1-20 | 1-20 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 25 JANVIER 1996 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 25 JANUARI 1996 |
Algemene beraadslaging en stemming over de artikelen
Discussion générale et vote des articles
De Voorzitter. Wij vatten de bespreking aan van het wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, en van de drie bijlagen, gedaan te Parijs op 13 januari 1993.
Nous abordons l'examen du projet de loi portant assentiment à la Convention sur l'interdiction de la mise au point, de la fabrication, du stockage et de l'emploi des armes chimiques et sur leur destruction, et des trois annexes, faites à Paris le 13 janvier 1993.
De algemene beraadslaging is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Het woord is aan de rapporteur.
De heer Bourgeois (CVP), rapporteur. Mijnheer de Voorzitter, wij bespreken hier een heel belangrijke overeenkomst. De commissie heeft dan ook in haar vergadering van 16 januari jongstleden het ontwerp intensief besproken.
In zijn uiteenzetting sprak de minister van Buitenlandse Zaken de hoop uit dat ons land deel zou uitmaken van de kopgroep van de 65 ratificerende Staten die nodig zijn om deze overeenkomst van kracht te doen worden.
Het verdrag bevestigt de beginselen van het Protocol van Genève van 1925 nopens het verbod op het gebruik van verschillende giftige en andere gassen tijdens oorlogshandelingen. Het is echter veel ruimer. Het protocol had alleen betrekking op het gebruik van chemische wapens. De overeenkomst die wij vandaag bespreken, verbiedt eveneens de ontwikkeling, de produktie, de verwerving, de opslag en de overdracht van dergelijke wapens. Tevens wordt de verplichting opgelegd de bestaande voorraden van chemische wapens te vernietigen. Dit heeft ook consequenties voor ons land. De voorraden die dateren van vóór 1925, worden als chemische afval beschouwd en niet als wapens en vallen derhalve niet onder deze conventie. Dit geldt meer bepaald voor de oorlogsmunitie die opgeslagen is in Poelkapelle en waarover in de commissie omstandig werd gesproken.
De minister wees ook op de financiële consequenties van de overeenkomst voor ons land. Van België wordt om te beginnen een bedrag van ongeveer 11 miljoen frank gevraagd. Nadien kan de jaarlijkse bijdrage oplopen tot 70 miljoen frank. Er moet ook een « nationale autoriteit » worden opgericht, die alle relevante gegevens met betrekking tot de chemische industrie in ons land verzamelt. Volgens de minister zal het aantal installaties dat in België voor inspectie in aanmerking komt, eerder beperkt zijn.
Als rapporteur wil ik mij beperken tot de hoofdlijnen. De jarenlange besprekingen die deze overeenkomst zijn voorafgegaan, hebben geleid tot een verdrag dat voor het eerst een bestaand wapensysteem helemaal zal moeten bannen. Het gaat hier niet om een beperking van wapens of om een intentieverklaring. Na de ervaringen met yperiet in ons land tijdens de Eerste Wereldoorlog kunnen wij de doelstelling van de overeenkomst ten volle ondersteunen. Er bestond daaromtrent in de commissie dan ook een zeer grote eensgezindheid.
Er werden vragen gesteld over de budgettaire weerslag van het ontwerp. Er werd ook opgemerkt dat de voor instemming voorgelegde internationale verdragen sneller ter beschikking moeten worden gesteld. Dit stond echter de uiteindelijke goedkeuring van het ontwerp in de commissie niet in de weg. Het ontwerp werd goedgekeurd met acht stemmen voor, bij twee onthoudingen.
