1-256 | 1-256 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 18 MARS 1999 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 MAART 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Merchiers.
Het woord is aan mevrouw Merchiers.
Mevrouw Merchiers (SP). Mijnheer de voorzitter, sedert jaren wordt vastgesteld dat een stijgend aantal patiënten een dienst pijnbestrijding in het ziekenhuis bezoeken, voornamelijk dan patiënten die lijden aan chronische pijn van diverse aard.
The Belgian Pain Society is reeds verschillende jaren actief en streeft naar de bewustwording van de noodzaak om de pijnproblematiek aan te pakken door onder meer de erkenning van zogenaamde pijnklinieken of referentiecentra binnen erkende ziekenhuizen. In deze referentiecentra moet worden gewerkt met een multidisciplinair team van artsen, verpleegkundigen en psychologen. De gezondheidswerkers van dit team zullen een bijzondere opleiding moeten volgen. Daarom vraagt de BPS de oprichting en de erkenning van een specialisatieopleiding agologie.
We vernamen dat op 30 januari 1999 een studiedag plaatsvond omtrent de pijnbestrijding waar de minister zijn interesse betoonde voor deze problematiek.
Mag ik van de minister vernemen welke initiatieven hij reeds genomen heeft of nog wil nemen om tegemoet te komen aan de vragen van deze sector ?
De voorzitter. Het woord is aan minister Colla.
De heer Colla, minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Mijnheer de voorzitter, mevrouw Merchiers heeft er terecht op gewezen dat het departement van Volksgezondheid onlangs samen met de Belgian Pain Society een symposium over pijn en pijnbestrijding heeft georganiseerd. Deze problematiek wordt schromelijk onderschat, zowel op het niveau van de opleiding als bij de behandeling.
Als gevolg van dit symposium zal er eerstdaags een rondetafel plaatsvinden met de verantwoordelijken voor de opleiding van zorgverstrekkers, zowel de medische faculteiten als de scholen voor verpleegkunde, en de vertegenwoordigers van de Belgian Pain Society om na te gaan op welke manier de basisopleiding van de zorgverstrekkers op dit vlak kan worden verbeterd.
Voorts hebben we de Hoge Raad voor geneesheren en specialisten om een dubbel advies verzocht. Het eerste element van dit advies heeft betrekking op de vraag of het al dan niet opportuun is over te gaan tot de erkenning van de bijzondere beroepstitel van agoloog, specialist in de pijnbestrijding. Tevens hebben we advies gevraagd over supplementaire accenten in de gespecialiseerde opleiding van anesthesisten, neurochirurgen, revalidatiespecialisten, huisartsen en psychiaters.
Zodra de Hoge Raad voor gezondheidsberoepen geïnstalleerd is, zal aan deze raad de opdracht worden gegeven om guidelines of good medical practice te ontwikkelen.
We hebben de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen verzocht een oordeel te formuleren over het invoeren van de algologische functie naar analogie met de palliatieve functie. Zodoende zou op elke verpleegeenheid de nodige aandacht kunnen worden besteed aan pijnbestrijding. We hebben deze raad eveneens om advies gevraagd over normering, kwaliteitsnormen en programmatie van pijncentra of pijnklinieken. Sommige ziekenhuizen hebben reeds dergelijke centra opgericht. Voor sommige patiënten, die ondanks alle mogelijke therapieën niet kunnen worden geholpen, is een gespecialiseerde behandeling in een pijncentrum de laatste oplossing. Aangezien vele ziekenhuizen willen overgaan tot de oprichting van een pijncentrum, heerst er op dit vlak in ons land een complete chaos. De vraag om advies betreft de functie van deze centra, de normering en de programmatie. Ik hoop dat we dit advies zo vlug mogelijk zullen ontvangen.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.