde dochterondernemingen van Turkmeense vennootschappen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan enige vennootschap uit de Gemeenschap toekennen.
3. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen de op hun grondgebied gevestigde filialen van Turkmeense vennootschappen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan filialen van vennootschappen uit enig derde land toekennen.
4. Onverminderd de voorbehouden die zijn opgenomen in Bijlage III, kent Turkmenistan, voor de vestiging van vennootschappen uit de Gemeenschap zoals gedefinieerd in artikel 23, onder (d), geen minder gunstige behandeling toe dan aan vennootschappen uit Turkmenistan of aan vennootschappen uit derde landen.
5. Turkmenistan kent aan op zijn grondgebied gevestigde vennootschappen uit de Gemeenschap en filialen daarvan, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan aan vennootschappen uit Turkmenistan en filialen daarvan of aan vennootschappen uit derde landen en filialen daarvan.
ARTIKEL 22
1. Het bepaalde in artikel 21 is niet van toepassing op het vervoer door de lucht, over binnenwateren en over zee.
2. Wat evenwel de activiteiten van scheepvaartondernemingen op het gebied van het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, biedt elke partij aan vennootschappen van de andere partij de mogelijkheid op haar grondgebied een handelsvertegenwoordiging in de vorm van dochterondernemingen of filialen te vestigen, onder voorwaarden die, wat de vestiging en de exploitatie betreft, niet minder gunstig zijn dan de meest voordelige voorwaarden die zij aan haar eigen vennootschappen of aan dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit enig derde land toekent.
Deze activiteiten omvatten onder meer :
a) het op de markt brengen en de verkoop van maritieme vervoerdiensten en aanverwante diensten door rechtstreekse contacten met klanten, van prijsopgave tot facturering, ongeacht of deze diensten worden verricht of aangeboden door de dienstverlener zelf dan wel door dienstverleners waarmee de verkoper van de diensten een langlopend handelsakkoord heeft;
b) aankoop en gebruik, voor eigen rekening of voor rekening van hun klanten (en de wederverkoop aan hun klanten) van alle vervoerdiensten en aanverwante diensten, met inbegrip van alle vormen van binnenlands vervoer, in het bijzonder over binnenwateren, over de weg en per spoor, die voor een geïntegreerde dienstverlening vereist zijn;
c) voorbereiding van documentatie betreffende vervoersdocumenten, douanedocumenten of andere documenten in verband met de oorsprong en de aard van de vervoerde goederen;
d) het verschaffen van handelsinformatie op iedere mogelijke wijze, onder meer door middel van geautomatiseerde informatiesystemen en systemen voor elektronische gegevensuitwisseling (met inachtneming van alle niet-discriminatoire beperkingen op het telecommunicatieverkeer);
e) het sluiten van alle handelsovereenkomsten, met inbegrip van participaties in vennootschappen en het in dienst nemen van plaatselijk personeel (of, wanneer het buitenlands personeel betreft, met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van deze overeenkomst), met een in het betrokken land gevestigde scheepvaartonderneming;
f) optreden namens vennootschappen, het organiseren van de afroep van aanvragen om scheepsruimte of, indien nodig, het overnemen van vracht.
ARTIKEL 23
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder :
a) « vennootschap uit de Gemeenschap » of « Turkmeense vennootschap » : een overeenkomstig de wetgeving van respectievelijk een Lidstaat of Turkmenistan opgerichte vennootschap die haar statutaire zetel, centrale administratie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van de Gemeenschap of Turkmenistan heeft. Indien een overeenkomstig de wetgeving van respectievelijk de Gemeenschap of Turkmenistan opgerichte onderneming enkel haar statutaire zetel op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of Turkmenistan heeft, wordt deze onderneming als een onderneming uit de Gemeenschap of als een Turkmeense onderneming beschouwd indien uit haar transacties een werkelijke en permanente band tussen de economieën van respectievelijk de lidstaten of Turkmenistan naar voren treedt;
b) « dochteronderneming » : een vennootschap waarover een andere vennootschap daadwerkelijk zeggenschap heeft;
c) « filiaal » van een vennootschap : een handelszaak zonder rechtspersoonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een afdeling van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voorzieningen beschikt om zaken te doen met derden, in dier voege dat laatstgenoemden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat indien nodig er een rechtsverhouding zal bestaan met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor zich in het buitenland bevindt, geen rechtstreeks contact dienen te hebben met deze moedermaatschappij doch hun transacties kunnen afhandelen met de handelszaak die de afdeling vormt;
d) « vestiging » : het recht van vennootschappen uit de Gemeenschap of Turkmeense vennootschappen als bedoeld onder punt a), economische activiteiten uit te oefenen door de oprichting van dochterondernemingen en filialen in respectievelijk Turkmenistan of de Gemeenschap;
e) « exploitatie » : het verrichten van economische activiteiten;
f) « economische activiteiten » : activiteiten met een industrieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen.
Wat het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III eveneens van toepassing op onderdanen van de lidstaten of van Turkmenistan die buiten het grondgebied van, respectievelijk, de Gemeenschap of Turkmenistan gevestigd zijn en op buiten de Gemeenschap of Turkmenistan gevestigde scheepvaartmaatschappijen waarin onderdanen van respectievelijk een Lidstaat of Turkmenistan daadwerkelijk zeggenschap hebben, indien de vaartuigen van deze scheepvaartmaatschappijen in respectievelijk die Lidstaat of in Turkmenistan geregistreerd zijn overeenkomstig de respectieve wettelijke voorschriften van die Lidstaat en Turkmenistan.
ARTIKEL 24
1. Geen enkele bepaling van de overeenkomst belet de partijen maatregelen inzake bedrijfseconomisch toezicht te nemen, onder meer ten behoeve van investeerders, depositogevers, verzekeringnemers of personen aan wie een financiële dienstverlener een fiduciair recht verschuldigd is of ten einde de integriteit en de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. Wanneer dergelijke maatregelen strijdig zijn met de bepalingen van de overeenkomst mogen zij niet worden gebruikt als middel om de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van een partij te ontduiken.
2. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst wordt op zodanige wijze geïnterpreteerd dat zij een partij ertoe verplicht informatie betreffende de zaken en de boekhouding van individuele klanten dan wel vertrouwelijke of gepatenteerde informatie te verstrekken die in het bezit is van overheidsinstanties.
3. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder « financiële diensten » verstaan de in bijlage IV omschreven activiteiten.
ARTIKEL 25
De bepalingen van deze overeenkomst vormen voor een partij geen beletsel de maatregelen te nemen die zij noodzakelijk acht om te voorkomen dat de door haar genomen maatregelen in verband met de toegang van derde landen tot haar markten door middel van deze overeenkomst worden ontdoken.
ARTIKEL 26
1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk I van deze titel heeft een vennootschap uit de Gemeenschap of een Turkmeense vennootschap die op het grondgebied van, respectievelijk, Turkmenistan of de Gemeenschap gevestigd is het recht, met inachtneming van de wetgeving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van respectievelijk Turkmenistan en de Gemeenschap werknemers die onderdanen zijn van respectievelijk de lidstaten van de Gemeenschap en van Turkmenistan in dienst te nemen of deze door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, mits dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 van dit artikel bekleden en zij uitsluitend door vennootschappen of filialen tewerkgesteld worden. De geldigheidsduur van de verblijfs- en werkvergunningen van deze werknemers is beperkt tot de periode waarin zij als zodanig werkzaam zijn.
2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van de vorengenoemde vennootschappen, hierna « organisaties » genoemd, zijn « binnen de vennootschap overgeplaatste personen », als omschreven onder c) van dit artikel, van de hierna volgende categorieën, met dien verstande dat de organisatie een rechtspersoon is en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeelhouders met een meerderheidsparticipatie) waren :
a) leden van het hogere kader van een organisatie die in de eerste plaats leiding geven aan de organisatie, onder het algemene toezicht en volgens instructies van, in hoofdzaak, de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen. Deze personeelsleden :
geven leiding aan de organisatie of een afdeling of onderafdeling daarvan;
houden toezicht op en controleren de werkzaamheden van andere toezichthoudende, hooggespecialiseerde of leidinggevende werknemers;
zijn persoonlijk bevoegd werknemers in dienst te nemen en te ontslaan of de indienstneming of het ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;
b) binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over bijzondere kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverlening van het bedrijf, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management. Afgezien van de voor het functioneren van de betrokken vennootschap vereiste specifieke kennis, kan deze kennis bestaan in de bekwaamheid bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke technische vaardigheden vereist zijn, evenals, in voorkomend geval, het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep;
c) een « binnen de vennootschap overgeplaatste persoon » is een natuurlijke persoon die voor een organisatie op het grondgebied van een partij werkzaam is en die tijdelijk wordt overgeplaatst in het kader van economische activiteiten op het grondgebied van de andere partij. De belangrijkste handelsactiviteit van de betrokken organisatie dient op het grondgebied van een partij plaats te hebben en de overplaatsing dient te geschieden naar een afdeling (dochteronderneming of filiaal) van deze organisatie die op het grondgebied van de andere partij daadwerkelijk soortgelijke economische activiteiten verricht.
ARTIKEL 27
1. De partijen vermijden voor zover mogelijk het nemen van maatregelen of het ontplooien van activiteiten die de voorwaarden voor de vestiging en de exploitatie van vennootschappen uit de andere partij restrictiever maken dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval was.
2. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan die van artikel 35 : voor de omstandigheden waarop artikel 35 van toepassing is, gelden de bepalingen van dit artikel, met uitsluiting van elk ander artikel.
3. In een geest van partnerschap en samenwerking en in het licht van de bepalingen van artikel 41 zal de Regering van Turkmenistan de Gemeenschap kennis geven van voorgenomen nieuwe wet- of regelgeving die de voorwaarden voor de vestiging of de exploitatie van dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap in Turkmenistan restrictiever maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is. De Gemeenschap kan van Turkmenistan verlangen dat dit land haar deze wetsontwerpen of ontwerp-regelingen doet toekomen en daaromtrent overleg pleegt.
4. Wanneer nieuwe wet- of regelgeving in Turkmenistan de voorwaarden voor de exploitatie van in Turkmenistan gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap restrictiever maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is, dan is dergelijke wet- of regelgeving gedurende de eerste drie jaren volgende op de datum van inwerkingtreding van het desbetreffende besluit niet van toepassing op de dochterondernemingen en filialen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds in Turkmenistan gevestigd waren.
HOOFDSTUK III
Grensoverschrijdend dienstenverkeer
tussen de Gemeenschap en Turkmenistan
ARTIKEL 28
1. De partijen verbinden zich overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk ertoe de nodige stappen te ondernemen om geleidelijk het verlenen van diensten mogelijk te maken door EG-vennootschappen of vennootschappen van Turkmenistan die zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht, met inachtneming van de ontwikkeling van de dienstverlenende sectoren op het grondgebied van de partijen.
2. De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van lid 1.
ARTIKEL 29
De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling van een marktgerichte dienstensector in Turkmenistan.
ARTIKEL 30
1. De partijen verbinden zich tot het daadwerkelijk toepassen van het beginsel van onbeperkte toegang tot de internationale maritieme markt en het internationaal maritiem vervoer op commerciële basis.
a) Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences en die voor de ene of de andere van de partijen bij deze Overeenkomst van toepassing zijn. De niet bij conferences aangesloten lijnvaartmaatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden;
b) De partijen bevestigen dat zij de vrije concurrentie beschouwen als een fundamentele noodzaak voor het handelsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen.
