BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2020-2021
________
28 juni 2021
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1287

de Alexander Miesen (MR)

aan de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit
________
Deutsche Sprache - Sprachrolle - Diversität Duitse taal - Taalrol - Diversiteit
________
Duitstalige Gemeenschap
taalgebruik
publieke dienst
taalgroep
taalbeleid
ambtenaar
________
28/6/2021Verzending vraag
27/9/2021Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1287 d.d. 28 juni 2021 :

Diese Frage bezieht sich auf die Artikel 77 und 78 der Verfassung.

Am 29. April 2019 verabschiedete das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft eine Resolution zum Sprachgebrauch der deutschen Sprache im föderalen Gebilde Belgiens. Ein Punkt dieser Resolution (Dok. Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Nr. 296 (2018-2019), Nr. 1) ging auf die Stärkung des Stellenwertes der deutschen Sprache innerhalb des belgischen Staatsgefüges ein. Konkret soll darauf hingearbeitet werden, dass auf föderaler Ebene eine Sprachrolle für die deutsche Sprache eingeführt wird, sodass föderale Beamte in deutscher Sprache dieser Sprachrolle zugeordnet werden können und auch bei der internen wie externen Kommunikation der deutschen Sprache mehr Beachtung geschenkt wird.

In einer schriftliche Frage Nr. 7-1177 an Ministerin De Sutter werden die konkreten Probleme angesprochen, welche die Ministerin in ihrer Antwort erkennt und beseitigen möchte.

Da es sich bei dem Aspekt der Sprache auch um ein Thema der Chancengleichheit in unserem Land handelt, erlaube ich mir, Ihnen folgende Fragen zur Diversifikation des föderalen Beamtenapparates zu stellen:

1) Wie schätzen Sie die Lage der deutschen Sprache innerhalb Belgiens ein?

2) Welche konkreten Schritte möchten Sie unternehmen, um der deutschen Sprache innerhalb Belgiens denselben Stellenwert zu geben, den die französische und niederländische Sprache bereits haben?

____________________

Deze vraag heeft betrekking op de artikelen 77 en 78 van de Grondwet.

Op 29 april 2019 nam het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap een resolutie aan over het gebruik van de Duitse taal in de Belgische federale staat. Een punt van die resolutie (Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, Dok. Nr. 296 (2018 2019), Nr. 1) gaat over de versterking van de plaats van het Duits in de structuur van de Belgische staat. Concreet wordt er gevraagd om een Duitse taalrol in te voeren op federaal niveau, zodat de Duitstalige federale ambtenaren in die taalrol kunnen worden ogenomen en dat er meer aandacht gaat naar het Duits in de interne en externe communicatie.

In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 7 1177 over de concrete problemen, erkent minister De Sutter het bestaan van die problemen en zegt ze die te willen oplossen.

Aangezien taal ook een aspect is van gelijke kansen in ons land, wil ik u graag de volgende vragen stellen over de diversiteit in de federale administratie:

1) Hoe schat u de situatie met betrekking tot het Duits in België in?

2)Welke concrete stappen wil u ondernemen om ervoor te zorgen dat het Duits dezelfde plaats krijgt als het Frans en het Nederlands in België?

Antwoord ontvangen op 27 september 2021 :

1) Nach den von Statbel mitgeteilten Daten für 2021 entspricht die Anzahl Personen, die in der Deutschsprachigen Gemeinschaft wohnen, 0,68 % der gesamten Bevölkerung Belgiens.

Obwohl es sich um eine geringe Bevölkerungsgruppe handelt, müssen ihre Interessen und Rechte wie die der Niederländischsprachigen und Französischsprachigen Belgiens gewahrt werden.

2) Was die Föderalverwaltung betrifft, ist es wichtig, dass dieser Apparat repräsentativ für die Diversität unserer Gesellschaft ist. Die Repräsentativität der drei Landessprachen ist ein Teil dieser Diversität. In diesem Zusammenhang kann ich Ihnen versichern, dass ich mit meiner Kollegin Ministerin De Sutter eng zusammenarbeite, um spezifische Maßnahmen in dieser Hinsicht zu entwickeln.

Als Mitglied der interföderalen Lenkungsgruppe Diversität tragen mein Kabinett und meine Verwaltungsdiensten übrigens zur Entwicklung eines föderalen Diversitätsmanagements bei, indem sie konkrete und ehrgeizige Aktionen für die zur Verabschiedung anstehenden und künftigen jährlichen sowie mehrjährigen Strategiepläne Diversität vorschlagen.

Schließlich möchte ich darauf hinweisen, dass der Sprachengebrauch im öffentlichen Dienst (besonders in Verwaltungsangelegenheiten) von den Sprachgesetzen von 1966 [1] geregelt wird. Diese enthalten besondere Vorschriften für die Deutschsprachigen in Belgien im Bereich des (u.a. föderalen) administrativen öffentlichen Dienstes. Es handelt sich um eine gesetzlich verankerte spezifische Behandlung, die einer vom Gesetzgeber angestrebten differenzierten Behandlung entspricht. Für diese Thematik verweise ich Sie an meine Kollegin Ministerin des Innern, die für die Anwendung dieser Gesetze zuständig ist.

[1] Königlicher Erlass vom 18. Juli 1966 zur Koordinierung der Gesetze über den Sprachengebrauch in Verwaltungsangelegenheiten, B.S. vom 2. August 1966.

_____________________________________

1) Volgens de cijfers van Statbel voor 2021 vertegenwoordigt het aantal inwoners van de Duitstalige Gemeenschap 0,68 % van de totale bevolking in België.

Hoewel het om een klein deel van de bevolking gaat, is het van belang dat hun belangen en rechten op dezelfde wijze worden verdedigd als die van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in België.

2) Wat de federale administratie betreft, is het van essentieel belang dat dit apparaat representatief is voor de diversiteit van onze samenleving. De representativiteit van de drie landstalen maakt deel uit van deze diversiteit. In dit verband kan ik u verzekeren dat ik hand in hand met mijn collega, minister De Sutter, werk aan de ontwikkeling van specifieke maatregelen op dit gebied.

Bovendien, als lid van de Interfederale Stuurgroep Diversiteit, dragen mijn kabinet en mijn administraties bij tot de ontwikkeling van het federaal beheer van diversiteit door concrete en ambitieuze acties voor te stellen voor de jaarlijkse en meerjarige strategische diversiteitsplannen die momenteel worden goedgekeurd en in de toekomst zullen worden goedgekeurd.

Tot slot wil ik erop wijzen dat het gebruik van talen in overheidsdienst (met name in de administratieve sector) onder de taalwetten van 1966 valt [1]. Deze voorzien in het administratieve ambtenarij bijzondere bepalingen voor Duitstaligen in België (waaronder de federale ambtenarij). Het gaat om een specifieke, in de wet verankerde behandeling die overeenstemt met een door de wetgever beoogde gedifferentieerde behandeling. Ik verwijs u naar mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk is voor de toepassing van deze wetten.

[1] Koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1966.