Mijnheer de Voorzitter, sta mij toe, na lezing van het verslag, enkele korte beschouwingen te geven in naam van de CVP-fractie. De CVP-fractie wil nogmaals wijzen op het belang van deze conventie, die niet alleen de algehele en definitieve uitschakeling van een volledige categorie van massavernietigingswapens beoogt, maar ook elke mogelijkheid om chemische wapens te vervaardigen en te verwerven wil beletten. Het voorziene verificatiesysteem, dat zowel geldt voor militaire inrichtingen als voor de chemische industrie, vinden wij zeer positief, evenals de zorg om dat systeem zo waterdicht mogelijk te maken. Minder positief is dat bepaalde landen, die wel degelijk een bedreiging kunnen vormen, de conventie nog niet hebben ondertekend. Ik denk hier aan Irak, Noord-Korea, Syrië en Libië. Laten wij echter niet te pessimistisch zijn en er meteen ook op wijzen dat 159 landen dat wel hebben gedaan, waaronder Cuba, China, Iran, Israël en Cambodja, om er slechts enkele te noemen.
Daardoor heeft dit verdrag meer dan een symbolische waarde. Het is een wereldomvattend wapenbeheersingsinstrument dat over alle kansen beschikt om te slagen.
De druk op de landen, die deze overeenkomst nog niet hebben ondertekend, neemt steeds toe. Er is bovendien een soepele formule uitgewerkt voor de landen die willen toetreden.
De CVP vraagt dan ook dat ons land niet talmt. Het zou ons verheugen België terug te vinden bij de eerste 65 landen die het verdrag ratificeren, het quorum dat vereist is om het in werking te doen treden.
De consequenties van deze overeenkomst worden pas echt duidelijk op het ogenblik van de inwerkingtreding. De omvang van de opdracht en de pijnpunten kunnen immers pas na de declaraties van de verschillende landen precies worden bepaald.
Eerlijkheidshalve moeten we ook vragen stellen bij de uitvoerbaarheid van het verdrag, meer in het bijzonder met betrekking tot de budgettaire implicaties en de solidariteit tussen de ondertekenende landen.
De prijs die moet worden betaald voor de uitvoering van de conventie die een duurzame vrede en meer menselijkheid in conflictsituaties moet waarborgen, zal niet gering zijn.
Bepaalde landen zullen hun verplichtingen waarschijnlijk niet kunnen nakomen zonder de steun van andere landen. De financiële bijdrage van ons land van 1 pct. is in verhouding groot. We moeten dan ook overwegen of we onze solidariteit ook niet op een andere manier kunnen betuigen, bijvoorbeeld door onze ervaring met betrekking tot de behandeling en de vernietiging van chemische wapens ter beschikking te stellen van derde-wereldlanden.
Het verdrag heeft voor ons ook consequenties met betrekking tot de vernietiging van chemische wapens die in ons land aanwezig zijn. Het verdrag bepaalt dat voorraden, die dateren van voor 1925, buiten de conventie vallen. Zoals ik reeds opmerkte valt de reusachtige voorraad aan materiaal die is opgeslagen in Poelkapelle onder deze bepaling.
Naar wij van de minister van Buitenlandse Zaken hebben vernomen, is de installatie voor de vernietiging van dit als chemisch afval gedefinieerd materiaal opgeleverd, en kan de procedure in september van start gaan. Dat wij in afwachting van de inwerkingtreding van het verdrag reeds begonnen zijn met de vernietiging van chemisch materiaal dat buiten de conventie valt, is dan ook een niet onbelangrijk signaal.
De inventarisatie, die in ons land zal gebeuren door een op te richten « nationale autoriteit », zal de basis zijn voor de declaratie van ons land aan het centrale orgaan in Den Haag. De CVP-fractie rekent erop dat het verdrag zal worden opgevolgd en dat zowel de inventarisatie en de declaratie als de consequenties ervan zullen worden medegedeeld aan het Parlement. De lidstaten en hun bevolking zijn hierbij niet alleen financieel, maar ook moreel erg betrokken. Het is dan ook belangrijk dat het Parlement, dat de bevolking vertegenwoordigt, systematisch wordt geïnformeerd over de evolutie in de uitvoering van dit verdrag.
De CVP-senaatsfractie zal deze overeenkomst met grote overtuiging goedkeuren, omdat het een belangrijke stap is in het proces naar algehele ontwapening en naar duurzame vrede. (Applaus.)