2. De partijen verbinden zich ertoe bij de toepassing van de beginselen van lid 1 :
a) vanaf het in werking treden van deze overeenkomst geen bepalingen inzake vrachtverdeling van bilaterale overeenkomsten tussen om het even welke Lidstaat van de Gemeenschap en de voormalige Sovjet-Unie toe te passen;
b) geen bepalingen inzake vrachtverdeling op te nemen in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen, tenzij in die uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaartmaatschappijen van de ene of de andere partij bij deze overeenkomst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het handelsverkeer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;
c) het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekomstige bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen niet toe te staan;
d) bij het in werking treden van deze Overeenkomst alle unilaterale maatregelen en administratieve, technische en andere belemmeringen op te heffen die een beperkende of discriminerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationaal maritiem vervoer.
3. Onder meer verleent elke partij aan schepen welke door onderdanen of vennootschappen van de andere partij worden geëxploiteerd geen minder gunstige behandeling dan die welke zij aan haar eigen schepen verleent ten aanzien van de toegang tot voor het internationale handelsverkeer opengestelde havens, het gebruik van de infrastructuur en van de maritieme hulpdiensten van de havens evenals de daarmee verband houdende vergoedingen en kosten, douanefaciliteiten en toewijzing van aanlegplaatsen en installaties voor het laden en lossen.
ARTIKEL 31
Met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling van het vervoer tussen de partijen in overeenstemming met hun commerciële behoeften, kunnen de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten en het verlenen van diensten met betrekking tot het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren, en eventueel het luchtvervoer, worden vastgelegd in bijzondere overeenkomsten, waarover in voorkomend geval tussen de partijen na het in werking treden van deze Overeenkomst wordt onderhandeld.
HOOFDSTUK IV
Algemene bepalingen
ARTIKEL 32
1. De bepalingen van deze titel worden toegepast behoudens beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.
2. Zij zijn niet van toepassing op de werkzaamheden die op het grondgebied van elke partij verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag, zelfs indien deze slechts voor een bepaalde gelegenheid geschieden.
ARTIKEL 33
Voor de toepassing van deze titel zal geen enkele bepaling van de Overeenkomst de partijen ervan weerhouden hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, het verrichten van werk, arbeidsvoorwaarden, de vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, op voorwaarde dat zulks niet op zodanige wijze geschiedt dat de toepassing de voor een partij uit een specifieke bepaling van de Overeenkomst voortvloeiende voordelen tenietdoet of beperkt. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 32.
ARTIKEL 34
Vennootschappen welke worden bestuurd door en de exclusieve eigendom zijn van Turkmeense vennootschappen en communautaire vennootschappen gezamenlijk, komen eveneens in aanmerking voor de bepalingen van hoofdstukken II, III en IV.
ARTIKEL 35
De in het kader van deze Overeenkomst door een partij aan de andere toegekende behandeling is met ingang van de termijn van een maand vóór het in werking treden van de daarop betrekking hebbende voorschriften van de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GATS), met betrekking tot de sectoren of maatregelen waarop de GATS betrekking heeft, in geen enkel geval gunstiger dan die welke door bedoelde eerstgenoemde partij in het kader van de GATS en met betrekking tot om het even welke dienstensector, dienstensubsector en wijze van dienstverlening wordt toegekend.
ARTIKEL 36
Voor de toepassing van de hoofdstukken II, III en IV wordt geen rekening gehouden met de behandeling welke door de Gemeenschap, haar lidstaten of Turkmenistan wordt toegekend op grond van de verbintenissen welke in het kader van overeenkomsten inzake economische integratie overeenkomstig de beginselen van artikel V van de GATS zijn aangegaan.
ARTIKEL 37
1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toegekende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoordelen waarin de partijen voorzien of in de toekomst zullen voorzien in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.
2. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor het vaststellen of doen naleven door de partijen van maatregelen ter voorkoming van belastingvlucht of -ontduiking overeenkomstig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen, of de nationale fiscale wetgeving.
3. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor de lidstaten of Turkmenistan om bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onderscheid te maken tussen belastingplichtigen die zich niet in identieke situaties bevinden, vooral met betrekking tot hun woonplaats.
ARTIKEL 38
Onverminderd de voorwaarden van artikel 26 kan geen enkele bepaling van hoofdstukken II, III en IV worden geïnterpreteerd als zou zij het recht verschaffen :
aan onderdanen van de lidstaten, respectievelijk Turkmenistan, zich op het grondgebied van Turkmenistan, respectievelijk de Gemeenschap, te begeven of daar te verblijven in ongeacht welke hoedanigheid en met name als aandeelhouder of partner, beheerder of werknemer van een vennootschap dan wel als verstrekker of ontvanger van diensten;
aan dochterondernemingen of filialen van Turkmeense vennootschappen in de Gemeenschap tot het op het grondgebied van de Gemeenschap in dienst nemen of hebben van onderdanen van Turkmenistan;
aan dochterondernemingen of filialen van communautaire vennootschappen in Turkmenistan tot het op het grondgebied van Turkmenistan in dienst nemen of hebben van onderdanen van de lidstaten;
aan Turkmeense vennootschappen dan wel dochterondernemingen of filialen van Turkmeense vennootschappen in de Gemeenschap tot het namens of onder het toezicht van andere personen laten optreden van Turkmeense onderdanen door middel van tijdelijke arbeidsovereenkomsten;
aan communautaire vennootschappen dan wel dochterondernemingen of filialen van communautaire vennootschappen in Turkmenistan tot het door middel van tijdelijke arbeidsovereenkomsten voorzien in arbeidskrachten welke onderdanen van lidstaten zijn.
HOOFDSTUK V
Betalings- en kapitaalverkeer
ARTIKEL 39
1. De partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrije convertibele valuta tussen inwoners van de Gemeenschap en van Turkmenistan welke betrokken zijn bij het verkeer van goederen, diensten of personen in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst.
2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans worden vanaf de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in vennootschappen welke in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II, alsook de liquidatie of de repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan gegarandeerd.
3. Onverminderd leden 2 en 5 worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen nieuwe beperkingen gesteld op de valutatransacties in het kader van het kapitaalverkeer en de daarmee verband houdende betalingsverrichtingen tussen inwoners van de Gemeenschap en van Turkmenistan, en worden geen meer restrictieve regelingen dan de bestaande vastgesteld.
4. De partijen raadplegen elkaar met het oog op de vergemakkelijking van andere kapitaalverrichtingen dan die bedoeld in lid 2 tussen de Gemeenschap en Turkmenistan gericht op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst.
5. In het kader van dit artikel kan Turkmenistan, in afwachting van een volledige convertibiliteit van de munteenheid van Turkmenistan in de zin van artikel VIII van de Articles of Agreement van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), in uitzonderlijke omstandigheden deviezenbeperkingen in verband met het verlenen of opnemen van financieel krediet op korte en middellange termijn toepassen, voor zover dergelijke beperkingen aan Turkmenistan voor het verlenen van zulk krediet worden opgelegd en op grond van de IMF-status van Turkmenistan zijn toegestaan. Turkmenistan past deze beperkingen op niet-discriminerende wijze toe. Zij dienen zodanig te worden toegepast dat zij de uitvoering van deze Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren. Turkmenistan doet aan de Samenwerkingsraad onverwijld mededeling van de invoering en van alle wijzigingen van dergelijke maatregelen.
6. Onverminderd leden 1 en 2 kunnen de Gemeenschap en Turkmenistan in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Turkmenistan oorzaak is of dreigt te zijn van ernstige moeilijkheden voor de toepassing van het wisselkoersbeleid of het monetair beleid in de Gemeenschap of in Turkmenistan, elk voor zich vrijwaringsmaatregelen nemen met betrekking tot het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Turkmenistan voor een periode van niet meer dan zes maanden, indien het volstrekt nodig is dergelijke maatregelen te nemen.
HOOFDSTUK VI
Bescherming van intellectuele, industriële
en commerciële eigendom
ARTIKEL 40
1. In overeenstemming met de bepalingen van dit artikel en van bijlage V ziet Turkmenistan verder toe op de verbetering van de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, ten einde tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst te kunnen voorzien in een bescherming overeenkomend met die welke bestaat in de Gemeenschap, met inbegrip van doeltreffende middelen om dergelijke rechten af te dwingen.
2. Tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, treedt Turkmenistan toe tot de multilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten bedoeld in punt 1 van bijlage V waarbij de lidstaten partij zijn of welke de facto door de lidstaten worden toegepast in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van die overeenkomsten.
TITEL V
Samenwerking op het gebied van de wetgeving
ARTIKEL 41
1. De partijen erkennen dat een belangrijke voorwaarde voor het versterken van de economische banden tussen Turkmenistan en de Gemeenschap de harmonisatie van de bestaande en toekomstige wetgeving van Turkmenistan met die van de Gemeenschap is. Turkmenistan doet het nodige om ervoor te zorgen dat zijn wetgeving geleidelijk in overeenstemming met die van de Gemeenschap wordt gebracht.
2. De harmonisatie van de wetgeving omvat in het bijzonder de volgende terreinen : douane, vennootschapsrecht, recht inzake banken en andere financiële diensten, vennootschapsboekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, bescherming van werknemers op de arbeidsplaats, concurrentieregels met inbegrip van alle daarmee verband houdende aangelegenheden en handelswijzen welke de handel beïnvloeden, overheidsopdrachten, bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren en planten, milieu, consumentenbescherming, indirecte belastingen, technische voorschriften en normen, wetgeving en reglementering op nucleair gebied, vervoer en telecommunicatie.
3. De Gemeenschap verstrekt Turkmenistan technische bijstand bij de tenuitvoerlegging van deze maatregelen; die bijstand kan onder andere omvatten :
de uitwisseling van deskundigen;
het verstrekken van tijdige informatie, vooral over relevante wetgeving;
de organisatie van seminars;
opleiding van personeel dat is betrokken bij het opstellen en uitvoeren van wetgeving;
steun bij de vertaling van communautaire wetgeving in de desbetreffende sectoren.
4. De partijen zoeken naar methoden om de toepassing van hun respectieve concurrentievoorschriften, voor zover de onderlinge handel erdoor wordt beïnvloed, te coördineren.
TITEL VI
Economische samenwerking
ARTIKEL 42
1. De Gemeenschap en Turkmenistan brengen een economische samenwerking tot stand die erop gericht is het economisch hervormings- en herstelproces en de duurzame ontwikkeling van Turkmenistan te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden ten voordele van de partijen.
2. Beleidsmaatregelen en andere maatregelen worden ontworpen voor de totstandbrenging van economische en sociale hervormingen, en van herstructurering van het economische systeem in Turkmenistan, en daarbij wordt uitgegaan van de voorwaarden voor het verkrijgen van duurzame resultaten en een harmonische sociale ontwikkeling en worden ook de milieu-aspecten volledig in de maatregelen geïntegreerd.
3. Met het oog hierop heeft de samenwerking in het bijzonder betrekking op de economische en sociale ontwikkeling, de ontwikkeling van het menselijk potentieel, steun voor vennootschappen (met inbegrip van de privatisering, investeringen en de ontwikkeling van financiële diensten), landbouw en levensmiddelen, de energievoorziening en de civiele nucleaire veiligheid, het vervoer, postdiensten en telecommunicatie, het toerisme, de milieubescherming en de regionale samenwerking.
