5-101COM | 5-101COM |
Mevrouw Inge Faes (N-VA). - De Attijariwafa Bank is de grootste Marokkaanse bank en de derde in heel Afrika. Deze bank heeft ook filialen in ons land. Net als alle andere banken in België moet die bank in geval van een juridisch onderzoek naar een van haar cliënten de gegevens van die cliënt aan de bevoegde instanties overmaken. Daar knelt het schoentje. Volgens mijn contacten in het veld weigert die bank om met justitie samen te werken en die gegevens door te geven. Zelfs als er rekeninguittreksels van de in het onderzoek betrokken persoon beschikbaar zijn, wordt er geweigerd om beslag te leggen. De bank antwoordt dat dit `onmogelijk' is en enkel in Marokko zelf kan. De weigering van een bank om mee te werken met de Belgische justitie is natuurlijk onaanvaardbaar en heeft een nefaste invloed op het verloop van sommige juridische onderzoeken.
Is de minister op de hoogte van het feit dat de Attijariwafa Bank weigert mee te werken aan juridisch onderzoek in ons land?
Welke maatregelen gaat hij nemen om deze onaanvaardbare situatie recht te zetten?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - De Attijariwafa Bank, een bank die in België actief is onder de naam Wafa Bank, is een naamloze vennootschap, filiaal van een bank naar Marokkaans recht, met zetel in de Maurice Lemonnierlaan te 1000 Brussel.
Over de weigering van de bank om bankgegevens te verstrekken in strafzaken kan ik het volgende zeggen. Op grond van de inlichtingen die bij verschillende parketten van het land zijn ingewonnen, blijkt dat het gaat om een welbepaalde daad van belemmering van de bank in het kader van een gerechtelijk onderzoek gevoerd in het arrondissement Antwerpen. De bank zou hebben geweigerd aan de federale politie het historisch overzicht mee te delen van de bankrekeningen van twee van haar cliënten.
Niettemin lijkt die situatie te zijn geregulariseerd en zou het om een geïsoleerd geval gaan. Zowel het parket te Leuven als dat te Tongeren onderstreept de goede samenwerking met de bank in strafrechtelijke onderzoeken.
Er mag niet uit het oog worden verloren dat deze problematiek verband houdt met het verzamelen van gegevens betreffende bankrekeningen en bankverrichtingen in het kader van de strafprocedure.
De bankier heeft niet de hoedanigheid van een persoon die het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek moet naleven. Hij moet gewoon een discretieplicht in acht nemen. Bijgevolg kan de procureur des Konings of de onderzoeksrechter op grond van artikel 46quater van het Wetboek van strafvordering van elke bankinstelling in België, bij een schriftelijke en met redenen omklede beslissing - een bankvordering - de overlegging eisen van gegevens inzake banktegoeden en/of bankverrichtingen betreffende de tegoeden en de rekeningen van hun cliënten voor zover zij ervan worden verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd dat strafbaar is gesteld met een gevangenisstraf van minstens één jaar. In het verlengde daarvan is het eveneens mogelijk te vorderen dat de rekeningen, kluizen en financiële instrumenten van de verdachte gedurende het bankonderzoek tijdelijk worden bevroren.
Aangezien de bankinstelling onverwijld haar medewerking moet verlenen aan een bankvordering, kan iedere persoon die zijn medewerking weigert, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete.
De Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) is in het kader van wet van 11 januari 1993 op identieke wijze bevoegd om de banken vragen te stellen over financiële verrichtingen die verdacht zijn op het punt van witwassen van geld of van financiering van terrorisme. In geval van weigering tot samenwerking zijn de in de wet bedoelde instellingen strafbaar.
Ten slotte kan de fiscale administratie sinds 1 juli 2011 eveneens toegang krijgen tot de gegevens waarover de financiële instellingen met betrekking tot een belastingplichtige beschikken in geval van aanwijzingen van fiscale fraude, zulks overeenkomstig de wet van 14 april 2011 waarin dit punt van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) wordt gewijzigd.
Deze mogelijkheid inzake het toegangsrecht tot `bankgegevens' is uitgebreid naar de buitenlandse fiscale overheden die met België door een samenwerkingsakkoord zijn gebonden in het kader van de wederkerigheid van de uitwisseling van bankgegevens in geval van aanwijzingen van fiscale fraude.
De wettelijke basis is dus voldoende. Als er nog aanwijzingen tot weigering van medewerking zouden zijn, kunnen er formele strafrechtelijke procedures tegen de bank worden aangespannen. Voorlopig ga ik ervan uit dat dit een eenmalig feit was, dat niet bevestigd is in andere dossiers. Gezien de juridische middelen om tegen een weigering in te gaan, kan een weigering door de bank niet voortduren.
Mevrouw Inge Faes (N-VA). - Ik zal dat antwoord doorgeven aan de personen die mij die informatie hebben bezorgd. Mijn vraag gaat echter niet over een geval in Antwerpen. Blijkbaar zijn er problemen in verschillende arrondissementen. Ik zal dit verder volgen.
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Als er andere feiten zijn, verzoek ik die te melden, want dan moeten er stappen worden gedaan. De bank heeft immers geen enkele wettelijke grond om haar medewerking te weigeren.