Diese Frage bezieht sich auf den Umgang der Regierung der Chinesischen Volksrepublik mit der Minderheit der Uiguren und den daraus resultierenden Spannung in Bezug auf die wirtschaftliche Zusammenarbeit (Exporte). Diese Exporte haben auch Einfluss auf die heimische Wirtschaft, vor allem auf die Rohstoffbeschaffung.

im Juni dieses Jahres stimmte der Ausschuss für auswärtige Angelegenheiten der Kammer einem Resolutionsvorschlag zu, der den Umgang der Chinesischen Volksrepublik mit der Minderheit der Uiguren offiziell als massive Schändung der Menschenrechte und

Anleitung zu einem möglichen Genozid bezeichnen sollte. Daraufhin hat der Sprecher des chinesischen Außenministeriums die belgische Regierung aufgefordert, diesen Schritt wieder rückgängig zu machen, bzw. «diesen Fehlen sofort zu korrigieren».

Des Weiteren hat das chinesische Außenministerium angekündigt, dass eine eventuelle Verweigerung dieser Korrektur negative Folgen auf die wirtschaftliche Zusammenarbeit zwischen den beiden Ländern haben könnte. Belgien steht mit seiner Kritik am Umgang Chinas mit den Uiguren und anderen islamischen Minderheiten bei weitem nicht alleine da. In den Monaten war dies auch Thema in Brüssel sowohl beim NATO-, als auch beim USA-EU-Gipfel. Am vergangenen Wochenende wurde China deswegen auch scharf beim G7-Gipfel kritisiert.

Da die chinesische Regierung versucht, Druck auf andere Staaten auszuüben, indem sie die wirtschaftliche Zusammenarbeit aufzukündigen droht, erlaube ich mir, Ihnen folgende Fragen zu stellen:

1) Wie schätzen Sie die momentane Lage von Minderheiten in der Chinesischen Volksrepublik ein?

2) Welche Gespräche laufen auf bilateraler, NATO- und EU-Ebene mit China in Bezug auf Menschenrechte?

3) Welche Bedingungen stellt die EU/die NATO für die Vertiefung der Zusammenarbeit mit der Volksrepublik China?

4) Gibt es Überlegungen zur Sanktionierung der Volksrepublik China wegen ihres Umgangs mit den Uiguren?

5) Wie schätzen Sie die Auswirkungen möglicher Wirtschaftsmaßnahmen der Volksrepublik China für die EU und Belgien ein?

_________________

Deze vraag heeft betrekking op de behandeling van de Oeigoerse minderheid door de regering van de Volksrepubliek China en de daaruit voortvloeiende spanningen op het gebied van economische samenwerking (export). Deze export heeft ook een invloed op onze eigen economie, met name wat de aankoop van grondstoffen betreft.

In juni van dit jaar keurde de Kamercommissie Buitenlandse betrekkingen een voorstel van resolutie goed die de behandeling van de Oeigoerse minderheid door de Chinese Volksrepubliek officieel bestempelt als een massale schending van de mensenrechten en als een aanzet tot een mogelijke genocide. Vervolgens heeft de woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken de Belgische regering opgeroepen om deze stap ongedaan te maken en «deze fout onmiddellijk recht te zetten».

Bovendien heeft het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken aangekondigd dat een eventuele weigering van deze rechtzetting negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de economische samenwerking tussen beide landen. België staat lang niet alleen in zijn kritiek op de Chinese behandeling van de Oeigoeren en andere islamitische minderheden. De afgelopen maanden was dit ook een onderwerp van gesprek in Brussel, zowel op de NAVO- top als op de top EU-VS. Afgelopen weekend werd China hiervoor ook scherp bekritiseerd tijdens de G7-top.

Aangezien de Chinese regering druk probeert uit te oefenen op andere landen door te dreigen met het stopzetten van de economische samenwerking, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

1) Hoe beoordeelt u de huidige situatie van de minderheden in de Chinese Volksrepubliek?

2) Welke besprekingen worden er met China gevoerd op bilateraal, NAVO- en EU-niveau met betrekking tot mensenrechten?

3) Welke voorwaarden stelt de EU/NAVO voor de versterking van de samenwerking met de Volksrepubliek China?