4. Er wordt speciale aandacht besteed aan maatregelen ter bevordering van de regionale samenwerking.
5. In voorkomend geval kunnen de economische samenwerking en de andere vormen van samenwerking waarin deze Overeenkomst voorziet, worden gesteund door technische bijstand van de Gemeenschap, met inachtneming van de op de technische bijstand in de Onafhankelijke Staten betrekking hebbende communautaire Raadsverordening, de in het kader van het indicatieve programma voor de technische bijstand van de Gemeenschap aan Turkmenistan overeengekomen prioriteiten, en de vastgestelde coördinatie- en tenuitvoerleggingsprocedures.
ARTIKEL 43
Samenwerking op het gebied van de handel
in goederen en diensten
De Partijen werken samen teneinde ervoor te zorgen dat de internationale handel van Turkmenistan plaatsvindt overeenkomstig de regels van de WTO. Hiertoe verleent de Gemeenschap Turkmenistan technische bijstand.
Tot dergelijke samenwerking behoren specifieke kwesties die van direct belang zijn voor de bevordering van de handel, in het bijzonder met het oog op ondersteuning van Turkmenistan bij het aanpassen van haar wet- en regelgeving aan de WTO-regels, zodat Turkmenistan zo spoedig mogelijk voldoet aan de voorwaarden voor toetreding tot die organisatie. Hieronder vallen :
het opstellen van beleid inzake de handel en aanverwante zaken, met inbegrip van betalingen en verrekeningssystemen,
het opstellen van relevante wetgeving.
ARTIKEL 44
Industriële samenwerking
1. Bij de samenwerking wordt in het bijzonder de bevordering nagestreefd van :
de ontwikkeling van commerciële banden tussen het bedrijfsleven aan beide zijden;
de deelneming van de Gemeenschap aan het streven van Turkmenistan om haar industrie te herstructureren;
de verbetering van het management;
de verbetering van de kwaliteit van industrieproducten;
de ontwikkeling van efficiënte productie- en verwerkingscapaciteit in de grondstoffensector;
de uitwerking van degelijke handelsvoorschriften en -praktijken, met inbegrip van marketingmethoden voor producten;
de milieubescherming;
de omschakeling van het defensie-apparaat;
opleiding van leidinggevend personeel.
2. De bepalingen van dit artikel laten de tenuitvoerlegging van de op vennootschappen toepasselijke concurrentievoorschriften van de Gemeenschap onverlet.
ARTIKEL 45
Bevordering en bescherming van investeringen
1. Met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de lidstaten is de samenwerking gericht op het creëren van een gunstig klimaat voor zowel binnenlandse als buitenlandse particuliere investeringen, met name via de totstandbrenging van betere voorwaarden voor de bescherming van investeringen, de overdracht van kapitaal en de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkheden.
2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op de volgende doelstellingen :
het door de lidstaten en Turkmenistan sluiten van de passende overeenkomsten voor de bevordering en bescherming van investeringen;
het door de lidstaten en Republiek Turkmenistan sluiten van de passende overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing;
het tot stand brengen van gunstige voorwaarden voor buitenlandse investeringen in de Turkmeense economie;
de vaststelling van degelijke handelswetten en -voorwaarden, en de uitwisseling van informatie over wettelijke en bestuursrechtelijke handelwijzen op investeringsgebied;
de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkheden in de vorm van onder andere handelsbeurzen, tentoonstellingen, handelsweken en andere evenementen.
ARTIKEL 46
Overheidsopdrachten
De partijen werken samen met het oog op de vaststelling van voorwaarden voor de gunning via openbare en op concurrentie gebaseerde procedures van contracten voor het leveren van goederen en diensten, vooral door middel van aanbestedingen.
ARTIKEL 47
Samenwerking op het gebied van de normen
en conformiteitsbeoordeling
1. De samenwerking tussen de partijen is gericht op de aanpassing aan de internationaal overeengekomen criteria, beginselen en richtsnoeren inzake kwaliteit. De te ondernemen acties dienen bevorderlijk te zijn voor de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling en dienen de verbetering van de kwaliteit van de Turkmeense producten te vergemakkelijken.
2. Daartoe worden via samenwerking in het kader van technische-bijstandsprojecten de volgende doelstellingen nagestreefd :
de bevordering van nuttige samenwerking met de op deze gebieden gespecialiseerde organisaties en instellingen,
de bevordering van de toepassing van communautaire technische voorschriften en Europese normen en procedures voor conformiteitsbeoordeling,
de mogelijkheid praktische en technische informatie uit te wisselen met betrekking tot de kwaliteitsbeheersing.
ARTIKEL 48
Mijnbouw en grondstoffen
1. De partijen streven naar een uitbreiding van de investeringen en van de handel op mijnbouw- en grondstoffengebied.
2. De samenwerking heeft vooral betrekking op :
de uitwisseling van informatie over de vooruitzichten voor de sectoren mijnbouw en non-ferrometalen;
de vaststelling van een juridisch kader voor de samenwerking;
met de handel verband houdende aangelegenheden;
de vaststelling en tenuitvoerlegging van milieuwetgeving;
de opleiding;
de veiligheid in de mijnindustrie.
ARTIKEL 49
Samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie
1. De partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van civiel wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling (O & TO) op basis van het wederzijdse voordeel daarvan, en met inachtneming van de omvang van de beschikbare middelen, van de nodige toegankelijkheid van hun respectieve programma's en van de passende regelingen voor een doeltreffende bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten (IER).
2. De samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie heeft betrekking op :
de uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie;
gezamenlijke O & TO-activiteiten;
opleidingsactiviteiten en programma's ter bevordering van de mobiliteit ten behoeve van aan beide zijden bij O & TO betrokken wetenschappers, onderzoekers en technici.
De activiteiten welke in het kader van de samenwerking betrekking hebben op onderwijs en/of opleiding, dienen plaats te hebben in overeenstemming met de bepalingen van artikel 50.
De partijen kunnen op basis van wederzijdse instemming kiezen voor andere vormen van samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied.
Bij de uitvoering van dergelijke samenwerkingsactiviteiten wordt bijzondere aandacht besteed aan de tewerkstelling elders van wetenschappers, ingenieurs, onderzoekers en technici die zich bezig hebben gehouden met onderzoek naar en/of de productie van massavernietigingswapens.
3. De samenwerking waarop dit artikel betrekking heeft wordt ten uitvoer gelegd via afzonderlijke akkoorden waarvoor de onderhandelingen en de sluiting verlopen overeenkomstig de door elke partij vastgestelde procedures en waarin onder andere de passende IER-bepalingen worden opgenomen.
ARTIKEL 50
Onderwijs en opleiding
1. De partijen werken samen ten einde het peil van het algemene onderwijs en de beroepskwalificaties in Turkmenistan op te trekken, zowel in de openbare als in de particuliere sector.
2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de volgende terreinen :
de modernisering van het hoger onderwijs en de opleidingsstelsels in Turkmenistan met inbegrip van de systemen voor de certificatie van instellingen voor hoger onderwijs en diploma's in het hoger onderwijs;
de opleiding van leidinggevend personeel in de openbare en de particuliere sector alsook van hogere ambtenaren op vast te stellen prioritaire terreinen;
de samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen;
de mobiliteit van onderwijzend personeel, afgestudeerden, administratief personeel, jonge wetenschappers en onderzoekers, en jongeren;
de bevordering van het onderwijs op het gebied van Europese studies in de relevante instellingen;
het aanleren van communautaire talen;
de postuniversitaire opleiding van conferentietolken;
de opleiding van journalisten;
de opleiding van opleiders.
3. De mogelijke deelneming van een partij aan de respectieve programma's op onderwijs- en opleidingsgebied van de andere partij zou kunnen worden overwogen in overeenstemming met hun respectieve procedures, en er zullen dan eventueel institutionele kaders en samenwerkingsprojecten worden opgezet in aansluiting op de deelneming van Turkmenistan aan het TEMPUS-programma van de Gemeenschap.
ARTIKEL 51
Landbouw en de agro-industriële sector
De samenwerking op dit terrein is gericht op de landbouwhervorming, de modernisering, privatisering en herstructurering van de landbouwsector, van de agro-industriële sector en van de dienstensector in Turkmenistan, en het vergroten van de binnenlandse en buitenlandse afzet voor Turkmeense producten, onder voorwaarden welke de bescherming van het milieu waarborgen en met inachtneming van de noodzaak de continuïteit van de voedselvoorziening evenals de ontwikkeling van de landbouwindustrie en de verwerking en distributie van landbouwproducten te verbeteren. De partijen streven eveneens naar een geleidelijke aanpassing van de Turkmeense normen aan de communautaire technische voorschriften betreffende al dan niet industrieel verwerkte voedingsproducten uit de landbouw met inbegrip van de sanitaire en fytosanitaire normen.
ARTIKEL 52
Energie
1. De samenwerking vindt plaats met inachtneming van de beginselen van de markteconomie en het Europese Energiehandvest tegen de achtergrond van de geleidelijke integratie van de energiemarkten in Europa.
2. De samenwerking is onder meer gericht op het opstellen en uitwerken van een energiebeleid en strekt zich onder meer over de volgende terreinen uit :
verbetering van het beheer en de regulering van de energiesector in overeenstemming met de eisen van een markteconomie;
verbetering van de energievoorziening, met inbegrip van de continuïteit van de energievoorziening, op een wijze die uit economisch en milieu-oogpunt verantwoord is;
de bevordering van energiebesparing en een efficiënt energiegebruik en de tenuitvoerlegging van het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieu-aspecten;
de modernisering van de energie-infrastructuur;
verbetering van de technologieën bij de levering en het eindverbruik van de verschillende vormen van energie;
het beheer en de technische opleiding in de energiesector;
vervoer en doorvoer van energiematerialen en -producten;
de totstandbrenging van de institutionele, wettelijke, fiscale en andere voorwaarden die nodig zijn om verhoogde handel en investeringen in energie te stimuleren;
de ontwikkeling van hydro-elektrische en andere duurzame energiebronnen.
3. De partijen wisselen relevante informatie uit over investeringsprojecten in de energiesector, met name betreffende de productie van energiebronnen en de aanleg en renovatie van olie- en gaspijpleidingen of andere middelen om energieproducten te vervoeren. De partijen hechten bijzonder belang aan samenwerking inzake investeringen in de energiesector en de regelgeving op dit gebied. Zij werken samen met het oog op een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de bepalingen van titel IV en artikel 45, met betrekking tot investeringen in de energiesector.
ARTIKEL 53
Milieu
1. Met inachtneming van het Europese Energiehandvest en de Verklaring van de in april 1993 in Luzern gehouden Conferentie en die van de in oktober 1995 in Sofia gehouden conferentie, en het Energiehandvestverdrag, inzonderheid artikel 19, en het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieu-aspecten, ontwikkelen en versterken partijen hun samenwerking op het gebied van het milieu en de volksgezondheid.
