2-106/1 | 2-106/1 |
13 OKTOBER 1999
Met dit voorstel van resolutie wordt aan de regering gevraagd een behoeftengestuurd palliatief plan te ontwikkelen waarbij de terminale patiënt centraal staat en waarbij alle zorgvormen (thuiszorg, dagcentra, palliatieve netwerken en palliatieve samenwerkingsverbanden en palliatieve eenheden) op elkaar, maar vooral op de behoeften van de patiënt worden afgestemd.
Dit voorstel van resolutie dient samen te worden gelezen met het wetsvoorstel op de euthanasie (Stuk Senaat, nr. 2-105/1).
Opdat de keuzevrijheid van de patiënt en het recht op een waardige beëindiging van het leven maximaal zouden worden gegarandeerd, moet enerzijds in een wettelijke regeling met betrekking tot de euthanasie en anderzijds in de uitwerking van een palliatieve zorgverlening worden voorzien. De vraag naar euthanasie mag niet ontstaan omwille van een tekort in het palliatieve zorgaanbod, maar zal steeds blijven bestaan, zelfs als we over een goed uitgebouwde palliatieve zorgverstrekking beschikken. De overheid moet wel voorkomen dat mensen gaan kiezen voor de dood omdat geen volwaardige zorg mogelijk is. De keuzevrijheid van de patiënt is maar gegarandeerd wanneer beide naast elkaar bestaan en wanneer het aanbod aan palliatieve zorg beantwoordt aan de behoeften van de patiënt.
In de verzorgingssector is één van de kerntaken van de overheid, de behoeften van de bevolking en het bestaande aanbod van diensten op elkaar af te stemmen. Dit is niet minder het geval wanneer het om palliatieve zorgen gaat. De behoeften zijn immers bekend. We weten dat meer dan 70 % van de bevolking wenst thuis te overlijden, terwijl meer dan 70 % in ziekenhuizen sterft en slechts 3 % in specifieke palliatieve eenheden. Slechts 20 % van de mensen kunnen thuis stervensbegeleiding krijgen.
In het verleden werd zowel op federaal als op gemeenschapsniveau heel wat gerealiseerd inzake de palliatieve zorgverlening. Recentelijk nog, besliste de regering vanaf 1 januari 2000 een financiële tegemoetkoming te verlenen voor de terminale patiënt die thuis wordt verpleegd. Het nakende koninklijk besluit voorziet in de instelling van een forfaitaire tegemoetkoming voor de geneesmiddelen, de verzorgingsmiddelen en de hulpmiddelen voor palliatieve thuispatiënten, van 19 500 frank voor dertig dagen. Dit bedrag kan een tweede maal worden toegekend.
Dit wekt soms verkeerdelijk de indruk dat palliatieve zorgverstrekking in ons land optimaal geregeld zou zijn. Bij nader inzien blijkt dat de bestaande initiatieven nog heel wat gebreken vertonen :
De vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal kanker- en aidspatiënten en de toename van sterk aftakelende chronische ziekten zullen een groter aanbod van palliatieve voorzieningen noodzakelijk maken in de toekomst;
Er bestaat op dit ogenblik onvoldoende continuïteit in de financiering van de bestaande initiatieven. Sommige initiatieven overleven louter op basis van liefdadigheid, andere worden in hun werking belemmerd door een gebrekkige financiële ondersteuning.
Uit de sterftecijfers leren we dat van de 102 215 personen die in 1990 overleden, er 60 427 in een ziekenhuis, 12 401 in een rusthuis en 25 269 thuis stierven. Ander onderzoek wijst uit dat de meerderheid van de patiënten thuis wenst te overlijden, terwijl in de praktijk blijkt dat slechts een kleine minderheid van de terminale patiënten thuis stervensbegeleiding kan krijgen. Momenteel wordt de patiënt die thuis verzorgd wordt, financieel benadeeld ten opzichte van de patiënt die ziekenhuisverpleging krijgt. Indien we het recht op vrije keuze van de patiënt willen garanderen, moeten voor de palliatieve thuiszorg bijgevolg meer middelen uitgetrokken worden. De ontoereikende voorbereiding van de zorgverstrekkers, de gebrekkige ondersteuning van de mantelzorger en het tekort aan oppasdiensten behoren eveneens tot de knelpunten die de palliatieve zorg belemmeren.
Stervensbegeleiding is een essentiële, maar vaak verwaarloosde opdracht voor de geneeskunde. Essentieel voor goede palliatie, is de evidente noodzaak van opleiding en navorming in goede pijnbestrijding voor artsen en verplegenden.
Naast de multidisciplinaire benadering van palliatie bij kankerpatiënten moet ook de deskundigheid in palliatieve zorgen voor andere terminale ziektes, zoals dementie, en palliatieve pediatrie vergroten.
Aangezien de bevoegdheden inzake de palliatieve zorg verdeeld zijn tussen de federale overheid en de gemeenschappen, veronderstelt de realisatie van een uitgewerkt palliatief zorgbeleid een verregaande samenwerking tussen de verschillende overheden. Om die reden wordt in het voorstel van resolutie aan de regering gevraagd initiatieven te nemen om een samenwerkingsakkoord te sluiten tussen enerzijds de federale Staat en de Franse Gemeenschap en anderzijds tussen de federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de palliatieve zorgverlening.
Om een behoeftengestuurd beleid inzake palliatieve zorg te ontwikkelen, wordt in het voorstel van resolutie aan de regering gevraagd om een palliatief beleidsplan te ontwikkelen.
