Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-40

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eerste minister en minister van Financiën

Vraag nr. 3-2579 van de heer Beke d.d. 29 april 2005 (N.) :
Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO). — Kruispuntbank van de sociale zekerheid. — Overdracht van gegevens. — Maatregelen.

In juni 2004 werd de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) opgericht. In een eerste fase staat de dienst in voor de invordering van het onderhoudsgeld. De betaling van voorschotten op het onderhoudsgeld zal worden gerealiseerd in een tweede fase.

In de eerste fase zal de dienst van de onderhoudsplichtige de betaling eisen van het onderhoudsgeld en de achterstallen. Ofwel betaalt de onderhoudsplichtige het onderhoudsgeld vrijwillig aan DAVO, ofwel wordt het afgedwongen onderhoudsgeld ingevorderd. In het laatste geval kan uiteraard geen garantie gegeven worden omtrent het uiteindelijke resultaat : alles zal immers afhangen van de vermogenstoestand van de onderhoudsplichtige.

Tijdens de eerste fase blijven de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) bevoegd om voorschotten op het onderhoudsgeld toe te kennen, dit onder de voorwaarden van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, tot op het moment dat DAVO deze opdracht overneemt.

In de praktijk lijkt deze eerste fase al voor veel problemen te zorgen en is er voor geen enkel dossier, afkomstig van een OCMW, een terugvordering gebeurd. De OCMW's zijn namelijk in deze regeling verplicht om alle voorschotdossiers die ze openen door te sturen naar de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie. Die dienst moet dan de dossiers doorsturen naar DAVO. Hier gaat er echter al veel fout.

De POD Maatschappelijke Integratie valt onder de bevoegdheid van minister Dupont, terwijl DAVO ressorteert onder minister Reynders. De computersystemen zijn onderling niet compatibel.

Kon niet worden voorzien dat dit probleem zou opduiken en is dit probleem niet eenvoudig op te lossen ? Wanneer in de wetgeving voorzien wordt in een verzending van de ene dienst naar de andere, zouden er toch geen praktische problemen van die aard mogen opduiken ?

Om deze problemen op te lossen zou er vergadering tussen de respectieve beleidscellen worden belegd. Heeft deze iets opgeleverd ? Kan de samenwerking tussen de POD Maatschappelijke Integratie en de Kruispuntbank van de sociale zekerheid (KSZ) nu wel vlot verlopen ?

Een tweede probleem dat hierbij aan het licht is gekomen is de privacy. Om te kunnen terugvorderen heeft DAVO allerlei gegevens nodig. Een deel daarvan komt binnen via de OCMW's van de POD Maatschappelijke Integratie. Een ander deel moet de DAVO uit de KSZ halen. Daar loopt het weer mis : die gegevens zijn namelijk beschermd door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

De KSZ wordt voorgesteld als de motor en de coördinator van e-government in de sector van de sociale zekerheid. Het zou gaan om een grondige herdenking van de relaties tussen de openbare diensten, de burgers en de ondernemingen door gebruik te maken van de mogelijkheden geboden door de moderne technologie, internet en de nieuwe media. Het doel is een snelle en efficiënte dienstverlening aan burgers en ondernemingen aan te bieden.

De KSZ is blijkbaar niet bereid om de nodige gegevens elektronisch over te dragen aan DAVO. Hoe is dit mogelijk ? Bij de oprichting van DAVO wist men toch dat de dienst deze informatie nodig had. Hoe kan het dan toch gebeuren dat de KSZ weigert die gegevens door te geven, terwijl haar missie er net in bestaat de motor en coördinator te zijn van e-government ?

Bijgevolg werden nog geen dossiers afgehandeld en hebben de onderhoudsgerechtigden enkel het vastgelegde maximumbedrag ontvangen, niet het volledige bedrag dat een rechter heeft bepaald. Dat betekent ook dat de onderhoudsplichtigen op dit moment niet kunnen betalen, zelfs als ze dat zouden willen, want dit kan enkel nog via DAVO.

Intussen blijven de OCMW's voorschotten betalen. Die krijgen hun voorschotten terugbetaald door de POD Maatschappelijke Integratie. Zolang DAVO niet kan terugvorderen, draait de Staat en dus de belastingbetaler op voor de niet-betaalde alimentatiebedragen.

Hoe is de geachte minister van plan dit probleem op te lossen ?

Bij de oprichting van de DAVO werd vooropgesteld dat een evaluatiecommissie belast zou zijn met het opmaken van een verslag over de werking van de dienst.

Is deze evaluatiecommissie al in werking ? Heeft zij deze problemen ook aangekaart ?