2. De samenwerking is gericht op milieubescherming en met name op :
daadwerkelijke controle van de verontreinigingsniveaus en beoordeling van het milieu; informatiesysteem met betrekking tot de milieutoestand;
bestrijding van lokale, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging;
ecologisch herstel;
duurzame, doeltreffende en uit milieu-oogpunt doelmatige energieproductie en -gebruik;
de veiligheid van industriële installaties;
de classificatie en veilige behandeling van chemische producten;
verbetering van de kwaliteit van het water;
beperking, recycling en veilige verwijdering van afval; tenuitvoerlegging van het Verdrag van Bazel;
onderzoek van de milieu-effecten van de landbouw, bodemerosie en chemische verontreiniging;
de bescherming van bossen;
de instandhouding van de biodiversiteit, beschermde gebieden en duurzaam gebruik en beheer van biologische rijkdommen;
planning van het landgebruik, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning;
toepassing van economische en fiscale instrumenten;
onderzoek van klimaatsveranderingen op wereldniveau;
milieu-opvoeding en -bewustmaking;
tenuitvoerlegging van het Verdrag van Espoo inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband.
3. De samenwerking vindt met name plaats via :
de opstelling van plannen voor rampen en andere noodsituaties;
uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het gebied van de overdracht van schone technologieën en het veilige en uit milieu-oogpunt verantwoorde gebruik van biotechnologieën;
gezamenlijke onderzoeksactiviteiten;
aanpassing van wetgeving aan communautaire normen;
samenwerking in regionaal verband (met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieu-agentschap en op internationaal niveau);
uitstippeling van strategieën, vooral in verband met wereldomvattende en klimatologische kwesties en tevens met het oog op de totstandbrenging van duurzame ontwikkeling;
milieu-effectstudies.
4. De partijen streven naar het uitbouwen van hun samenwerking op het gebied van volksgezondheid, in het bijzonder door middel van technische bijstand bij het voorkomen en bestrijden van besmettelijke ziekten en de bescherming van moeders en jonge kinderen.
ARTIKEL 54
Vervoer
Partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op vervoergebied.
De samenwerking beoogt onder meer de herstructurering en modernisering van de vervoersystemen en -netwerken in Turkmenistan en de ontwikkeling en verzekering, in voorkomend geval, van de compatibiliteit van de vervoersystemen in het kader van de verwezenlijking van een meer geïntegreerd vervoerstelsel, en het identificeren en uitwerken van prioritaire projecten en het aantrekken van investeringen voor de tenuitvoerlegging ervan.
De samenwerking omvat onder meer :
de modernisering van het beheer en de exploitatie van het wegvervoer, de spoorwegen, havens en luchthavens en systemen voor stedelijk passagiersvervoer;
de modernisering en ontwikkeling van de spoorweg-, waterweg-, weg-, haven-, luchthaven-, en luchtvaartinfrastructuur en navigatiehulpmiddelen, inclusief de modernisering van de belangrijkste verbindingen van gemeenschappelijk belang en de transeuropese verbindingen voor voornoemde vervoertakken, met name die welke verband houden met het TRACECA-project;
de bevordering en ontwikkeling van het multimodale vervoer;
de bevordering van gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's;
de totstandbrenging van het wettelijk en institutioneel kader voor beleidsontwikkeling en -uitvoering, inclusief privatisering van de vervoersector.
ARTIKEL 55
Post en telecommunicatie
Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verruimen en versterken partijen hun samenwerking op de volgende terreinen :
de uitstippeling van strategieën en richtsnoeren voor de ontwikkeling van de sector telecommunicatie en de post;
de ontwikkeling van de beginselen van een tariefbeleid en marketing op het gebied van telecommunicatie en post;
de overdracht van technologie en know-how, vooral op het terrein van Europese technische normen en certificatiesystemen;
de bevordering van de ontwikkeling van projecten voor telecommunicatie en post en het aantrekken van investeringen;
verhoging van de efficiëntie en kwaliteit van telecommunicatie en post, onder meer via de liberalisatie van de activiteiten in subsectoren;
de geavanceerde toepassing van telecommunicatie, met name op het gebied van de elektronische overdracht van kapitaal;
beheer van telecommunicatienetwerken en hun « optimalisering »;
een passende regelgevingsbasis voor de verstrekking van telecommunicatie- en postdiensten en voor het gebruik van een radiofrequentiespectrum;
opleiding op het gebied van telecommunicatie en post met het oog op exploitatie onder marktvoorwaarden.
ARTIKEL 56
Financiële dienstverlening en fiscale instanties
1. De samenwerking op het gebied van de financiële dienstverlening beoogt met name vergemakkelijking van het betrekken van Turkmenistan bij algemeen erkende onderlinge verrekeningssystemen. De technische bijstand is toegespitst op :
de ontwikkeling van effectenbeurzen;
de ontwikkeling van het bankwezen en de financiële dienstverlening, de ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt van kredietmiddelen, het betrekken van Turkmenistan bij een algemeen erkend onderling verrekeningssysteem;
de ontwikkeling van het verzekeringswezen, hetgeen onder meer een gunstig kader zal vormen voor de deelneming van communautaire maatschappijen aan de totstandbrenging van joint ventures in de verzekeringssector in Turkmenistan alsmede de ontwikkeling van de exportkredietverzekering.
Deze samenwerking draagt met name bij tot de bevordering van het aanknopen van betrekkingen tussen de partijen in de sector financiële dienstverlening.
2. De partijen werken samen bij de ontwikkeling van een belastingstelsel en van fiscale instellingen in Turkmenistan. De samenwerking omvat onder meer de uitwisseling van informatie en ervaringen op fiscaal gebied, en de opleiding van personeel dat betrokken is bij het opstellen en uitvoeren van fiscaal beleid.
ARTIKEL 57
Herstructurering en privatisering van ondernemingen
Erkennende dat privatisering van fundamenteel belang is voor duurzaam economische herstel, komen de partijen overeen samen te werken bij de ontwikkeling van het vereiste institutionele, wettelijke en methodologische kader. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan het ordelijke en transparante verloop van de privatisering.
Technische bijstand is onder andere gericht op :
de verdere ontwikkeling van een institutionele basis binnen de regering van Azerbeidzjan met het oog op omschrijving en beheer van het privatiseringsproces;
de verdere ontwikkeling van het privatiseringsbeleid van Turkmenistan, met inbegrip van het juridisch kader, en de uitvoeringsmechanismen
bevordering van een marktgerichte benadering van landgebruik en -bezit, en de privatisering van land;
de herstructurering van ondernemingen die nog niet gereed zijn voor privatisering;
de ontwikkeling van particuliere ondernemingen, met name in het midden- en kleinbedrijf;
de ontwikkeling van investeringsfondsen.
Doel van deze samenwerking is ook bij te dragen aan het bevorderen van investeringen uit de Gemeenschap in Turkmenistan.
ARTIKEL 58
Regionale ontwikkeling
1. Partijen versterken hun samenwerking op het gebied van de planning van regionale ontwikkeling en landgebruik.
2. Daartoe stimuleren zij de uitwisseling door de nationale, regionale en plaatselijke overheden van informatie over beleid inzake regionale planning en planning van het landgebruik en over methoden voor het uitstippelen van regionaal beleid met speciale aandacht voor de ontwikkeling van probleemgebieden.
Zij moedigen tevens directe contacten aan tussen de respectieve regio's en openbare organisaties die verantwoordelijk zijn voor de planning van de regionale ontwikkeling teneinde onder meer informatie uit te wisselen over methoden van stimulering van regionale ontwikkeling.
ARTIKEL 59
Sociale samenwerking
1. Partijen ontwikkelen hun samenwerking op het gebied van de gezondheid en veiligheid met het oog op verbetering van het beschermings- en veiligheidsniveau van werknemers.
De samenwerking omvat met name :
vorming en opleiding op het gebied van gezondheids- en veiligheidszaken waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de sectoren van bedrijvigheid met grote risico's;
de ontwikkeling en bevordering van preventieve maatregelen ter bestrijding van beroepsziekten en andere met het beroep samenhangende aandoeningen;
de voorkoming van risico's van het zich voordoen van ernstige ongevallen en het beheer van giftige chemische stoffen;
onderzoek ter ontwikkeling van fundamentele kennis omtrent de werkomgeving en de gezondheid en veiligheid van werknemers.
2. Op het gebied van de werkgelegenheid omvat de samenwerking met name technische bijstand met het oog op :
optimalisering van de arbeidsmarkt;
modernisering van de arbeidsbemiddelings- en adviseringsdiensten;
planning en beheer van de herstructureringsprogramma's;
stimulering van de ontwikkeling van lokale werkgelegenheid;
uitwisseling van informatie over programma's inzake soepele tewerkstelling, inclusief programma's die het oprichten van eigen ondernemingen bevorderen.
3. Partijen besteden bijzondere aandacht aan samenwerking op het gebied van de sociale bescherming die onder meer samenwerking bij het plannen en ten uitvoer leggen van sociale hervormingen in Turkmenistan omvat.
Deze hervormingen beogen de ontwikkeling in Turkmenistan van aan markteconomieën inherente beschermingsmethoden en omvatten alle relevante vormen van sociale bescherming.
ARTIKEL 60
Toerisme
Partijen verhogen en ontwikkelen hun samenwerking die omvat :
bevordering van het toerisme;
verhoging van de informatiestroom;
overdracht van know-how;
samenwerking tussen officiële vreemdelingenverkeersorganen, o.a. bij het opstellen van reclamemateriaal;
bestudering van de mogelijkheden voor gezamenlijke acties;
opleiding voor de ontwikkeling van het toerisme.
ARTIKEL 61
Midden- en kleinbedrijf
1. Partijen streven ernaar het midden- en kleinbedrijf en hun verenigingen en de samenwerking tussen bedrijven in de Gemeenschap en Turkmenistan te ontwikkelen en te versterken.
2. De samenwerking omvat technische bijstand, met name op de volgende terreinen :
de ontwikkeling van een wettelijk kader voor het midden- en kleinbedrijf;
de ontwikkeling van een passende infrastructuur ter ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf; ter bevordering van communicatie en zakelijke samenwerking tussen het MKB, zowel in Turkmenistan als daarbuiten; opleiding voor het MKB in de noodzakelijke vaardigheden voor het aantrekken van financiering;
opleiding op het gebied van marketing, boekhouding, en controle op de kwaliteit van producten.
ARTIKEL 62
Informatie en communicatie
Partijen steunen de ontwikkeling van moderne methoden van informatiebeheersing, zich mede over de media uitstrekkend, en stimuleren een doeltreffende onderlinge uitwisseling van informatie. Er wordt prioriteit verleend aan programma's die het grote publiek basisinformatie over de Gemeenschap en Turkmenistan verstrekken, waarbij, waar mogelijk, toegang wordt verleend tot databanken met volledige eerbiediging van de intellectuele eigendomsrechten.
ARTIKEL 63
Consumentenbescherming
Partijen werken nauw samen met het oog op de verwezenlijking van verenigbaarheid tussen hun consumentenbeschermingssystemen. Deze samenwerking kan bestaan in de uitwisseling van informatie op wetgevend gebied en institutionele hervormingen, de totstandbrenging van permanente systemen van wederzijdse informatie over gevaarlijke producten, verbetering van de aan de consument verstrekte informatie, met name over prijzen, kenmerken van producten en geboden diensten, de organisatie van uitwisselingen tussen de vertegenwoordigers van de belangen van consumenten en verhoging van de verenigbaarheid van de verschillende vormen van consumentenbeschermingsbeleid en de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsperioden.
