1-201/6

1-201/6

Belgische Senaat

ZITTING 1998-1999

30 MAART 1999


Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, met betrekking tot de oproeping bij proces-verbaal in jeugdzaken


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR MEVROUW MERCHIERS


De commissie voor de Justitie heeft dit wetsontwerp, zoals door de Kamer van volksvertegenwoordigers geamendeerd, besproken tijdens haar vergadering van 30 maart 1999.

BESPREKING

De indiener van het oorspronkelijke wetsvoorstel is van mening dat de geest van de door hem ingediende tekst volledig is overgenomen. Alleen heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers voor een andere technische oplossing gekozen. Een nieuw artikel 46bis wordt in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming wel ingevoegd, terwijl de aanvullingen voorgesteld bij de artikelen 45, 2, b) , en 54bis , § 1, tweede lid, van dezelfde wet niet zijn weerhouden, waarschijnlijk om herhalingen te vermijden.

Spreker kan zich aansluiten bij deze oplossing, hoewel hij er van overtuigd is dat zijn wetsvoorstel vollediger was.

Een lid is van oordeel dat de door de Senaat aangenomen tekst duidelijker was. De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft voor meer beknoptheid gekozen, wat de begrijpelijkheid van de tekst vermindert.

Er wordt op gewezen dat de aangebrachte wijzigingen voortvloeien uit regeringsamendementen.

Voor het overige geeft het wetsontwerp geen aanleiding tot opmerking.

Het wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Bij dezelfde eenparigheid werd vertrouwen geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur,
Nadia MERCHIERS.
De voorzitter,
Roger LALLEMAND.