BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2020-2021 | ||||
________ | ||||
31 maart 2021 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1177 | ||||
de Alexander Miesen (MR) |
||||
aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post |
||||
________ | ||||
Deutsche Sprache - Sprachrolle - föderale Beamte Duitse taal - taalrol - federale ambtenaren | ||||
________ | ||||
ambtenaar publieke dienst taalgebruik Duitstalige Gemeenschap taalgroep taalbeleid |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1177 d.d. 31 maart 2021 : | ||||
Deutschsprachige Belgier sprechen zumeist mehrere Sprachen und eignen sich daher als die idealen Kandidaten für Positionen innerhalb föderaler Dienste oder Institutionen. Allerdings stellen sich hier das Problem der Sprachrolle, die einem föderalen Beamten zugeteilt wird. Da es zum jetzigen Zeitpunkt noch keine Sprachrolle für deutschsprachige Belgier gibt, werden Beamte der niederländischen oder französischen Sprache zugeteilt. In einer Resolution vom 29. April 2019 (296 (2018-2019) Nr. 1, http://www.pdg.be/addons/SharepointDokumentsuche/desktop/SharepointDokDetails.aspx?DokID=ebd5e11a-6de0-4e16-b556-585d3648027f&FileID=63eaea10-14e9-41d3-aec0-4073f2d89e74) fordert das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft die Föderalregierung auf, «hierfür auf Ebene der föderalen öffentlichen Dienste die Einrichtung einer deutschen Sprachrolle» zu prüfen. Aufgrund dieser Forderung erlaube ich mir, Ihnen folgende Fragen zu stellen: 1) Wie viele deutschsprachige Belgier arbeiten momentan für einen öffentlichen Dienst des Föderalstaates? 2) Welche öffentlichen Dienste haben einen Bedarf an deutschsprachigen Beamten und wie groß ist dieser Bedarf? 3) Welche Maßnahmen ergreifen Sie, um den Forderungen der oben erwähnten Punkte der Resolution nach zu kommen? ________________ Duitstalige Belgen spreken meestal verschillende talen en zijn daarom de ideale kandidaten voor functies bij federale diensten of instellingen. Hier rijst echter het probleem van de taalrol die aan een federaal ambtenaar wordt toegekend. Aangezien er momenteel nog geen taalrol bestaat voor Duitstalige Belgen, krijgen ambtenaren de Nederlandse of Franse taalrol toegewezen. In een resolutie van 29 april 2019 (296 (2018-2019) nr. 1, http://www.pdg.be/addons/SharepointDokumentsuche/desktop/SharepointDokDetails.aspx?DokID=ebd5e11a-6de0-4e16-b556-585d3648027f&FileID=63eaea10-14e9-41d3-aec0-4073f2d89e74) roept het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap de federale regering op om daartoe de invoering van een Duitse taalrol op het niveau van de federale overheidsdiensten te overwegen. Naar aanleiding van dat verzoek ben ik zo vrij u de volgende vragen te stellen: 1) Hoeveel Duitstalige Belgen werken er momenteel voor een federale overheidsdienst? 2) Welke overheidsdiensten hebben behoefte aan Duitstalige ambtenaren en in welke mate? 3) Welke maatregelen neemt u om tegemoet te komen aan de verzoeken die in bovengenoemde punten van de resolutie worden geformuleerd? |
||||
Antwoord ontvangen op 26 april 2021 : | ||||
1) Am 1. Januar 2021 hatten alle föderalen Dienste (FÖD, FÖP, EÖI, OESS und wissenschaftliche Einrichtungen) insgesamt 187 deutschsprachige Mitarbeiter. 2) Als Minister des Öffentlichen Dienstes habe ich keine direkte Übersicht über den Personalbedarf der verschiedenen Organisationen nach der territorialen Lage ihrer Dienststellen. Ich stelle fest, dass derzeit nur 4 Organisationen deutschsprachige Mitarbeiter erwähnen, von denen die überwiegende Mehrheit dem FÖD Finanzen angehört (einschließlich der Fedorest-Dienste). Für mich ist es eine Selbstverständlichkeit, dass die föderalen Dienste allen Bürgern einen angemessenen und qualitativ hochwertigen Service bieten müssen, wobei unter anderem der Sprachgebrauch in Verwaltungsangelegenheiten zu respektieren ist. In diesem Zusammenhang möchte ich den Herrn Abgeordneten darauf aufmerksam machen, dass die geltenden Gesetzes- und Verordnungsbestimmungen es den Organisationen auch erlauben, ihre Dienstleistungen in deutscher Sprache durch Mitarbeiter beider Sprachrollen anzubieten, die über die erforderlichen Sprachkenntnisse verfügen, wie dies von der Generaldirektion Anwerbung und Entwicklung des FÖD Politik und Unterstützung überprüft wurde. 3) Die Eintragung der Mitarbeiter in die niederländische oder französische Sprachrolle ergibt sich aus der Anwendung von Artikel 43, § 2, Absatz 3, des Königlichen Erlasses vom 18. Juli 1966 zur Koordinierung der Gesetze über den Sprachengebrauch in Verwaltungsangelegenheiten. Dies fällt in den Zuständigkeitsbereich des Ministers des Innern. ________________________ 1) Op 1 januari 2021 werkten er in alle federale diensten (federale overheidsdiensten – FOD, programmatorische federale overheidsdienst – POD, instellingen van openbaar nut – ION, openbare instellingen van sociale zekerheid – OISZ en wetenschappelijke instellingen) 187 Duitstalige personeelsleden. 2) In mijn hoedanigheid van minister van Ambtenarenzaken heb ik niet direct zicht op de personeelsbehoeften van de verschillende organisaties in functie van waar in België hun diensten gehuisvest zijn. Momenteel stel ik vast dat er slechts vier organisaties zijn die Duitstalige personeelsleden vermelden. Het merendeel van die personeelsleden werkt voor de FOD Financiën (waaronder begrepen de diensten van Fedorest). Wat mij betreft, spreekt het voor zich dat de federale diensten aan alle burgers een passende en kwalitatieve dienstverlening moeten bieden waarbij onder andere rekening wordt gehouden met het taalgebruik in bestuurszaken. In dat opzicht wil ik het geachte lid erop wijzen dat de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen de organisaties ook in staat stellen om hun diensten in het Duits aan te bieden dankzij personeelsleden van de twee taalrollen die de vereiste talenkennis bezitten, die geverifieerd is door het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de FOD Beleid en Ondersteuning. 3) De inschrijving van de personeelsleden in de Nederlandse of Franse taalrol volgt uit de toepassing van artikel 43, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. Deze wetten vallen onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. |