ARTIKEL 64
Douane
1. Het doel van de samenwerking is ervoor te zorgen dat alle op goedkeuring wachtende bepalingen betreffende de handel en eerlijke handel worden nageleefd en dat het douanesysteem van Turkmenistan aan dat van de Gemeenschap wordt aangepast.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder de volgende elementen :
uitwisseling van informatie;
verbetering van de werkmethoden;
invoering van een gecombineerde nomenclatuur en het enig administratief document;
vereenvoudiging van controles op en formaliteiten bij het goederenvervoer;
steun bij de invoering van moderne douane-informatiesystemen;
de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsperioden.
Waar nodig, wordt technische bijstand verstrekt.
3. Onverminderd de verdere in deze Overeenkomst en met name in titel VIII overeengekomen samenwerking vindt de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken van partijen plaats overeenkomstig het bepaalde in het aan deze Overeenkomst gehechte protocol.
ARTIKEL 65
Statistische samenwerking
De samenwerking op dit gebied beoogt de ontwikkeling van een efficiënt statistisch systeem dat de betrouwbare statistieken kan leveren die nodig zijn om het proces van economische hervorming te ondersteunen en te controleren en een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het particulier ondernemerschap in Turkmenistan.
Partijen werken met name op de volgende terreinen samen :
aanpassing van het statistisch systeem van Turkmenistan aan internationale methoden, normen en classificaties;
uitwisseling van statistische gegevens;
het leveren van de nodige statistische macro- en micro-economische gegevens om economische hervormingen uit te voeren en te beheren.
De bijdrage van de Gemeenschap om dit doel te verwezenlijken, bestaat in het leveren van technische bijstand aan Turkmenistan.
ARTIKEL 66
Economie
Partijen vergemakkelijken het proces van economische hervorming en de coördinatie van hun economisch beleid door hun samenwerking die gericht is op het verkrijgen van een beter inzicht in de grondslagen van hun respectieve economieën en de uitstippeling en tenuitvoerlegging van economisch beleid in markteconomieën. Daartoe wisselen partijen informatie uit over macro-economische resultaten en vooruitzichten.
De Gemeenschap verstrekt technische bijstand om :
Turkmenistan bij te staan in haar economisch hervormingsproces door het verstrekken van deskundige en technische adviezen;
samenwerking tussen economen aan te moedigen teneinde de overdracht van know-how voor de uitstippeling van economisch beleid te bespoedigen en te zorgen voor ruime verspreiding van onderzoek dat voor het beleid van belang kan zijn;
verbetering van de Turkmeense capaciteit om economische modellen op te stellen.
TITEL VII
Samenwerking op het gebied
van democratie en de mensenrechten
ARTIKEL 67
De partijen werken samen in alle kwesties betreffende de instelling of versterking van democratische instellingen, inclusief die welke vereist zijn voor de versterking van de rechtsstaat, de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden overeenkomstig internationaal recht en de OVSE-principes.
Deze samenwerking krijgt gestalte in programma's voor technische bijstand onder meer op het gebied van het opstellen van relevante wet- en regelgeving; de uitvoering van deze wetgeving; het functioneren van het gerecht; de rol van de staat op juridisch gebied; de werking van het kiesstelsel. Zo nodig valt ook opleiding hieronder. De partijen bevorderen contacten en uitwisselingen tussen hun nationale, regionale en gerechtelijke autoriteiten, parlementsleden, en non-gouvernementele organisaties.
TITEL VIII
Samenwerking bij de preventie
van illegale activiteiten en de
preventie van en controle op illegale immigratie
ARTIKEL 68
De partijen werken samen bij het voorkomen van illegale activiteiten zoals :
illegale activiteiten in de economische sfeer, inclusief corruptie;
illegale transacties betreffende diverse goederen, inclusief industrie-afval en de illegale wapenhandel;
namaak.
Samenwerking op bovengenoemde terreinen is gebaseerd op wederzijds overleg en nauwe interactie. Technische en administratieve bijstand zal worden verstrekt, onder meer op de volgende terreinen :
het opstellen van nationale wetgeving in de sfeer van preventie van illegale activiteiten;
het opzetten van informatiecentra;
het vergroten van de efficiëntie van instellingen die werkzaam zijn op het gebied van de preventie van illegale activiteiten;
het opleiden van personeel en het ontwikkeling van onderzoeksinfrastructuur;
het uitwerken van wederzijds aanvaardbare maatregelen om illegale activiteiten te verhinderen.
ARTIKEL 69
Het witwassen van geld
1. Partijen zijn het eens over de noodzaak al het nodige te doen en samen te werken ten einde te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van inkomsten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de vaststelling van passende normen ter voorkoming van het witwassen van geld die gelijkwaardig zijn aan de in deze door de Gemeenschap en internationale fora, in het bijzonder de Financial Action Task Force (FATF), vastgestelde normen.
ARTIKEL 70
Verdovende middelen
Partijen werken in het kader van hun respectieve bevoegdheden samen aan verhoging van de doelmatigheid en efficiëntie van het beleid en de maatregelen om de illegale productie, levering van en de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, inclusief voorkoming van het oneigenlijk gebruik van precursoren, tegen te gaan, alsmede aan bevordering van de preventie en terugdringing van de vraag naar verdovende middelen. Wat betreft de controle op precursoren en andere essentiële stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, vindt deze samenwerking plaats op basis van de door de Gemeenschap en de desbetreffende internationale autoriteiten erkende normen, zoals die van de Chemical Action task force (CATF). De samenwerking op dit gebied is gebaseerd op onderling overleg en nauwe coördinatie tussen partijen over de doelstellingen en maatregelen op de verschillende met verdovende middelen verband houdende terreinen.
ARTIKEL 71
Illegale immigratie
1. De lidstaten van de Europese Unie en Turkmenistan komen overeen samen te werken op het gebied van de preventie van en controle op illegale immigratie. Hiertoe :
zal Turkmenistan haar onderdanen die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van een lidstaat op verzoek van deze lidstaat en zonder verdere formaliteiten opnieuw opnemen;
zal elke lidstaat zijn onderdanen, zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden, die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van Turkmenistan op verzoek van Turkmenistan en zonder verdere formaliteiten opnieuw opnemen.
Hiertoe zullen de lidstaten en Turkmenistan hun onderdanen van passende identiteitsdocumenten voorzien.
2. Turkmenistan komt overeen bilaterale overeenkomsten te sluiten met lidstaten die daarom verzoeken, waarbij specifieke verplichtingen worden geregeld voor wederopname, inclusief een verplichting voor de wederopname van onderdanen van andere landen en statenloze personen die vanuit Turkmenistan op het grondgebied van een dergelijke lidstaat zijn aangekomen, of vanuit een dergelijke lidstaat op het grondgebied van Turkmenistan zijn aangekomen.
3. De Samenwerkingsraad onderzoekt welke gezamenlijk inspanningen gedaan kunnen worden voor de preventie van en de controle op illegale immigratie.
TITEL IX
Culturele samenwerking
ARTIKEL 72
Partijen verbinden zich ertoe culturele samenwerking te bevorderen en te vergemakkelijken. In voorkomend geval kunnen de culturele samenwerkingsprogramma's van de Gemeenschap of de programma's van een of meer lidstaten het voorwerp van samenwerking vormen en kunnen verdere activiteiten van wederzijds belang worden ontwikkeld.
TITEL X
Financiële samenwerking
ARTIKEL 73
Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst en in overeenstemming met de artikelen 74, 75 en 76 komt Turkmenistan in aanmerking voor tijdelijke financiële steun van de Gemeenschap die de vorm aanneemt van technische bijstand in de vorm van subsidies.
ARTIKEL 74
Deze financiële steun wordt geleverd in het kader van TACIS, zoals in de desbetreffende communautaire verordening van de Raad bepaald.
ARTIKEL 75
De doelstellingen en terreinen van de financiële steun van de Gemeenschap worden vastgesteld in een indicatief programma dat een afspiegeling vormt van de door de Gemeenschap en Turkmenistan vast te stellen prioriteiten waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van Turkmenistan, haar sectoriële opnemingscapaciteiten en de met de hervorming geboekte voortgang. Partijen stellen de Samenwerkingsraad van een en ander in kennis.
ARTIKEL 76
Om optimaal profijt te kunnen trekken uit de beschikbare middelen zorgen partijen ervoor dat de technische bijstandsbijdragen van de Gemeenschap worden toegekend in nauwe coördinatie met die uit andere financieringsbronnen, zoals de lidstaten, andere landen en internationale organisaties, zoals de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
TITEL XI
Institutionele, algemene en slotbepalingen
ARTIKEL 77
Hierbij wordt een Samenwerkingsraad opgericht, die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst. Deze Samenwerkingsraad komt eens per jaar op ministersniveau bijeen. Hij behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de Overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang om de doelstellingen van deze Overeenkomst te bereiken. De Samenwerkingsraad kan tevens passende aanbevelingen doen in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
ARTIKEL 78
1. De Samenwerkingsraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en uit leden van de regering van Turkmenistan anderzijds.
2. De Samenwerkingsraad stelt zijn eigen procedurevoorschriften vast.
3. De Samenwerkingsraad wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Gemeenschap en door een lid van de regering van Turkmenistan.
ARTIKEL 79
1. De Samenwerkingsraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een Samenwerkingscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de regering van Turkmenistan anderzijds. Gewoonlijk zullen dit hooggeplaatste ambtenaren zijn. Het Samenwerkingscomité wordt beurtelings voorgezeten door de Gemeenschap en Turkmenistan.
In zijn procedurevoorschriften zal de Samenwerkingsraad de taken van de Samenwerkingsraad bepalen. Deze omvatten onder meer de voorbereiding van de vergaderingen van de Samenwerkingsraad en de vaststelling van de werkwijze van het Comité.
2. De Samenwerkingsraad mag ongeacht welke van zijn bevoegdheden aan het Samenwerkingscomité delegeren dat voor continuïteit zal zorgen tussen de vergaderingen van de Samenwerkingsraad.
ARTIKEL 80
De Samenwerkingsraad mag besluiten ieder ander speciaal comité of lichaam dat hem bij de uitvoering van zijn taken kan helpen, op te richten en bepaalt de samenstelling en taken van dergelijke comités of lichamen en hoe zij zullen functioneren.
ARTIKEL 81
Bij het onderzoek van ongeacht welke kwestie die zich voordoet in het kader van de Overeenkomst met betrekking tot een bepaling betreffende een artikel van een van de overeenkomsten van de WTO houdt de Samenwerkingsraad zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel in kwestie door de partijen bij de WTO.
ARTIKEL 82
Er wordt een Parlementair Samenwerkingscomité opgericht. Dit zal als forum dienen, waar leden van het Parlement van Turkmenistan en het Europees Parlement elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar van gedachten kunnen wisselen, ook over kwesties aangaande de politieke dialoog op parlementair niveau. Het Comité komt met door hem zelf te bepalen tussenpozen bijeen.
ARTIKEL 83
1. Het Parlementaire Samenwerkingscomité bestaat uit leden van het Europees Parlement enerzijds, en uit leden van het Parlement van Turkmenistan anderzijds.
2. Het Parlementaire Samenwerkingscomité stelt zijn eigen procedurevoorschriften vast.
3. Het Parlementaire Samenwerkingscomité wordt bij toerbeurt door het Europees Parlement en door het Parlement van Turkmenistan voorgezeten, volgens de in zijn procedurevoorschriften op te nemen bepalingen.
