2-105 | 2-105 |
M. le président. - M. Olivier Deleuze, secrétaire d'État à l'Énergie et au Développement durable, répondra au nom de M. Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères.
De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Volgens gegevens van een Zweeds onderzoeksinstituut, namelijk SIPRI, zou België jaarlijks voor meer dan 50 miljoen dollar aan wapens uitvoeren.
De Belgische rapporten leren bovendien dat hiervan ongeveer 55% vanuit Wallonië vertrekt en 45% vanuit Vlaanderen. Verdere analyse toont aan dat meer dan 50% van al de uitgevoerde wapens gaat naar landen rond de Middellandse zee, met Israël en Turkije als belangrijke uitschieters. Aan Israël werden in 1999 wapens geleverd voor een bedrag van 544 miljoen en aan Turkije voor een bedrag van 362 miljoen.
Is het juist dat Palestijnse kinderen, vandaag nog, met Belgische wapens worden doodgeschoten? Is het juist dat Koerdische vluchtelingen met Belgische wapens worden doodgeschoten? Wie verstrekt de toelating tot de uitvoer van wapens? Welke minister beslist voor welke gemeenschap? Wie adviseert over het al dan niet uitvoeren naar landen met interne conflicten? Heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken enige inbreng?
Deze vraag is niet zonder belang omdat ik vaststel dat wij bijvoorbeeld niet uitvoeren naar ex-Joegoslavië en Albanië omdat er daar interne conflicten zijn, maar wel naar Israël en Turkije.
Is het correct dat er in 1999 geen enkele doorvoervergunning voor wapens werd geweigerd aan Waalse of Franstalige Brusselse aanvragers, maar wel aan Vlaamse of Nederlandstalige Brusselse aanvragers? Ging het bij die weigeringen dan om andere wapens of andere omstandigheden?
Ik betreur het uiteraard dat de minister van Buitenlandse zaken niet zelf kan antwoorden, maar ik zal met belangstelling luisteren naar het antwoord dat zijn collega zal voorlezen.
De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling. - De uitvoervergunningen voor Waalse of Franstalige Brusselse bedrijven worden in deze regering door de minister van Buitenlandse Zaken verstrekt en die voor Vlaamse of Nederlandstalige Brusselse bedrijven door de staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken.
Er werd niets aan de reglementering veranderd. De toegepaste regeling voor het verlenen van wapenvergunningen blijft geldig. De minister van Buitenlandse Zaken neemt de beslissing nadat hij op de hoogte is gebracht van het niet-bindend intern evaluatieverslag van zijn diensten.
Volgens de beschikbare informatie is er geen sprake van het gebruik van wapens van Belgische makelij tegen Palestijnse kinderen of Koerdische vluchtelingen.
De vereiste informatie over het verlenen van doorvoervergunningen is terug te vinden in het jaarlijks verslag voor 1999 onder titel C "Belgische vergunningen, de cijfers". Dit document werd in juli 2000 ter beschikking gesteld van het parlement.
In 1999 werden er 136 transitvergunningen voor Nederlandstalige firma's goedgekeurd voor een totaal bedrag van 1,646 miljard frank. Er werden vier transitvergunningen geweigerd voor een bedrag van 16,5 miljoen frank. Aan Franstalige kant werden 77 transitvergunningen toegekend voor een totaal bedrag van 800 miljoen frank. Er werd geen enkele vergunning geweigerd.
De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - De minister van Buitenlandse Zaken heeft vorige week in Gent op uitnodiging van professor Coolsaet een voordracht gehouden over de wapenhandel. Hij verklaarde daarbij dat hij het beu is dat 80% van de vragen over de wapenhandel door Vlamingen worden gesteld en dat deze vragen allemaal betrekking hebben op Waalse dossiers. Blijkens zijn uiteenzetting overweegt hij een regionalisering van het wapendossier. Kan de minister van Buitenlandse Zaken dit bevestigen? Hoe kunnen zijn uitlatingen van vorige week in Gent anders worden verklaard?