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Anciaux.
De heer Anciaux (VU). Mijnheer de Voorzitter, de ratificatie van de Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens werd door de rapporteur terecht een mijlpaal in onze geschiedenis genoemd. Na de ervaring van België met de verschrikkelijke gevolgen van het gebruik van gifgas tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt enerzijds het pacifistisch ideaal van de Fronters eindelijk verwezenlijkt. Anderzijds werd in een recent verleden het bewijs geleverd van de betrokkenheid van talrijke industrielanden, waaronder België, bij de verwerving van technologie en grondstoffen voor het vervaardigen van chemische wapens door Irak. Hopelijk dringt de draagwijdte van deze overeenkomst tot eenieder door. De strengheid van het verbod op chemische wapens sluit mijns inziens elk meningsverschil uit.
Overal ter wereld wordt gezocht naar nieuwe middelen om de potentiële vijand te ontredderen of te doden en waartegen verweer moeilijk of onmogelijk is. De chemische wapens vormen reeds zo een afschrikkingsmiddel. De hele toxicologische oorlogsvoering is gebaseerd op het gebruik van chemische produkten ter vervanging of ter ondersteuning van conventionele wapens. Ik wil er overigens even aan herinneren dat ook klassieke wapens veelal steunen op de chemische eigenschappen van bepaalde produkten als explosieven, ontvlambare mengsels en rookverwekkende stoffen.
Intussen kijkt een nieuw wapen om de hoek ter ondersteuning van de conventionele bewapening, het laserwapen. Ik hoop dat, zo niet de internationale gemeenschap, dan minstens toch België de ontwikkeling, de produktie en het gebruik van dit laffe wapen voor zal zijn.
Sinds 1925 verbiedt het Protocol van Genève het gebruik van gifgassen. Toen was er reeds sprake van een algemeen verbod op het bezit en de produktie van chemische wapens. Pas 71 jaar later worden definitieve besluiten genomen op het algemeen verbod van chemische wapens. Nu de Verenigde Staten, anno 1995, over prototypes van het laserwapen beschikt, hoop ik dat we niet weer 71 jaar zullen moeten wachten op een algemeen internationaal verbod van dit laffe wapen. De politieke besluitvorming loopt al te vaak achter op de realiteit. De ernst van de situatie dringt pas tot ons bewustzijn door en ons geweten spreekt pas als het kwaad reeds is geschied.
Ik hoop dat deze ratificatie de uiting is van een algemene pacifistische wil tot internationale ontwapening zodat de grootste leugen van de twintigste eeuw, namelijk dat de vrede slechts mogelijk was door algemene bewapening, definitief wordt gekelderd.
Samen met collega Bourgeois reken ik op een ernstige opvolging van de uitvoering van de overeenkomt. Het mag niet bij woorden blijven. Er moeten internationale inspanningen worden gedaan om de landen die het moeilijk hebben met het vernietigen van hun voorraden chemische wapens, financieel te steunen. Wij zullen de daad bij het woord moeten voegen en we mogen ons niet beperken tot een wapen waarvan iedereen de verschrikking erkent op een ogenblik dat het door een ander wapen wordt vervangen waarover niemand durft te spreken. Het wordt tijd dat de Senaat het instrument wordt om in dit, meestal onzalige, land een pacifistische boodschap de wereld in te sturen. (Applaus.)
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Hostekint.
De heer Hostekint (SP). Mijnheer de Voorzitter, namens de SP-fractie wil ik graag reageren op dit zeer belangrijke wetsontwerp en sluit ik mij aan bij de pacifistische woorden van collega Anciaux.
Tijdens de vorige legislatuur ondertekende de Belgische Regering inderdaad de Overeenkomst voor het verbod op het gebruik van chemische wapens. Ik moet u er niet aan herinneren dat België het eerste slachtoffer was van deze verschrikkelijke vorm van oorlogsvoering. België is het dan ook aan zichzelf verplicht deze overeenkomst zo snel mogelijk te ratificeren. Vandaag doen wij in dit proces een zeer belangrijke stap vooruit.
