1-197 | 1-197 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 18 JUIN 1998 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 JUNI 1998 |
De voorzitter. Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Merchiers.
Het woord is aan mevrouw Merchiers.
Mevrouw Merchiers (SP). Mijnheer de voorzitter, op 22 april 1998 heeft het Arbitragehof een arrest geveld over enkele artikelen van de wet van 15 juli 1996, waarbij onder meer het woord « uitvoerbaar » werd vernietigd in het derde en het vierde lid van artikel 57, paragraaf 2, van de wet op het OCMW van 8 juli 1976, zoals gewijzigd door de wet van 15 juli 1996.
Die vernietiging heeft tot gevolg dat OCMW's voortaan financiële hulp dienen te verstrekken aan asielzoekers en/of illegalen die een bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten, maar die bij de Raad van State in beroep zijn gegaan tegen een afwijzende beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen of de Vaste Beroepscommissie.
Kan de staatssecretaris bevestigen dat de federale overheid de financiële hulpverlening die door de OCMW's in toepassing van dit arrest van het Arbitragehof wordt verstrekt, integraal zal terugbetalen aan de betrokken OCMW's ? Kan of moet daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende situaties naargelang van de datum van de aanvraag van de hulpverlening ?
De voorzitter. Het woord is aan staatssecretaris Peeters.
De heer Peeters, staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, toegevoegd aan de minister van Volksgezondheid. Mijnheer de voorzitter, het Arbitragehof heeft in zijn arrest van 22 april 1998 inderdaad bepaald dat het woord « uitvoerbaar » in het betrokken artikel van de OCMW-wet dient te worden vernietigd. Dit arrest is voor ons een basisgegeven inzake het beleid terzake. Concreet betekent dit dat uitgeprocedeerde asielzoekers nog een recht op maatschappelijke dienstverlening kunnen laten gelden zolang de Raad van State zich niet heeft uitgesproken over het beroep tegen de beslissing van de commissaris-generaal die de onontvankelijkheid van de asielaanvraag bevestigt, of tegen de negatieve beslissing inzake erkenning van de Vaste Beroepscommissie.
De federale regering onderzoekt momenteel hoe ze het door het arrest van het Arbitragehof gecreëerde recht op maatschappelijke dienstverlening zal toekennen. Die maatschappelijke dienstverlening kan op twee manieren worden gegeven : zoals nu reeds geregeld is voor de asielzoekers tijdens het ontvankelijkheidsonderzoek ofwel in de vorm van opvang in de open centra ofwel via steunverlening door de OCMW's.
We streven er naar om voor de meerderheid van uitgeprocedeerde asielzoekers die krachtens dit arrest een verlengd beroep kunnen doen op maatschappelijke dienstverlening, een opvang te kunnen organiseren in een van de opvangcentra. Dit vraagt echter een belangrijke wijziging van de structuur, de capaciteit en de organisatie van die centra. Voor de vluchtelingen die door het OCMW al financieel werden gesteund tijdens de periode die het uitvoerbaar bevel voorafging, opteren we voor de tweede mogelijkheid, namelijk de verlenging van de steun door een OCMW. Het is evident dat de toegekende financiële steun integraal ten laste zal worden genomen door de federale overheid.
Wij bereiden een omzendbrief voor om de OCMW's in te lichten over de gevolgen van dit arrest en over onze intenties tot terugbetaling van de door hen verleende steun. Ik heb hiervoor trouwens bijkomende kredieten gevraagd aan de minister van de Begroting. De budgettaire weerslag van deze maatregel is immers aanzienlijk.
Wat de tweede vraag betreft, kan ik antwoorden dat het arrest van het Arbitragehof in de eerste plaats geldt voor de toekomst en dat dus alleen de asielzoekers en illegalen die na de publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad in de situatie verkeren die in het arrest wordt beschreven, automatisch in het systeem zullen kunnen intreden indien er een aanvraag tot steunverlening is.
De bijzondere wet op het Arbitragehof voorziet wel in de mogelijkheid om vroegere beslissingen die genomen zijn op basis van de vernietigde bepaling, geheel of ten dele in te trekken op verzoek van degenen die partij zijn geweest of behoorlijk werden opgeroepen.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Dames en heren, ik stel voor onze werkzaamheden op te schorten in afwachting van de komst van de eerste minister.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst om 10.50 uur.
La séance est suspendue à 10 h 50.
Ze wordt hervat om 11.15 uur.
Elle est reprise à 11 h 15.
De voorzitter. De vergadering is hervat.
La séance est reprise.