1-444/2 | 1-444/2 |
30 OKTOBER 1996
Voor zijn inleidende uiteenzetting verwijst de minister uitdrukkelijk naar de memorie van toelichting bij dit wetsontwerp. (zie Gedr. St. Senaat, nr. 1-444/1, 1996-1997, blz. 2 tot 4.)
Er worden geen verdere vragen gesteld.
De artikelen 1 en 2, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
| De Rapporteur,
Michèle BRIBOSIA-PICARD. |
De Voorzitter,
Valère VAUTMANS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6º, van de Grondwet.
Art. 2
Het Akkoord, gesloten door wisseling van brieven, gedagtekend te Brussel op 9 februari en 13 februari 1995, tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, betreffende het statuut van de Belgische verbindingsambtenaren bij de te Den Haag gevestigde Europol Drugseenheid, zal volkomen uitwerking hebben.