Antwoord : In uw vraag zitten een aantal elementen vervat die moeten genuanceerd worden. Omwille van de eenvoud heb ik uw vraag geherformuleerd in de volgende vragen :

1. Uitleg over de problematiek van de overdracht van de OCMW-dossiers en de oplossing die eraan gegeven werd.

2. De stand van zaken betreffende de oprichting van de Evaluatiecommissie.

1. Wat betreft de problematiek van de overdracht van de OCMW-dossiers moet een onderscheid worden gemaakt tussen de voorschottendossiers van vóór 1 juni 2004 en deze van na 1 juni 2004.

a) Met betrekking tot de dossiers betreffende de door de OCMW's toegekende voorschotten die dateren van vóór 1 juni 2004 — iets meer dan 13 000 — hebben de OCMW's (papieren) afsluitingsstaten ingediend bij de DAVO. Alhoewel de indiening bij de DAVO moest gebeuren vóór september 2004, heeft de DAVO recentelijk nog afsluitingsstaten ontvangen.

Deze afsluitingsstaten zijn dan manueel ingebracht in de gegevensbank van de DAVO wat uiteraard de nodige tijd heeft in beslag genomen ook al omdat de informatie soms moest gecorrigeerd worden.

Met betrekking tot deze dossiers zijn in de maand maart de betalingsberichten verstuurd naar de onderhoudsplichtigen; de invordering is dus volop aan de gang.

De DAVO merkt nu reeds dat deze dossiers aanleiding geven tot een enorme massa geschillen. Er zijn ontelbare schuldenaars die beweren (en meestal ook kunnen bewijzen) dat ze het onderhoudsgeld rechtstreeks aan de onderhoudsgerechtigde hebben gestort en dit in weerwil van de ingebrekestelling die ze destijds van het OCMW hebben ontvangen en waarin stond vermeld dat ze enkel aan het OCMW bevrijdend konden betalen. Verder zijn er schuldenaars die beweren nooit een ingebrekestelling van het OCMW te hebben ontvangen. Ook zijn er gevallen waarin het OCMW een bepaald bedrag aan voorschotten heeft toegekend terwijl het oorspronkelijke vonnis werd herzien en er een lager onderhoudsgeld werd bepaald waardoor het voorschot hoger kwam te liggen dan het eigenlijke onderhoudsgeld.

b) Anderzijds zijn er de OCMW-dossiers met betrekking tot de ná 1 juni 2004 toegekende voorschotten. Ik kan u mededelen dat er voor werd geopteerd om die transfer zo veel als mogelijk te automatiseren om zo de OCMW's te ontlasten van bijkomende administratieve formaliteiten.

Echter, overeenkomstig de wet van 15 januari 1990 mag de mededeling van gegevens van sociale aard aan een instelling buiten het netwerk van sociale instellingen slechts gebeuren via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid én mits machtiging van het sectoraal comité.

De transfer zou dus idealiter als volgt moeten verlopen : de OCMW's delen hun dossiers mee aan de POD Maatschappelijke Integratie die ze doorstuurt naar de Kruispuntbank. Laatstgenoemde zendt die dossiers, desgevallend aangevuld met de ontbrekende gegevens, naar de DAVO.

De hele problematiek is zeer technisch en dit maakt de uitvoering van deze oplossing niet eenvoudig. Er wordt aan gewerkt. Maar ik wil er wel de nadruk op leggen dat de onderhoudsgerechtigden in geen geval slachtoffer zijn van deze situatie : de OCMW's betalen verder de voorschotten uit en de DAVO vordert het onderhoudsgeld in voor de onderhoudsgerechtigden die daartoe een aanvraag hebben ingediend. Het is wel waar dat er een vertraging is in de invordering van de door de OCMW's toegekende voorschotten maar men mag niet uit het oog verliezen dat de verjaringstermijn vijf jaar bedraagt : de vorderingen zijn dus niet verloren.

In afwachting van een definitieve oplossing zal de POD Maatschappelijke Integratie de door de OCMW's maandelijks toegezonden gegevens, na controle, overmaken aan de DAVO per papieren drager en per cd. De cd zal het voor de DAVO gemakkelijker maken om die gegevens in zijn bestand op te nemen zodat de betalingsberichten kunnen verstuurd worden.

Het gebruik van een cd bij de overdracht van de gegevens is een pragmatische oplossing die omwille van de hoogdringendheid en het algemene belang gerechtvaardigd is. Het is in elk geval maar een tijdelijke oplossing.

2. Met betrekking tot de oprichting van de Evaluatiecommissie kan ik u mededelen dat de minister van Begroting zijn akkoord heeft verleend. Het ontwerp van koninklijk besluit bevindt zich nu bij de Raad van State voor advies.

Ik wil er u ook op attent maken dat de administratie een evaluatieverslag heeft opgemaakt dat ik in de commissie van zowel de Kamer als van de Senaat heb becommentarieerd.