1-1217/4 | 1-1217/4 |
3 FEBRUARI 1999
Art. 2
Het tweede lid van het voorgestelde artikel 5 vervangen als volgt :
« Wanneer de rechtspersoon aansprakelijk wordt gesteld uitsluitend omwille van de tussenkomst van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan enkel de persoon die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld, behalve in het geval de fout wetens en willens door deze natuurlijke persoon wordt gepleegd. »
Hugo VANDENBERGHE. |
Art. 2
Het voorgestelde artikel 5 aanvullen met een tweede en een derde lid, luidende :
« Wanneer het misdrijf wordt vastgesteld ten gevolge van een persoonlijke fout die wetens en willens (vrijwillig) door een geïdentificeerde natuurlijke persoon wordt gepleegd, kunnen de rechtspersoon en de natuurlijke persoon beiden worden vervolgd en veroordeeld.
Wanneer het misdrijf wordt vastgesteld ten gevolge van een persoonlijke fout die onvrijwillig door een geïdentificeerde natuurlijke persoon wordt gepleegd, kunnen de rechtspersoon en de natuurlijke persoon beiden worden vervolgd maar zal de rechter bij de beoordeling de zwaarte van de inbreuk in hoofde van ieder moeten beoordelen. »
Nadia MERCHIERS. |
(Subamendement op amendement nr. 9)
Art. 18 (nieuw)
Het voorgestelde artikel 18 als volgt formuleren :
« Art. 18. § 1. In artikel 13, § 1 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie wordt een tweede lid ingevoegd, luidende :
« Ten aanzien van een rechtspersoon kan de opschorting worden herroepen indien de geldboete, die voor het nieuwe misdrijf is opgelegd, ten minste 500 frank beloopt. »
§ 2. Ten aanzien van een rechtspersoon wordt het uitstel herroepen indien de geldboete, die voor het nieuwe misdrijf is opgelegd, meer dan 1 000 frank zonder uitstel beloopt. »
Eddy BOUTMANS. |
Art. 9bis (nieuw)
Een artikel 9bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 9bis. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 50bis ingevoegd, luidend als volgt :
« Wanneer een persoon burgerlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van een strafrechtelijke geldboete waartoe een andere persoon is veroordeeld, zal hij niet burgerlijk aansprakelijk zijn, indien hij strafrechtelijk veroordeeld wordt voor dezelfde feiten. In dit geval wordt het minimum van de door de wet voor het misdrijf voorziene geldboete opgeheven. »
Art. 12
Artikel 12 van het voorstel vervangen als volgt :
« Art. 12. Artikel 20 van de voorafgaande titel van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling :
« De strafvordering vervalt door de dood van de verdachte of door de afsluiting van de vereffening, door de gerechtelijke ontbinding of door de ontbinding zonder vereffening wanneer het om een rechtspersoon gaat.
De strafvordering kan daarna nog worden ingesteld, indien de invereffeningstelling, de gerechtelijke ontbinding of de ontbinding zonder vereffening tot doel hebben te ontsnappen aan de vervolging, of indien de rechtspersoon door de onderzoeksrechter inverdenkinggesteld is overeenkomstig artikel 61bis voor het verlies van de rechtspersoonlijkheid.
De burgerlijke rechtsvordering kan uitgeoefend worden tegen de verdachte en tegen zijn rechtsopvolgers. »
Verantwoording
Verbetering van wetgevingstechnische aard.
Art. 15
Het voorgestelde artikel 91 aanvullen met een tweede lid, luidend :
« Indien de in het vorige lid bedoelde maatregelen betrekking hebben op onroerende goederen, wordt ter zake gehandeld, overeenkomstig artikel 35bis van dit Wetboek. »
Art. 16
In het laatste lid van het voorgestelde artikel 600, tussen de woorden « zetel » en « en » de woorden « haar exploitatiezetels » invoegen.
Art. 17
In het tweede lid van het voorgestelde artikel 601, het woord « afschrift » vervangen door het woord « uittreksel ».
De minister van Justitie,
Tony VAN PARYS.
Art. 11
In het voorgestelde artikel 2bis de woorden « een gerechtelijk lasthebber » vervangen door de woorden « een lasthebber-ad hoc ».
