Volksrepublik China - Neue Seidenstraße - wirtschaftliche Zusammenarbeit Volksrepubliek China - Nieuwe Zijderoute - Economische samenwerking
China
economische samenwerking
geopolitiek
transportinfrastructuur
24/8/2021 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/9/2021) |
20/9/2021 | Antwoord |
Diese Frage bezieht sich auf Zusammenarbeit auf wirtschaftlicher Ebene zwischen der Volksrepublik China und unserem Land. Diese Zusammenarbeit tangiert alle Wirtschaftssektoren und somit auch die Zuständigkeit der Regionen und Gemeinschaften.
Pakistan, Sri Lanka, und Kirgisien. Laos, Kasachstan und Ungarn. Nach chinesischen Angaben sind bislang mehr als 100 Länder in Chinas Projekt der «Neuen Seidenstraße» eingebunden. Neben einigen osteuropäischen Ländern ist seit kurzem auch EU-Mitglied Italien Partnerland der «Neuen Seidenstraße». Es sollen Zugstrecken, Straßen und Häfen entstehen, oder werden schon gebaut – sowie Kraftwerke, Pipelines und Flughäfen. Die Infrastrukturprojekte sind meist finanziert durch Kredite von chinesischen Staatsbanken und gebaut von chinesischen Unternehmen. Bis zu 90 Prozent aller Seidenstraßen-Projekte gehen an Firmen aus China.
Die «Neue Seidenstraße» ist Kern der chinesischen Außenpolitik, ein wirtschafts- und geopolitisches Megaprojekt. China will ein neues Handelsnetzwerk zwischen Asien, Afrika und Europa schaffen und verspricht den Ländern Investitionen und Entwicklung. Gleichzeitig möchte China seinen globalen Einfluss ausbauen und die internationale Ordnung stärker auf China zuschneiden.
Kritiker befürchten, dass mit der Initiative «Neue Seidenstraße» eine Globalisierung chinesischer Prägung droht. Dass Transparenz, faire Ausschreibungen und verbindliche Regeln auf der Strecke bleiben. Sie warnen außerdem, dass China mit seinen Krediten gerade kleinere Länder in die Schuldenfalle locken könnte.
Tatsächlich haben sich viele Seidenstraßen-Länder wie Malaysia, die Malediven, Äthiopien und Sri Lanka in den vergangenen Jahren stark bei chinesischen Staatsbanken verschuldet. Teilweise regt sich dort und anderswo Widerstand gegen das chinesische Projekt. Auch Staaten wie Deutschland bleiben skeptisch und drängen auf Änderungen. Andere können es kaum erwarten, auf den chinesischen Zug aufzuspringen.
Ich erlaube ich mir, Ihnen folgende Fragen zu stellen:
1) Beteiligt sich Belgien bereits an Projekten der «Neuen Seidenstraße»?
2) Welche konkreten Gespräche auf Ebene der EU gibt es für eine vertiefte Zusammenarbeit mit der Volksrepublik in wirtschaftlicher Hinsicht?
3) Wie sehen Sie die Ausdehnung des chinesischen Einflusses durch die Mega-Projekte?
_____________________
Deze vraag heeft betrekking op de economische samenwerking tussen de Volksrepubliek China en ons land. Deze samenwerking betreft alle economische sectoren en valt daardoor ook onder de bevoegdheid van de gewesten en gemeenschappen.
Pakistan, Sri Lanka, en Kirgizië. Laos, Kazachstan en Hongarije. Volgens Chinese informatie zijn tot dusver meer dan 100 landen betrokken bij het Chinese project van de «Nieuwe Zijderoute». Naast enkele Oost-Europese landen is ook EU-lidstaat Italië onlangs een partnerland van de "Nieuwe Zijderoute" geworden. Spoorlijnen, wegen en havens zullen worden aangelegd of zijn reeds in aanbouw – evenals elektriciteitscentrales, pijpleidingen en luchthavens. De infrastructuurprojecten worden meestal gefinancierd met leningen van Chinese staatsbanken en gebouwd door Chinese bedrijven. Tot 90 procent van alle zijderouteprojecten gaat naar bedrijven uit China.