Er moet dus een coherente visie op stervensbegeleiding in een palliatief plan uitgetekend worden. Alle zorgvormen zullen daarbij op elkaar, maar vooral op de behoeften van de patiënt moeten afgestemd worden.
Slechts dan zullen we mogen spreken van zorg op maat en van « respect voor de keuzevrijheid van de patiënt ».
| Iris VAN RIET. |
De Senaat vraagt de regering :
initiatieven te nemen om een samenwerkingsakkoord te sluiten tussen, enerzijds, de federale Staat en de Franse Gemeenschap en, anderzijds, de federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de palliatieve zorgverlening;
een behoeftengestuurd palliatief plan te ontwikkelen, gebaseerd op de noden van de patiënt en waarin volgende krachtlijnen worden opgenomen :
A. wat de algemene principes van het palliatief plan betreft :
1. bij het nemen van initiatieven inzake de palliatieve zorgen, het recht op vrije keuze te garanderen voor de patiënt, de hulpverleners, de zorgverstrekkende instellingen en de organisaties;
2. initiatieven te nemen om voor de organisaties die actief zijn in de palliatieve zorg, kwaliteitsnormen te ontwikkelen ten bate van de patiënt en zijn omgeving en dit in samenwerking met de bestaande organisaties die het werkveld en de noden kennen;
3. initiatieven te nemen om de gemeenschapsregeringen ertoe aan te zetten, de palliatieve zorg en pijnbestrijding op te nemen in de opleiding en de vorming van de medische en paramedische beroepen;
4. initiatieven te nemen om in programma's van wetenschappelijke ondersteuning voor de ontwikkeling van palliatieve zorg te voorzien en dit in samenwerking met de bestaande organisaties die het werkveld en de noden kennen;
5. de palliatieve zorgbehoeften en het bestaande zorgaanbod na drie jaar te evalueren;
6. initiatieven te nemen, in samenwerking met de gemeenschappen, om de mantelzorg maximaal te ondersteunen.
B. wat de voorzieningen van het palliatieve zorgaanbod betreft :
1. inzake de palliatieve netwerken en palliatieve samenwerkingsverbanden :
initiatieven te nemen om samen met de gemeenschapsregeringen de palliatieve netwerken en palliatieve samenwerkingsverbanden zodanig te organiseren dat witte vlekken noch overlappingen in het palliatieve landschap blijven bestaan;
initiatieven te nemen opdat de netwerken op een kwaliteitsvolle wijze kunnen voldoen aan het ministerieel besluit van 3 mei 1995 en het koninklijk besluit van 19 juni 1997, rekening houdende met de anciënniteit;
maatregelen te nemen opdat de subsidies en de controle zouden gebundeld worden;
initiatieven te nemen die de versoepeling van de RIZIV-voorwaarden voor de subsidiëring van de equipes mogelijk maken;
maatregelen te nemen om de multidisciplinaire equipes uit te breiden met een psycho-sociale functie;
2. inzake de palliatieve thuiszorg :
initiatieven te nemen om in een structurele financiering te voorzien voor de eerstelijnswerkers, teneinde de thuisverzorging van palliatieve patiënten te kunnen garanderen;
maatregelen te nemen om tegemoet te komen aan de onderbezetting en de hoge werklast waarmee de eerstelijnswerkers worden geconfronteerd, zodat een kwaliteitsvolle palliatieve thuiszorg mogelijk wordt;
initiatieven te nemen opdat een wettelijke regeling wordt uitgewerkt inzake de nachtopvang in de thuiszorg;
3. inzake de palliatieve functie in een rust- en verzorgingstehuis (RVT) :
initiatieven te nemen om de gemeenschapsregeringen ertoe aan te zetten maatregelen te nemen voor de financiële ondersteuning van aangepaste palliatieve zorgvormen in de RVT's (onder meer palliatief dag- en nachtverblijf, palliatief kortverblijf, palliatief langverblijf, palliatieve eenheid in RVT);
initiatieven te nemen om de uitbouw van een palliatief « support team » financieel te ondersteunen;
4. inzake de palliatieve functie in rusthuizen :
rekening houdend met het feit dat er geen reglementering bestaat met betrekking tot de uitbouw van een palliatieve functie in rusthuizen, initiatieven te nemen om de gemeenschapsregeringen ertoe aan te zetten, via gepaste stimuli, een palliatieve zorgcultuur in rusthuizen te ontwikkelen, waarbij zij bijzondere aandacht schenken aan de vorming van hun personeel;
5. inzake de palliatieve functie in ziekenhuizen :
de uitbouw van een palliatieve functie in elk ziekenhuis financieel te ondersteunen;
de gepaste maatregelen te nemen opdat de ziekenhuizen inzake de palliatieve zorgcultuur meer en beter samenwerken met de palliatieve thuiszorg;
6. inzake de gespecialiseerde residentiële eenheden voor palliatieve zorg :
het oprichten van palliatieve bedden op een evenwichtige wijze te laten geschieden, dit wil zeggen rekening houdend met de kwaliteit van de werking, de regionale spreiding en een optimale toegankelijkheid;
7. inzake de dagcentra voor palliatieve zorg :
een regeling voor de financiering van de dagcentra uit te werken.
| Iris VAN RIET. Jeannine LEDUC. Martine TAELMAN. Jean-Marie DEDECKER. Jacques DEVOLDER. André GEENS. Didier RAMOUDT. |