ARTIKEL 84
Het Parlementaire Samenwerkingscomité mag bij de Samenwerkingsraad ter zake doende inlichtingen over de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inwinnen. De Samenwerkingsraad verstrekt het Samenwerkingscomité de verlangde informatie.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité wordt ingelicht over de aanbevelingen van de Samenwerkingsraad.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité mag aanbevelingen doen aan de Samenwerkingsraad.
ARTIKEL 85
1. Binnen het toepassingsgebied van de Overeenkomst, beijvert elk van de partijen zich om ervoor te zorgen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de ter zake bevoegde gerechtshoven en administratieve lichamen van beide partijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendom.
2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zetten beide partijen zich in om :
arbitrage aan te moedigen bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen economische subjecten van de Gemeenschap en Turkmenistan;
overeen te komen dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd elke partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage-instantie die door beide partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen arbiter kiest, ongeacht diens nationaliteit en dat de voorzitter de derde arbiter of de enige arbiter een ingezetene van een derde staat mag zijn;
hun economische subjecten aan te bevelen in onderling overleg de wetgeving te kiezen die van toepassing is op hun contracten;
aan te moedigen dat een beroep wordt gedaan op de arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handelsrecht (Uncitral) en arbitrage door een andere instantie of staat die het verdrag hebben ondertekend over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken dat op 10 juni 1958 in New York werd gesloten.
ARTIKEL 86
Niets in de Overeenkomst zal een partij beletten, binnen de grenzen van haar respectieve bevoegdheden, maatregelen te nemen :
a) die zij nodig acht om de onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist, te beletten;
b) die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits dergelijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c) die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse beroeringen die de handhaving van recht en orde in gevaar brengen in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden of om verplichtingen na te komen, die zij voor de instandhouding van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan;
d) die zij nodig acht om haar internationale verplichtingen en verbintenissen na te komen met betrekking tot de controle op het tweeledig gebruik van industriële goederen en technologieën.
ARTIKEL 87
1. Op de door de Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen geldt het volgende :
de regelingen die Turkmenistan ten opzichte van de Gemeenschap toepast zullen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de lidstaten, hun onderdanen dan wel hun bedrijven of firma's;
de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Turkmenistan toepast zullen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen onderdanen van Turkmenistan dan wel bedrijven of firma's uit Turkmenistan.
2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de partijen om de ter zake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen, die niet in dezelfde situatie verkeren ten aanzien van hun vaste woonplaats.
ARTIKEL 88
1. Elk van beide partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van de Overeenkomst aan de Samenwerkingsraad voorleggen.
2. De Samenwerkingsraad kan het geschil bij aanbeveling beslechten.
3. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en haar lidstaten geacht één der beide partijen bij het geschil te zijn.
De Samenwerkingsraad benoemt een derde bemiddelaar.
De aanbevelingen van de bemiddelaars worden met meerderheid van stemmen genomen. Dergelijke aanbevelingen zijn niet bindend voor de partijen.
ARTIKEL 89
De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en gelden onverminderd de artikelen 12, 88 en 94.
ARTIKEL 90
De behandeling van Turkmenistan zal niet gunstiger zijn dan die welke de lidstaten onderling toepassen.
ARTIKEL 91
In de Overeenkomst wordt onder de term « partijen » verstaan Turkmenistan enerzijds en de Gemeenschap, of de lidstaten, of de Gemeenschap en de lidstaten, in overeenstemming met hun respectievelijke bevoegdheden, anderzijds.
ARTIKEL 92
Het Verdrag inzake het Europees Energiehandvest en de protocollen daarvan zijn bij de inwerkingtreding van toepassing op zaken die onder deze Overeenkomst ressorteren en onder dit Verdrag en de protocollen daarvan vallen maar alleen in de mate waarin een dergelijke toepassing hierin is voorzien.
ARTIKEL 93
De Overeenkomst wordt gesloten voor een aanvankelijke periode van tien jaar waarna de Overeenkomst automatisch telkens met een jaar wordt verlengd mits één van beide partijen de andere partij zes maanden voor de Overeenkomst verstrijkt schriftelijk in kennis stelt van opzegging.
ARTIKEL 94
1. De partijen treffen alle algemene of specifieke maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de Overeenkomst te voldoen. Zij zullen erop toezien dat de in de Overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens de Overeenkomst niet is nagekomen, mag zij passende maatregelen treffen. Alvorens zulks te doen, verstrekt deze partij, behalve in bijzonder dringende gevallen, de Samenwerkingsraad alle ter zake doende gegevens die nodig zijn voor een grondig onderzoek van de situatie om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die welke de goede werking van de Overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Samenwerkingsraad gebracht, die daaromtrent overleg moet plegen indien de andere partij zulks verlangt.
ARTIKEL 95
De bijlagen I, II, III, IV, V en het protocol maken een wezenlijk onderdeel uit van de Overeenkomst.
ARTIKEL 96
Totdat er onder de onderhavige Overeenkomst gelijkwaardige rechten zijn verworven voor zowel individuen als ondernemers, zal de Overeenkomst geen afbreuk doen aan rechten die hun worden verzekerd door bestaande overeenkomsten, welke bindend zijn voor één of meer lidstaten enerzijds, en voor Turkmenistan anderzijds met uitzondering van gebieden die tot de bevoegdheid van de Gemeenschap behoren en zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit deze Overeenkomst op gebieden die tot hun bevoegdheid behoren.
ARTIKEL 97
De Overeenkomst is van toepassing op, enerzijds, de grondgebieden waar de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden toegepast, onder de in die verdragen gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Turkmenistan.
ARTIKEL 98
Deze Overeenkomst zal worden gedeponeerd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
ARTIKEL 99
De Overeenkomst is opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Turkmeense taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek en zal worden gedeponeerd bij de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
ARTIKEL 100
De Overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de dag waarop de partijen de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie kennisgeving doen van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Bij haar inwerkingtreding vervangt deze Overeenkomst, wat de betrekkingen tussen Turkmenistan en de Gemeenschap betreft, de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking die op 18 december 1989 in Brussel werd ondertekend.
ARTIKEL 101
Indien de bepalingen van bepaalde onderdelen van deze Overeenkomst in afwachting van de voltooiing van de procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst in werking treden door middel van een Interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en Turkmenistan, komen de partijen overeen dat de term « datum van inwerkingtreding » in dat geval betekent de datum van inwerkingtreding van de Interimovereenkomst.
Fait à Bruxelles, le vingt-cinq mai mil neuf cent quatre-vingt-dix-huit.
Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste mei negentienhonderd achtennegentig.
Pour le Royaume de Belgique
Voor het Koninkrijk België
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Por las Comunidades Europeas
For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften

For the European Communities
Pour les Communautés européennes
Per la Comunità europee
Voor de Europese Gemeenschappen
Pelas Comunidades Europeias
Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
LIJST VAN AAN DE OVEREENKOMST
GEHECHTE TEKSTEN
Bijlage I : Indicatieve lijst van voordelen die Turkmenistan overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan de Onafhankelijke Staten toekent.
Bijlage II : Voorbehouden van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 21, lid 2.
Bijlage III : Voorbehouden van Turkmenistan overeenkomstig artikel 21, lid 4.
Bijlage IV : Financiële diensten, als bedoeld in artikel 24, lid 3.
Bijlage V : Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendom als bedoeld in artikel 40.
Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken.
BIJLAGE I
Indicatieve lijst van voordelen die Turkmenistan overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan de Onafhankelijke Staten toekent
1. Invoer- en uitvoerrechten
Er worden geen invoerrechten geheven.
Voor diensten als douane-afhandeling, commissies en andere heffingen die worden toegepast door de nationale douane, de nationale goederenbeurs, en de nationale belastinginspectie is geen betaling verschuldigd voor de volgende goederen :
· invoer van graan, babyvoeding, voedsel dat aan de bevolking wordt verkocht tegen door de staat bepaalde prijzen;
· goederen die worden ingevoerd op contractbasis en gefinancierd uit de Turkmeense overheidsbegroting.
2. Voorwaarden voor vervoer en doorvoer
Met betrekking tot de GOS-landen die partij zijn bij de multilaterale overeenkomst inzake de beginselen en voorwaarden betreffende betrekkingen op vervoergebied en/of op grond van bilaterale regelingen inzake vervoer en doorvoer, worden geen rechten of heffingen toegepast op een wederkerige basis voor het vervoer en de douane-afhandeling van goederen (met inbegrip van goederen die worden doorgevoerd) en de doorvoer van voertuigen.
Voertuigen uit GOS-landen zijn vrijgesteld van rechten bij doorvoer over het grondgebied van Turkmenistan.
BIJLAGE II
Voorbehouden van de Gemeenschap
overeenkomstig artikel 21, lid 2
Mijnbouw
In sommige lidstaten kan voor de ontginning van ertsen door ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben een vergunning vereist zijn.
Visserij
Tenzij anders bepaald is de toegang tot en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en visserijgronden die zich bevinden in maritieme wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van lidstaten van de Gemeenschap vallen, beperkt tot vissersvaartuigen die de vlag van een Lidstaat van de Gemeenschap voeren en die op het grondgebied van de Gemeenschap geregistreerd zijn.
Aankoop van onroerend goed
In sommige lidstaten is de aankoop van onroerend goed door niet-EG-ondernemingen aan beperkingen onderworpen.
Audiovisuele diensten met inbegrip van de radio-omroep
Wat productie en distributie betreft, met inbegrip van het uitzenden en andere vormen van transmissie aan het publiek, kan de nationale behandeling beperkt zijn tot audiovisuele werken die aan bepaalde criteria ten aanzien van de oorsprong voldoen.
Telecommunicatiediensten, met inbegrip van mobiele verbindingen en satellietverbindingen
Gereserveerde diensten.
In sommige lidstaten is de markttoegang voor complementaire diensten en infrastructuur aan beperkingen onderhevig.
Vrije beroepen
Beperkt tot natuurlijke personen die onderdanen zijn van de lidstaten. Onder bepaalde voorwaarden kan aan deze personen toestemming tot het oprichten van ondernemingen worden verleend.
Landbouw
In bepaalde lidstaten wordt de nationale behandeling niet toegekend aan ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben en die een landbouwbedrijf wensen op te richten. De aankoop van wijngaarden door ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben, is afhankelijk gesteld van een kennisgeving of, indien nodig, een vergunning.
Persagentschappen
In sommige lidstaten is de deelneming van buitenlanders in uitgeverijen en omroeporganisaties aan beperkingen onderhevig.
BIJLAGE III
Voorbehouden van Turkmenistan
overeenkomstig artikel 21, lid 4
1. Volgens de huidige Turkmeense wetgeving is voor vennootschappen of natuurlijke personen die in bepaalde economische activiteiten in Turkmenistan willen investeren een vergunning vereist. De voorwaarden voor de afgifte van dergelijke vergunningen mag niet leiden tot discriminatie tussen Turkmeense en buitenlandse vennootschappen.
De vergunningverlening mag niet gebruikt worden om de aan vennootschappen uit de Gemeenschap krachtens artikel 21, lid 4, van deze overeenkomst toegekende voordelen teniet te doen, of andere bepalingen van deze overeenkomst te ontduiken. De vergunningverlening mag met name niet gebruikt worden om de vestiging van vennootschappen uit de Gemeenschap op welk economisch terrein dan ook te verhinderen, behalve zoals bepaald in onderstaand punt 2. Vergunningen mogen niet worden ingetrokken zonder opgaaf van reden, en bij intrekking kan beroep worden aangetekend en, zo nodig, geschillenbeslechting worden aangevraagd.