De grote kracht van de overeenkomst ligt in de ruime interpretatie. De doelstellingen en de beginselen van het Protocol van Genève, ondertekend tussen de twee wereldoorlogen, worden in de nieuwe conventie niet alleen opnieuw bevestigd, maar vooral uitgebreid naar de ontwikkeling, produktie, verwerving en overdracht van chemische wapens.
De minister van Buitenlandse Zaken noemde het dan ook terecht het eerste verdrag dat ertoe strekt een bestaand wapensysteem uit de wereld te helpen. Een ander pluspunt is dat de omschrijving van een chemisch wapen opzettelijk zeer ruim is gehouden, zodat het moeilijk wordt de verbodsbepalingen te omzeilen.
Ik geloof dat niemand moet worden overtuigd van de noodzaak van deze conventie. Ook in de commissie gingen alle fracties akkoord met dit verdrag. Chemische wapens zijn goedkoop en eenvoudig te produceren en voor de aanmaak ervan is weinig technische kennis nodig. Daarom ook oefent deze vorm van bewapening een grote aantrekkingskracht uit op een aantal derde-wereldlanden en op een aantal terroristische organisaties. Het bestaan van bepaalde fracties en terroristische bewegingen binnen een nationale Staat vormt immers ook een probleem. Onlangs nog werd in Japan door een sekte gebruik gemaakt van chemische wapens.
Het desastreuze effect van chemische wapens op mens en milieu is overduidelijk. Denk maar aan het gebruik van gifgas, mosterdgas en ook de ontbladeringsmiddelen die in de jaren 60 op zeer grote schaal in Zuidoost-Azië werden ingezet.
Om ervoor te zorgen dat deze conventie geen dode letter blijft, moet België zo veel mogelijk landen langs diplomatieke weg aansporen om deze overeenkomst te ratificeren. Zo krijgt de conventie niet alleen een grotere morele kracht, maar vooral ook een juridische afdwingbaarheid. Vooral de landen die op het vlak van chemische wapens een reëel gevaar vormen, moeten in de lijst van de ondertekenaars en ratificerende landen voorkomen. Ik denk hier in het bijzonder aan een aantal risicolanden zoals Irak, Syrië, Noord-Korea en Libië.
Het vernietigen van chemische wapens is een dure zaak. Daarom zal er een speciaal fonds worden gecreëerd waarin de ondertekende landen bijdragen.
België heeft faam op het vlak van vernietiging van chemische wapens. Die deskundigheid kan worden aangewend ten bate van de derde-wereldlanden.
Ook biologische oorlogsvoering en genetische manipulatie houden vele gevaren in. Omdat deze wapens in de toekomst zelfs nog veel dodelijker kunnen blijken, moet ook hiervoor worden geijverd voor een verdragsrechtelijk verbod.
Tot slot wens ik hier nog eens te wijzen op de grote inspanningen van de Belgische Regering en van het Parlement. Ook in de senaatscommissie voor de Buitenlandse Aangelegenheden hebben alle fracties initiatieven op het vlak van de ontwapening voorgesteld. De jongste jaren neemt de ontwapening in al haar facetten een centrale plaats in in het Belgisch buitenlands beleid. Ons land speelt op dat vlak een voortrekkersrol, wat wij als socialisten toejuichen.
De SP-fractie zal dit wetsontwerp met veel overtuiging en veel enthousiasme goedkeuren. (Applaus.)
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Ceder.
De heer Ceder (Vl. Bl.). Mijnheer de Voorzitter, het Vlaams Blok zal dit wetsontwerp goedkeuren. Wij houden ons over het algemeen ver van elk onderscheid tussen « gruwelijke wapens » en « zeer gruwelijke wapens », maar wij moedigen elk globaal initiatief aan waarbij de wereld een veiliger plaats wordt zonder dat het Westen zijn militaire superioriteit moet afstaan.