De «Nieuwe Zijderoute» is de kern van het Chinese buitenlandse beleid, een economisch en geopolitiek megaproject. China wil een nieuw handelsnetwerk tussen Azië, Afrika en Europa tot stand brengen en belooft de landen investeringen en ontwikkeling. Tegelijkertijd wil China zijn invloed in de wereld uitbreiden en de internationale orde meer op China afstemmen.
Critici vrezen dat het initiatief van de «Nieuwe Zijderoute» een globalisering naar Chinees model dreigt te doen ontstaan. Transparantie, eerlijke aanbestedingen en bindende regels blijven dan achterwege. Zij waarschuwen er ook voor dat China met zijn leningen kleinere landen in een schuldenval zou kunnen lokken.
Veel landen langs de zijderoute, zoals Maleisië, de Malediven, Ethiopië en Sri Lanka, hebben de afgelopen jaren inderdaad een zware schuldenlast opgebouwd bij Chinese staatsbanken. Er ontstaat daar en elders verzet tegen het Chinese project. Ook landen als Duitsland blijven sceptisch en dringen aan op veranderingen. Andere landen kunnen nauwelijks wachten om op de Chinese kar te springen.
Ik ben zo vrij u de volgende vragen te stellen:
1) Is België reeds betrokken bij projecten in het kader van de «Nieuwe Zijderoute»?
2) Welke concrete gesprekken zijn er op EU-niveau om de samenwerking met de Volksrepubliek op economisch gebied te versterken?
3) Hoe ziet u de uitbreiding van de Chinese invloed via grootschalige projecten?
Belgien hat kein Kooperationsabkommen mit China im Rahmen der «Neuen Seidenstraße», auch bekannt als «Belt and Road Initiative», geschlossen.
Was die Verhandlungen über wirtschaftliche Angelegenheiten betrifft, so ist das Umfassende Investitionsabkommen zwischen der EU und China (Comprehensive Investment Agreement – CAI) ein wichtiger Schritt. Die beiden Parteien haben im Dezember 2020 eine grundsätzliche Einigung erzielt. Dieses Abkommen, das über einen Zeitraum von sieben Jahren ausgehandelt wurde, soll es ermöglichen, die Wirtschaftsbeziehungen zwischen den beiden Partnern auf der Grundlage von Regeln wieder ins Gleichgewicht zu bringen. Die von Peking gemachten Zugeständnisse in Bezug auf den Marktzugang, die Verbesserung der Wettbewerbsbedingungen und die nachhaltige Entwicklung veranlassten die Kommission zu der Auffassung, dass die Zeit für einen Abschluss der Gespräche gekommen ist. Wir haben unsererseits gegenüber der Kommission immer darauf bestanden, dass der Inhalt des Abkommens wichtiger ist als der Zeitplan.
Die Vereinbarung muss nun dem Rat und dem Europäischen Parlament zur Prüfung (für die Abstimmung mit qualifizierter Mehrheit) vorgelegt werden.
Infolge der europäischen Sanktionen im Rahmen der globalen Sanktionsregelung der EU im Bereich der Menschenrechte EU Human Rights Global Sanction Regime und der chinesischen Gegenmaßnahmen wurden die Verhandlungen jedoch vom Europäischen Parlament eingefroren.
Belgien hält an einem allgemeinen grundsätzlichen Vorbehalt zu diesem Abkommen fest, insbesondere im Hinblick auf das Fehlen einer «Investitionsschutz»-Komponente, den Zugang zum europäischen Markt für erneuerbare Energien und die Sozialklauseln, vor allem in Bezug auf Zwangsarbeit. Abgesehen von diesen Vorbehalten, die während der Verhandlungen mehrfach formell geäußert wurden, finden die Diskussionen über dieses globale Investitionsabkommen natürlich nicht in einem politischen Vakuum statt. Die Frage der derzeitigen Sanktionen gegen europäische, darunter auch belgische, Beamte und Parlamentarier, die Ratifizierung der grundlegenden IAO-Übereinkommen und die Achtung der Menschenrechte sind für Belgien wichtige Elemente bei den weiteren Diskussionen über das Abkommen.