2. De volgende voorbehouden worden momenteel toegepast :
Aankoop van onroerend goed
Buitenlandse personen en vennootschappen mogen geen stukken land kopen. Zij mogen echter wel stukken land pachten voor lange perioden.
Landbouw
Er zijn beperkingen voor buitenlanders wat betreft het fokken van paarden en « sardzhin- » schapen.
Historische gebouwen en monumenten
3. Toepassing van de beperkingen onder bovenstaand punt 2 kunnen in geen geval leiden tot een minder gunstige behandeling dan die welke wordt toegekend aan vennootschappen van een derde land. Elke versoepeling van deze beperkingen wordt ook toegepast op vennootschappen uit de Gemeenschap op basis van nationale behandeling of, indien deze gunstiger is, op basis van de behandeling als meestbegunstigde natie.
De toekomstige ontwikkeling van de Turkmeense wetgeving betreffende investeringen vindt plaats overeenkomstig de bepalingen en in de geest van deze overeenkomst, met inbegrip van met name de Algemene Beginselen, de voorwaarden voor vestiging en exploitatie van vennootschappen, en de bepalingen betreffende samenwerking op het gebied van wetgeving (Titels I, IV, en V), en de briefwisseling tussen de Gemeenschap en Turkmenistan betreffende de vestiging van vennootschappen.
BIJLAGE IV
Financiële diensten als bedoeld in artikel 24, lid 3
Een financiële dienst is een dienst van financiële aard die door een financieel dienstverlener van een van de partijen wordt aangeboden. Financiële diensten omvatten de volgende activiteiten :
A. Alle verzekeringsdiensten en daarmee verband houdende diensten;
1. Directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering).
i) levensverzekering
ii) niet-levensverzekering
2. Wederverzekering en retrocessie.
3. Verzekeringsbemiddeling, zoals diensten van makelaars en agenten.
4. Ondersteunende diensten in de verzekeringssector, zoals adviesverstrekking, actuariaat, risicobeoordeling en regeling van schade-eisen.
B. Bankwezen en andere financiële diensten (verzekeringen niet inbegrepen).
1. Acceptatie van deposito's en andere terugbetaalbare middelen van het publiek.
2. Alle soorten leningen, onder meer consumentenkrediet, hypotheekleningen, factorkrediet en financiering van commerciële transacties.
3. Financiële leasing.
4. Alle betalings- en geldovermakingsdiensten, met inbegrip van krediet- en betaalkaarten, reischeques en bankwissels.
5. Garanties en verplichtingen.
6. Verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van derden, hetzij in de beurs, hetzij op de parallelmarkt, hetzij anderszins, van de volgende producten :
a) geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen, enz.);
b) deviezen;
c) afgeleide producten, zoals bij voorbeeld termijnen en opties;
d) wisselkoers- en rentevoetinstrumenten, met inbegrip van producten zoals ruiltransacties, termijnkoerstransacties, enz.;
e) verhandelbare effecten;
f) andere verhandelbare stukken en financiële activa, met inbegrip van ongemunt goud en zilver.
7. Deelneming in de uitgifte van diverse soorten effecten, met inbegrip van het garanderen en plaatsen van effecten als agent (openbaar of particulier) en het verlenen van daarmee verband houdende diensten.
8. Geldmakelaarsdiensten.
9. Beheer van activa, bij voorbeeld van kasmiddelen of beleggingsportefeuilles, alle vormen van gezamenlijk investeringsbeheer, beheer van pensioenfondsen alsmede bewaargevings-, deposito- en trustdiensten.
10. Vereffenings- en verrekeningsdiensten voor financiële activa met inbegrip van effecten, afgeleide producten en andere verhandelbare stukken.
11. Advies en bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten in verband met de in de punten 1 tot en met 10 genoemde activiteiten, met inbegrip van kredietreferenties en -analyse, onderzoek en advies in verband met investeringen en beleggingsportefeuilles, alsmede advies over aankopen en over bedrijfsreorganisatie en -strategie.
12. Verstrekken en overdragen van financiële informatie, financiële gegevensverwerking en bijbehorende software door andere financiële dienstverleners.
De volgende activiteiten zijn van de definitie van financiële diensten uitgesloten :
a) activiteiten van centrale banken of andere overheidsinstellingen voor de tenuitvoerlegging van het monetair beleid of het wisselkoersbeleid;
b) activiteiten die voor rekening of met de garantie van de regering worden uitgevoerd door centrale banken, overheidsinstanties, ministeries of openbare instellingen, behalve wanneer de activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met die overheidslichamen mogen worden uitgevoerd;
c) activiteiten die deel uitmaken van een wettelijk stelsel van sociale zekerheid of van wettelijke pensioenregelingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met overheidslichamen of particuliere instellingen mogen worden uitgevoerd.
BIJLAGE V
Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële
en commerciële eigendom als bedoeld in artikel 40
1. Artikel 40, lid 2, heeft betrekking op de hierna volgende multilaterale overeenkomsten :
Berner-conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs, 1971);
Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961);
Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm van 1967, geamendeerd in 1979);
Protocol bij de schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève 1977, geamendeerd in 1979);
Verdrag van Budapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd in 1980);
Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV) (Akte van Genève, 1991).
2. De Samenwerkingsraad kan aanbevelen dat artikel 40, lid 2, van toepassing is op andere multilaterale overeenkomsten. Indien zich problemen voordoen op het gebied van de intellectuele, de industriële en de commerciële eigendom die gevolgen hebben voor de omstandigheden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, wordt op verzoek van een der partijen ten spoedigste overleg gepleegd ten einde een voor beide partijen bevredigende oplossing te vinden voor het probleem.
3. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende multilaterale overeenkomsten :
Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, geamendeerd in 1979);
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Octrooiensamenwerkingsverdrag) (Washington 1970, geamendeerd in 1979 en gewijzigd in 1984).
4. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst kent Turkmenistan aan vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap wat de erkenning en de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom betreft, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke dit land uit hoofde van bilaterale overeenkomsten en enig ander derde land toekent.
5. De bepalingen van lid 4 zijn niet van toepassing op de voordelen die Turkmenistan op een daadwerkelijke grondslag van reciprociteit aan enig derde land toekent of op de voordelen die Turkmenistan aan een ander land van de voormalige Sovjet-Unie toekent.
betreffende wederzijdse administratieve bijstand
in douanezaken
ARTIKEL 1
Definities
Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder :
a) douanewetgeving : de op het grondgebied van de partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van de door partijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
b) verzoekende autoriteit : een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;
c) aangezochte autoriteit : een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;
d) persoonlijke gegevens : informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare persoon;
e) inbreuk op de douanewetgeving : elke overtreding van de douanewetgeving en elke poging daartoe.
ARTIKEL 2
Werkingssfeer
1. Partijen verlenen elkaar, binnen hun bevoegdheden, bijstand, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in dit protocol, met het oog op de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen van deze wetgeving betreft.
2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten instemmen met het verstrekken van deze informatie.
ARTIKEL 3
Bijstand op verzoek
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving wordt nageleefd, met inbegrip van informatie betreffende vastgestelde of voorgenomen transacties die op deze wetgeving inbreuk maken of zouden maken.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat binnen het kader van haar wetgeving speciaal toezicht wordt gehouden op :
a) natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of overtreden hebben;
b) plaatsen waar voorraden goederen op zodanige wijze zijn bijeengebracht dat er redenen zijn om aan te nemen dat zij bestemd zijn voor transacties die in strijd zijn met de douanewetgeving;
c) goederenbewegingen waarover wordt medegedeeld dat zij aanleiding kunnen geven tot overtredingen van de douanewetgeving;
d) vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij voor het plegen van inbreuken op de douanewetgeving werden gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
ARTIKEL 4
Bijstand op eigen initiatief
Partijen verlenen elkaar op eigen initiatief en overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het verkrijgen van informatie omtrent :
transacties die een inbreuk vormen of lijken te vormen op deze wetgeving en die van belang kunnen zijn voor een andere partij;
nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;
goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van een overtreding van de douanewetgeving;
natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat zij de douanewetgeving overtreden of hebben overtreden;
vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij voor het plegen van inbreuken op de douanewetgeving werden gebruikt, worden gebruikt of zouden kunnen worden gebruikt.
ARTIKEL 5
Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar eigen wetgeving, de nodige maatregelen voor :
de afgifte van alle documenten,
de kennisgeving van alle besluiten,
waarop het bepaalde in dit protocol van toepassing is, aan een geadresseerde die op haar grondgebied verblijft of gevestigd is. In dergelijk geval is artikel 6, lid 3, van toepassing wat de verzoeken om mededeling van informatie of kennisgeving betreft.
ARTIKEL 6
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
1. Verzoeken in het kader van dit protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. De overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens :
a) de naam van de verzoekende autoriteit;
b) de gevraagde maatregel;
c) het onderwerp en de reden van het verzoek;
d) de relevante wetten, regels en andere rechtsvoorschriften;
e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;
f) een overzicht van de relevante feiten en het reeds uitgevoerde onderzoek, behalve in de in artikel 5 bedoelde gevallen.
3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze aanvaardbare taal.
4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds conservatoire maatregelen worden genomen.
ARTIKEL 7
Behandeling van verzoeken
1. De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en de haar beschikbare middelen, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde partij handelde, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is ook van toepassing op de administratieve dienst waaraan het verzoek door de aangezochte autoriteit werd gericht indien deze laatste niet tot zelfstandig handelen bevoegd is.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels en andere rechtsvoorschriften van de aangezochte partij.
3. Gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen met instemming van de andere betrokken partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie over transacties waarbij de douanewetgeving wordt of zou kunnen worden overtreden verkrijgen die de verzoekende autoriteit nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit protocol.
4. Ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere betrokken overeenkomstsluitende partij, en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.
ARTIKEL 8
Vorm waarin de informatie
dient te worden verstrekt
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.
2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die, in ongeacht welke vorm, met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking voor hetzelfde doel wordt verstrekt.
3. Originele dossiers en documenten worden alleen opgevraagd wanneer niet kan worden volstaan met gewaarmerkte kopieën. Toegezonden originelen worden zo spoedig mogelijk teruggezonden.
ARTIKEL 9
Uitzonderingen op de verplichting tot het verlenen van bijstand
1. De partijen kunnen de in dit protocol bedoelde bijstand weigeren wanneer het verlenen daarvan :
a) de soevereiniteit van Turkmenistan of die van een lidstaat van de Europese Unie die uit hoofde van dit protocol om bijstand is gevraagd zou kunnen aantasten; of
b) de openbare orde, veiligheid of andere wezenlijke belangen, in het bijzonder de in artikel 10, lid 2, genoemde gevallen, zou kunnen aantasten; of
c) de toepassing inhoudt van deviezen- of belastingvoorschriften andere dan voorschriften inzake douanerechten; of
d) de schending zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.
2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit bepaalt zelf hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
3. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen het daartoe strekkende besluit en de redenen ervan onverwijld aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.