4) Overweegt men om de Volksrepubliek China sancties op te leggen voor haar behandeling van de Oeigoeren?

5) Hoe beoordeelt u de gevolgen van eventuele economische maatregelen van de Volksrepubliek China voor de EU en België?

Das Schicksal der Minderheiten in China und die besondere Lage der uigurischen Minderheit in Xinjiang wird von den belgischen Behörden und der Europäischen Union sehr ernst genommen. Als Reaktion auf die schwerwiegenden Menschenrechtsverletzungen in der Region wurden im Rahmen des EU Global Human Rights Sanctions Regime Sanktionen gegen China verhängt. Dies ist eine konkrete Maßnahme als Reaktion auf diese Situation.

China verhängte daraufhin Gegensanktionen gegen europäische und nationale Parlamentarier, das Europäische Politische und Sicherheitspolitische Komitee (PSK) und einige akademische Einrichtungen. Diese Maßnahmen richten sich gegen die Meinungsfreiheit und das Herzstück unserer westlichen Demokratien. Dies ist inakzeptabel, und das wurde den chinesischen Behörden gegenüber deutlich gemacht. Sanktionen sind ein außenpolitisches Instrument, das auf eine Verhaltensänderung abzielt und auf soliden rechtlichen Grundlagen basiert. Sie sollten nicht zur Eskalation führen.

Es ist wichtig, den Dialog mit der chinesischen Seite über die Frage der Menschenrechte rasch wieder aufzunehmen, um konkrete Verpflichtungen zu erreichen.

Was Maßnahmen in internationalen Organisationen betrifft, so hat sich Belgien mehreren Initiativen im Dritten Ausschuss der UN-Generalversammlung und im UN-Menschenrechtsrat angeschlossen. In diesen Erklärungen wird China aufgefordert, die Menschenrechte zu achten und dem Hohen Kommissar für Menschenrechte Zugang zur Region Xinjiang zu gewähren.

Außerdem habe ich mich persönlich für die rasche Entwicklung eines europäischen Rahmens für die Sorgfaltspflicht von Unternehmen sowie für Wirtschaft und Menschenrechte innerhalb der Europäischen Union eingesetzt. Eine Gesetzesinitiative der Europäischen Kommission zur «Nachhaltigen Unternehmensführung in der EU» ist übrigens ebenfalls in Vorbereitung. Sie hat die volle Unterstützung der belgischen Regierung.

_____________________________________

De Belgische overheid en de Europese Unie (EU) nemen het lot van de minderheden in China en de specifieke situatie van de Oeigoerse minderheid in Xinjiang bijzonder serieus. Als respons op de zware mensenrechtenschendingen in de regio zijn sancties getroffen tegen China in het kader van het EU Global Human Rights Sanctions Regime. Dat is een concrete maatregel als reactie op de situatie.

China riposteerde door tegensancties op te leggen aan Europese en nationale parlementsleden, het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en verschillende instellingen uit de academische wereld. Die maatregelen viseren de vrije meningsuiting en willen onze westerse democratieën in het hart treffen. Dat is onaanvaardbaar, wat dan ook duidelijk werd gemaakt aan de Chinese autoriteiten. Sancties zijn een instrument van het buitenlandbeleid dat dient om een gedragswijziging teweeg te brengen en zijn geënt op een deugdelijke juridische bewijslast. Ze mogen niet tot escalatie leiden.

Het is zaak de mensenrechtendialoog met China snel weer op te nemen, zodat er concrete verbintenissen uit kunnen voortvloeien.

Wat maatregelen binnen de internationale organisaties betreft, heeft België zich geschaard achter meerdere initiatieven van de derde Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) en van de Mensenrechtenraad. Die verklaringen moeten China ertoe aanzetten de mensenrechten te eerbiedigen en de hoge commissaris voor de Mensenrechten zinvolle toegang te geven tot de regio Xinjiang.

Ik heb bovendien persoonlijk gepleit voor de snelle uitwerking van een Europees kader omtrent de zorgvuldigheidsplicht voor bedrijven en omtrent business and human rights binnen de Europese Unie. De Europese Commissie werkt overigens aan een wetgevend initiatief over de EU Sustainable Corporate Governance. Dat krijgt de volle steun van de Belgische regering.