Meer in het bijzonder kan Vlaanderen, het land dat het eerst kennis heeft gemaakt met chemische wapens niet afzijdig blijven bij deze bemoedigende overeenkomst. Ieper kent namelijk de treurige roem haar naam geschonken te hebben aan het eerste gifgas, het yperiet.
Net als de andere sprekers betreuren wij dat in de lijst van de ondertekenaars enkele minder verantwoordelijke Staten zoals Noord-Korea, Libië, Syrië en Irak ontbreken. Wat de drie laatste landen betreft, betrouwen wij op het gezond verstand van hun buurlanden en de meest bedreigde landen Israël en Koeweit, die deze overeenkomst wel hebben ondertekend. (Applaus.)
M. le Président. La parole est à Mme Bribosia.
Mme Bribosia-Picard (PSC). Monsieur le Président, mon intervention sera brève, les collègues qui m'ont précédée à cette tribune ayant parfaitement exprimé la satisfaction des membres de la commission des Affaires étrangères de voir aboutir cette convention sur les armes chimiques.
Néanmoins, le groupe PSC tient à souligner le caractère inédit de l'importance de la Convention internationale sur la destruction des armes chimiques, dans la mesure où il s'agit de l'élimination globale et définitive d'une catégorie entière d'armes de destruction massive.
Du fait du consensus international en la matière, il importe de souligner ici le rôle pilote que la Belgique peut jouer dans le cadre de sa politique générale de soutien au désarmement mondial et de l'éthique qu'elle s'est imposée elle-même en la matière. La Belgique possède en effet un savoir-faire reconnu sur le plan international dans le domaine du traitement des intoxications provoquées par les armes chimiques, comme c'est le cas au niveau du déminage. Plus qu'une aide financière, la Belgique devrait donc se concentrer sur une aide technique à apporter, plus particulièrement aux pays en voie de développement.
Il importe effectivement d'être attentif à plusieurs zones d'ombre qui pourraient mettre en péril cette convention, remarquable par ailleurs.
À titre d'exemple, si un nombre impressionnant d'États 159 vient-on de dire ont signé la convention, par contre, certains États, susceptibles d'être des régions à risque, comme l'Irak, ne l'ont pas encore signée. Par ailleurs, d'autres pays, eux signataires, n'auront probablement pas les moyens de détruire leurs stocks et nous devons les aider à cet égard. On en arrive ici à la question du suivi, de la vérification et des sanctions, à laquelle la convention n'apporte pas toutes les garanties nécessaires.
S'il importe, par conséquent, de rester vigilant, le groupe PSC soutient cette initiative internationale, qui s'inscrit dans le cadre du désarmement mondial. (Applaudissements.)
De Voorzitter. Het woord is aan minister Derycke.
De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. Mijnheer de Voorzitter, ik kan zeer kort zijn, aangezien wij beschikken over een excellent verslag en na deze openbare vergadering ook over excellente uiteenzettingen.
Dit is een bijzonder belangrijk verdrag, waarover, zoals collega Bourgeois daarnet zei, de pers jammer genoeg niet schrijft. Het is een mijlpaal in de ontwapeningspolitiek, maar blijkbaar maken wij in dit halfrond niet genoeg ruzie om aandacht van de pers te krijgen.
Dit verdrag is vooral voor Vlaanderen symbolisch. Vele jonge Vlamingen die in Ieper het slachtoffer werden van het yperiet zouden zich kunnen verheugen over deze overeenkomst maar waarschijnlijk ook betreuren dat de wereldgemeenschap er zo lang over heeft gedaan om tot dit resultaat te komen.