Was die Projekte der «Belt and Road Initiative» betrifft, so gibt es in der Tat in mehreren Ländern Probleme mit der Transparenz, der Schuldenbildung und der Nachhaltigkeit. Dies ist eine geopolitische Initiative, die zum Wachstum des chinesischen Einflusses beiträgt. Die Konnektivität ist eine wichtige Herausforderung unserer Zeit, insbesondere für einige Entwicklungsländer. Die Umsetzung einer europäischen Konnektivitätsstrategie ist in dieser Hinsicht wichtig. Mit einer solchen Strategie sollten Synergieeffekte mit China möglich sein, die unsere Werte und Standards respektieren und fördern. Dies würde es der EU ermöglichen, der Aufforderung in diesem Bereich nachzukommen und China an Praktiken und Kriterien zu binden, die internationalen Standards entsprechen.
_________________________________
België heeft geen samenwerkingsovereenkomst gesloten met China in het kader van de «Nieuwe Zijderoutes», ook bekend als het «Belt and Road Initiative».
Wat de onderhandelingen over economische aangelegenheden betreft, is een belangrijk dossier de investeringsovereenkomst tussen de EU en China (Comprehensive Investment Agreement – CAI). In december 2020 hebben beide partijen een principeakkoord gesloten. Dat akkoord, waarover zeven jaar is onderhandeld, is bedoeld om de economische betrekkingen tussen de twee partners weer in evenwicht te brengen, en dat op basis van regels. De toegevingen die Peking heeft gedaan inzake markttoegang, level playing field en duurzame ontwikkeling, hebben de Commissie doen oordelen dat de tijd rijp is om de besprekingen af te ronden. Wij van onze kant hebben de Commissie er steeds op gewezen dat de inhoud van de overeenkomst belangrijk is en niet zozeer de timing.
Het akkoord moet nu worden voorgelegd aan de Raad (voor een stemming met gekwalificeerde meerderheid) en aan het Europees Parlement.
Als gevolg van de Europese sancties die werden genomen in het kader van het EU Human Rights Global Sanction Regime en de Chinese tegenmaatregelen, heeft het Europees Parlement de onderhandelingen echter bevroren.
België handhaaft een algemeen voorbehoud ten aanzien van dit principeakkoord, met name wat betreft het ontbreken van een onderdeel over investeringsbescherming, de toegang tot de Europese markt voor hernieuwbare energie en de sociale clausules, in het bijzonder met betrekking tot dwangarbeid. Afgezien van die opmerkingen, die tijdens de onderhandelingen meermaals formeel werden uitgesproken, spreekt het voor zich dat de besprekingen over dit globale investeringsakkoord niet in een politiek vacuüm plaatsvinden. De kwestie van de huidige sancties tegen Europese ambtenaren en parlementsleden, waaronder ook Belgische, de ratificatie van de fundamentele conventies van de IAO en het respect voor de mensenrechten zijn voor België belangrijke elementen bij de voortzetting van de besprekingen over dit akkoord.
Wat de projecten van het «Belt and Road Initiative» betreft, is het inderdaad zo dat er in verschillende landen problemen zijn inzake transparantie, schuldopbouw en duurzaamheid. Het betreft hier een initiatief met een geopolitieke draagwijdte, dat bijdraagt tot de groei van de Chinese invloed. Connectiviteit is een belangrijke uitdaging in onze tijd, vooral voor sommige ontwikkelingslanden. In dat verband is het voeren van een Europese connectiviteitsstrategie belangrijk. Met een dergelijke strategie zouden synergieën met China mogelijk moeten zijn die onze waarden en normen respecteren en uitdragen. Dat zou de EU in staat kunnen stellen om een gevolg te geven aan de oproep op dat vlak en zou tegelijk China kunnen binden aan praktijken en criteria die in overeenstemming zijn met de internationale normen.