ARTIKEL 10
Het uitwisselen van gegevens en geheimhouding
1. Alle informatie, in welke vorm dan ook, die ter uitvoering van dit protocol is verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, of is voor beperkte verspreiding bestemd, afhankelijk van de van toepassing zijnde voorschriften van elk van de partijen, en valt onder de geheimhoudingsplicht. Op deze informatie is de wetgeving van toepassing die op soortgelijke informatie van de ontvangende partij van toepassing is. Tevens zijn de ter zake geldende bepalingen van toepassing waaraan de communautaire instellingen zijn onderworpen.
2. Persoonlijke gegevens mogen alleen worden verstrekt wanneer de ontvangende partij zich ertoe verbindt deze gegevens een op zijn minst equivalente bescherming te geven als die welke in dat specifieke geval wordt toegepast door de partij die de gegevens verstrekt.
3. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt. Voor een dergelijk gebruik gelden de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.
4. Het bepaalde in lid 3 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt wordt van een dergelijk gebruik in kennis gesteld.
5. De partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, getuigenverklaringen en in gerechtelijke procedures.
ARTIKEL 11
Deskundigen en getuigen
Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de beperkingen van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van de andere partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijk voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.
ARTIKEL 12
Kosten van de bijstand
De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
ARTIKEL 13
Tenuitvoerlegging
1. De centrale douaneautoriteiten van Turkmenistan, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, anderzijds, zijn belast met de uitvoering van dit Protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit protocol vast, met inachtneming van de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in dit protocol dienen te worden aangebracht.
2. De partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar vervolgens in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig de bepalingen van dit protocol worden genomen.
ARTIKEL 14
Andere overeenkomsten
1. Rekening houdend met de specifieke bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en de lidstaten geldt het volgende :
het Protocol doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de verdragsluitende partijen krachtens andere internationale overeenkomsten of verdragen;
het Protocol wordt beschouwd als een aanvulling op overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen individuele lidstaten van de Europese Unie en Turkmenistan zijn of kunnen worden gesloten;
het Protocol doet geen afbreuk aan de voorschriften betreffende de uitwisseling tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van informatie verkregen uit hoofde van deze overeenkomst die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.
2. Niettegenstaande de bepalingen van artikel 1 prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst boven de bepalingen van bilaterale overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen individuele lidstaten van de Europese Unie en Turkmenistan zijn of kunnen worden gesloten, voor zover de bepalingen van laatstgenoemde onverenigbaar zijn met de bepalingen van dit protocol.
3. Over kwesties betreffende de toepasselijkheid van dit protocol voeren de verdragsluitende partijen overleg teneinde een oplossing te vinden in het kader van het krachtens artikel 79 van deze overeenkomst ingestelde Samenwerkingscomité.
De gevolmachtigden van
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE FRANSE REPUBLIEK,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP, het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,
hierna « de lidstaten » te noemen, en van
de EUROPESE GEMEENSCHAP, de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,
hierna « de Gemeenschap » te noemen,
enerzijds, en
de gevolmachtigden van de TURKMENISTAN,
anderzijds,
bijeengekomen te Brussel, op 25 mei 1998, voor de ondertekening van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds, hierna « de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst » te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen :
De Overeenkomst, waaronder de bijlagen en het volgende protocol :
Het Protocol betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Turkmenistan hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht :
Gemeenschappelijke verklaring betreffende persoonsgegevens
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 13
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het begrip « zeggenschap » in artikel 23, onder b), en artikel 34
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 33
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 40
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 94
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Turkmenistan hebben ook nota genomen van de volgende briefwisseling, die aan deze Slotakte is gehecht :
Briefwisseling tussen de Gemeenschap en Turkmenistan met betrekking tot de vestiging van vennootschappen.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Turkmenistan hebben voorts kennis genomen van de volgende aan deze Slotakte gehechte verklaring :
Verklaring van de Franse Regering.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING
Bij de toepassing van de overeenkomst zijn de partijen zich bewust van de noodzaak van een adequate bescherming van personen met betrekking tot de verwerking van persoonlijke gegevens en het vrije verkeer van dergelijke gegevens.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING
BETREFFENDE ARTIKEL 5
Indien de partijen menen dat de omstandigheden ontmoetingen op het hoogste niveau nodig maken, dan kunnen deze op ad-hocbasis worden georganiseerd.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING
BETREFFENDE ARTIKEL 13
Tot Turkmenistan toetreedt tot de WTO overleggen de Partijen binnen het Samenwerkingscomité over het Turkmeense beleid inzake invoertarieven, met inbegrip van veranderingen in de tariefbescherming. In het bijzonder voorafgaand aan een verhoging van de tariefbescherming wordt dergelijk overleg aangeboden.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE
HET BEGRIP « ZEGGENSCHAP »
IN ARTIKEL 23, ONDER b), EN ARTIKEL 34
1. De partijen bevestigen dat zij onderling zijn overeengekomen dat « zeggenschap » afhangt van de feitelijke omstandigheden van elk geval.
2. Een vennootschap wordt bij voorbeeld geacht onder « zeggenschap » van een andere onderneming te staan, en dus een dochteronderneming van de andere vennootschap te zijn, indien :
de andere vennootschap rechtstreeks of middellijk beschikt over een meerderheid van de stemrechten, of
de andere vennootschap het recht heeft een meerderheid van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan aan te stellen of af te zetten, en ter zelfdertijd aandeelhouder of lid van de dochteronderneming is.
3. Beide partijen menen dat de in punt 2 vermelde criteria geen limitatieve opsomming vormen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING
BETREFFENDE ARTIKEL 33
Het feit dat een visum wordt vereist voor natuurlijke personen van bepaalde partijen en niet voor die van andere, wordt niet op zichzelf beschouwd als iets dat uit een specifieke verbintenis voortvloeiende voordelen teniet doet of daaraan afbreuk kan doen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING
BETREFFENDE ARTIKEL 40
De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de Overeenkomst intellectuele, industriële en commerciële eigendom inzonderheid het volgende omvat : auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogramma's, en naburige rechten, de rechten voor octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, warenmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke mededinging als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom en bescherming van niet-openbaargemaakte informatie over knowhow.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING
BETREFFENDE ARTIKEL 94
1. De partijen komen met het oog op de juiste uitlegging en toepassing van de Overeenkomst overeen dat onder de in artikel 94 van de Overeenkomst bedoelde « bijzonder dringende gevallen » wordt verstaan : gevallen van wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst door één van de partijen. Wezenlijke inbreuk op de Overeenkomst houdt in :
a) afwijzing van de Overeenkomst die niet in overeenstemming is met de algemene regels van het internationaal recht,
of
b) schending van de essentiële onderdelen van de Overeenkomst als vermeld in artikel 2.
2. De partijen komen overeen dat onder de in artikel 94 genoemde « passende maatregelen » wordt verstaan maatregelen die in overeenstemming zijn met het internationaal recht. Indien een partij een maatregel in een bijzonder dringend geval zoals bedoeld in artikel 94 neemt, kan de ander partij een beroep doen op de procedure voor geschillenbeslechting.
BRIEFWISSELING TUSSEN DE GEMEENSCHAP
EN TURKMENISTAN BETREFFENDE
DE VESTIGING VAN VENNOOTSCHAPPEN
A. Brief van de regering van Turkmenistan
Mijnheer,
Hierbij verwijs ik naar de op .............. geparafeerde Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst.
Tijdens de onderhandelingen heb ik erop gewezen dat Turkmenistan communautaire vennootschappen die zich in Turkmenistan vestigen en er activiteiten uitoefenen, in bepaalde opzichten een voorkeursbehandeling verleent. Ik heb daarbij opgemerkt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan het Turkmeense beleid om met alle middelen de vestiging van communautaire vennootschappen in Turkmenistan te bevorderen.
Dit betekent naar mijn oordeel dat Turkmenistan in de periode tussen de datum van parafering van deze Overeenkomst en de inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen inzake de vestiging van vennootschappen, geen maatregelen of voorschriften zal vaststellen tot invoering of verzwaring van discriminatie van communautaire vennootschappen ten opzichte van Turkmeense vennootschappen of vennootschappen van een derde land in vergelijking met de situatie op de datum van parafering van deze Overeenkomst.
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
voor de regering van Turkmenistan
B. Brief van de Europese Gemeenschap
Mijnheer,
Ik dank u voor uw brief van heden welke als volgt luidt :
« Hierbij verwijs ik naar de op ................ geparafeerde Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst.
Tijdens de onderhandelingen heb ik erop gewezen dat Turkmenistan communautaire vennootschappen die zich in Turkmenistan vestigen en er activiteiten uitoefenen, in bepaalde opzichten een voorkeursbehandeling verleent. Ik heb daarbij opgemerkt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan het Turkmeense beleid om met alle middelen de vestiging van communautaire vennootschappen in Turkmenistan te bevorderen.
Dit betekent naar mijn oordeel dat Turkmenistan in de periode tussen de datum van parafering van deze Overeenkomst en de inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen inzake de vestiging van vennootschappen, geen maatregelen of voorschriften zal vaststellen tot invoering of verzwaring van discriminatie van communautaire vennootschappen ten opzichte van Turkmeense vennootschappen of vennootschappen van een derde land in vergelijking met de situatie op de datum van parafering van deze Overeenkomst.
Ik moge U verzoeken mij de ontvangst van deze brief te willen bevestigen. »
Ik bevestig u de ontvangst van deze brief.
Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
namens de Europese Gemeenschap
VERKLARING VAN DE FRANSE REGERING
De Franse Republiek merkt op dat de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst met Turkmenistan niet van toepassing is op de landen en gebieden overzee die krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap met de Europese Gemeenschap geassocieerd zijn.
Fait à Bruxelles, le vingt-cinq mai mil neuf cent quatre-vingt-dix-huit.
Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste mei negentienhonderd achtennegentig.
Pour le Royaume de Belgique
Voor het Koninkrijk België
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Por las Comunidades Europeas
For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften

For the European Communities
Pour les Communautés européennes
Per la Comunità europee
Voor de Europese Gemeenschappen
Pelas Comunidades Europeias
Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
Voorontwerp van wet houdende instemming met de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds, met de Bijlagen I, II, III, IV en V, met het Protocol, en met de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 mei 1998
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
De Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds, de Bijlagen I, II, III, IV en V, het Protocol, en de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 mei 1998, zullen volkomen gevolg hebben.
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 5 februari 1999 door de minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem van advies te dienen over een voorontwerp van wet « houdende instemming met de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Turkmenistan, anderzijds, met de Bijlagen I, II, III, IV en V, met het Protocol, en met de Slotakte, gedaan te Brussel op 25 mei 1998 », heeft op 25 maart 1999 het volgende advies gegeven :
In het opschrift en in artikel 2 van het om advies voorgelegde voorontwerp dient het bij het goed te keuren verdrag gevoegde protocol met zijn opschrift te worden vermeld. Men schrijve derhalve op die plaatsen « Protocol betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken ».
De kamer was samengesteld uit :
De heer D. VERBIEST, kamervoorzitter;
De heren M. VAN DAMME en J. SMETS, staatsraden;
De heren G. SCHRANS en E. WYMEERSCH, assessoren van de afdeling wetgeving;
Mevrouw A. BECKERS, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer B. SEUTIN, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door mevrouw A. VAN MINGEROET, adjunct-referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. SMETS.
| De griffier, | De voorzitter, |
| A. BECKERS. | D. VERBIEST. |