Het verdrag is niet alleen symbolisch, het kan ook effectief belangrijk worden, als onder andere dit Parlement de problematiek in kwestie op de voet blijft volgen en als wij niet gaan denken dat met het sluiten van het verdrag alle problemen opgelost zijn. Wij zullen moeten blijven ijveren voor een solidaire inspanning, waarin vooral België een rol moet spelen, aangezien het jammer genoeg over een bijzondere ervaring beschikt. Dit verdrag maakt het België mogelijk voor de nodige opleiding in te staan. Wij moeten andere landen helpen en ertoe aanzetten mee te werken aan de uitvoering van deze overeenkomst. De hoeveelheid chemisch tuig dat in de wereld rondslingert en nog moet worden vernietigd is immers gigantisch. Vooral de rijkere landen zullen daarvoor een financiële inspanning moeten doen.
De heer Anciaux haalde in zijn uiteenzetting aan dat België ook de promotor is geweest van een verdrag omtrent de laserwapens, dat onlangs in Wenen werd ondertekend in het kader van het verdrag over de « onmenselijke wapens » (CCW). Laserwapens die ontworpen zijn om de slachtoffers blind te maken zullen door dat verdrag verboden worden.
Dit is een grote stap voorwaarts, die mede door het Belgische Parlement kan gerealiseerd worden, waardoor het zijn traditionele anti-bewapeningsinzet opnieuw eer kan aandoen. Dit verdrag over de chemische wapens zal zo vlug mogelijk aan het Parlement ter ratificatie worden voorgelegd.
De heer Hostekint heeft erop gewezen dat een aantal landen het verdrag over de chemische wapens nog niet hebben ondertekend, waaronder enkele risicolanden. Men weet dat de Verenigde Naties zich bijzonder bezighouden met Irak. De bijzonder slechte economische en humanitaire situatie waarin dit land zich op het ogenblik bevindt, zullen dit land en zijn bevolking op de duur wel doen inzien dat alleen vrede en ontwapening, ook op chemisch vlak redding kunnen brengen. Ik ben iets meer optimistisch voor Syrië en Libië. Noord-Korea betekent dan weer een groter risico en moet voor de hele wereldgemeenschap een punt van bezorgdheid blijven. In de categorie van de communistische landen leeft dit erg teruggetrokken en voelt het zich, ten onrechte, voortdurend belaagd. Een ontsluiting van Noord-Korea is daarom een conditio sine qua non opdat ook dit land zoals zo vele andere dit verdrag zou ondertekenen. Hieraan zal nog hard moeten worden gewerkt.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Bourgeois.
De heer Bourgeois (CVP), rapporteur. Mijnheer de Voorzitter, ik zou de minister willen vragen het Parlement te betrekken bij de werkzaamheden van « deze nationale autoriteit » en in te lichten over de gang van zaken.
De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. Mijnheer de Voorzitter, ik meen dat vooral de minister van Landsverdediging daarbij zal worden betrokken. Ik zal hem per brief op de hoogte brengen van de vraag van de Senaat, die overigens reeds ter sprake kwam tijdens de behandeling in de commissie. Er zal een coördinatie komen tussen de departementen Landsverdediging, Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid en er zal rapport uitgebracht worden bij de Senaat.
De Voorzitter. Daar niemand meer het woord vraagt in de algemene beraadslaging verklaar ik ze voor gesloten en bespreken wij de artikelen van het wetsontwerp.
Plus personne ne demandant la parole dans la discussion générale, je la déclare close, et nous passons à l'examen des articles du projet de loi.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6º, van de Grondwet.
Article 1er . La présente loi règle une matière visée à l'article 77, alinéa 1er , 6º, de la Constitution.
Aangenomen.
Adopté.
Art. 2. De Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, en de drie bijlagen, gedaan te Parijs op 13 januari 1993, zullen volkomen uitwerking hebben.
Art. 2. La Convention sur l'interdiction de la mise au point, de la fabrication, du stockage et de l'emploi des armes chimiques et sur leur destruction, et les trois annexes, faites à Paris le 13 janvier 1993, sortiront leur plein et entier effet.
Aangenomen.
Adopté.
De Voorzitter. We stemmen later over het wetsontwerp in zijn geheel.
Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble du projet de loi.