Dominique JEANMOYE. Andrée DELCOURT-PÊTRE. |
Art. 11
In het voorgestelde artikel 2bis , de woorden « wijst de rechtbank » vervangen door de woorden « wijst de bevoegde rechtbank, ambtshalve of op verzoekschrift, ».
(Subamendement op amendement nr. 8)
Art. 15ter (nieuw)
Het voorgestelde 2º vervangen als volgt :
« Een derde lid wordt ingevoegd, luidende :
« Is de beklaagde een rechtspersoon dan kan hij verschijnen door een advocaat. »
(Subamendement op amendement nr. 8)
Art. 15ter (nieuw)
De laatste zin van het voorgestlede 2º vervangen als volgt :
« De rechter kan evenwel de persoonlijke verschijning van de rechtspersoon bevelen en duidt in dit geval daartoe het orgaan of een persoon van de vennootschap aan. »
Hugo VANDENBERGHE. |
Art. 15bis (nieuw)
Een artikel 15bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Aan artikel 152 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º In de tweede paragraaf worden na het woord « indien » de woorden « hij een natuurlijke persoon is en » ingevoegd.
2º Aan de tweede paragraaf wordt een derde lid toegevoegd, luidend als volgt :
« Indien de rechter in de gevallen bedoeld in het eerste lid de persoonlijke verschijning van de rechtspersoon beveelt, duidt hij daartoe het orgaan of een persoon van de rechtspersoon aan. »
(Subamendement op amendement nr. 22)
Art. 9bis
Het voorgestelde artikel 50bis vervangen als volgt :
« Art. 50bis. Wanneer een persoon burgerlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van een strafrechtelijke geldboete waartoe een andere persoon is veroordeeld, zal hij niet burgerlijk aansprakelijk zijn, indien hij strafrechtelijk veroordeeld wordt voor dezelfde feiten. In dit geval wordt het minimum van de door de wet voor het misdrijf voorziene geldboete opgeheven ten aanzien van de persoon die tot de geldboete werd veroordeeld waarvoor de andere persoon burgerlijk aansprakelijk kan worden gesteld. »
(Subamendement op amendement nr. 32)
Art. 9bis
In het voorgestelde artikel 50bis, de laatste zin schrappen.
Verantwoording
Het voorgestelde artikel 50bis beoogt te vermijden dat een persoon die, overeenkomstig de wet, het decreet of de ordonnantie, burgerrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van de strafrechtelijke geldboete waartoe een andere persoon is veroordeeld, hierdoor twee maal zou worden gesanctioneerd voor dezelfde feiten indien hij voor deze zelfde feiten ook strafrechtelijk wordt veroordeeld. In dat laatste geval primeert zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid.
De bijzondere wetgevingen die voorzien in dergelijk stelsel van burgerlijke aansprakelijkheid voor de betaling van de geldboeten, kenmerken zich vaak door de hoogte van de voorziene geldboeten. In bepaalde gevallen zal de rechter onder dit minimum kunnen gaan door zich te baseren op de verzachtende omstandigheden. Daarenboven kan de rechter bij de vaststelling van het bedrag rekening houden met de door de beklaagde aangevoerde elementen over zijn sociale toestand.
(Subamendement op amendement nr. 31)
Art. 15bis (nieuw)
Het 2º schrappen.
De minister van Justitie,
Tony VAN PARYS.
(Subamendement op amendement nr. 8 van de heer Boutmans)
Art. 15ter (nieuw)
Dit artikel vervangen als volgt :
« Artikel 185, §§ 1 en 2, wordt vervangen als volgt :
« § 1. De beklaagde, rechtspersoon, de burgerlijke en de burgerrechtelijk aansprakelijke partij verschijnen persoonlijk of in de persoon van een advocaat.
§ 2. De beklaagde, natuurlijke persoon, verschijnt persoonlijk. Hij kan zich echter door een advocaat laten vertegenwoordigen in zaken betreffende misdrijven waarop geen hoofdgevangenisstraf is gesteld, of in debatten die slechts betrekking hebben op een exceptie, op een tussengeschil dat de zaak zelf niet raakt, of op de burgerlijke belangen.
De rechtbank kan altijd toestaan dat de beklaagde zich laat vertegenwoordigen wanneer hij aantoont dat het hem onmogelijk is persoonlijk te verschijnen. »
Frederik ERDMAN. |