3-196

3-196

Sénat de Belgique

Annales

SAMEDI 23 DÉCEMBRE 2006 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Proposition de résolution visant à dénoncer la condamnation à mort de cinq infirmières bulgares et d'un médecin palestinien en Libye (de M. Alain Destexhe et consorts, Doc. 3-2003)

Discussion

(Pour le texte adopté par la commission des Relations extérieures et de la Défense, voir document 3-2003/1.)

Mme la présidente. - La parole est à Mme Hermans pour un rapport oral.

Mevrouw Margriet Hermans (VLD), rapporteur. - Het voorstel van resolutie werd ingediend op 20 december 2006. De commissie heeft dit voorstel besproken tijdens haar vergadering van 22 december 2006. De hoofdindiener van deze resolutie, de heer Destexhe, lichtte de inhoud van het voorstel kort toe.

Elle reprend dans les grandes lignes le texte de la résolution de M. Dubié relative à la menace d'exécution capitale de cinq infirmières bulgares et d'un médecin palestinien en Libye, adopté par le Sénat, le 9 février 2006.

Tout en tenant compte des récents développements dans le dossier, en séance plénière du Sénat du 21 décembre 2006, MM. Destexhe et Dubié ont posé des questions orales au ministre des Affaires étrangères. De cette manière, ils ont déjà eu l'occasion d'exprimer leur réprobation face à la condamnation à mort de cinq infirmières bulgares et d'un médecin palestinien en Libye et à ce procès inique ou les règles élémentaires de l'État de droit n'ont pas été respectées.

Tijdens de bespreking merkte de heer Nimmegeers op dat Europa niet moet zwichten voor financiële druk. De heer Wille heeft daarop gereageerd dat hij tijdens zijn korte bezoek in Libië vastgesteld heeft dat het rechtsstelsel niet onafhankelijk werkt. Het Libische parlement heeft overigens alle parlementen die een resolutie hebben aangenomen ter afkeuring van de terdoodveroordelingen, een belerende brief gestuurd om hen erop te wijzen dat ze geen objectief oordeel kunnen vellen, omdat ze niet op de hoogte zijn van alle feiten in deze zaak. Mevrouw Zrihen merkte op dat Bulgarije heel binnenkort lid wordt van de Europese Unie.

À cette date, le 1er janvier 2007, les infirmières bulgares peuvent bénéficier de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne.

Het voorstel van resolutie in zijn geheel werd door de 11 aanwezige leden eenparig aangenomen.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Onze fractie zal uiteraard met veel overtuiging deze resolutie goedkeuren. Wij sluiten ons aan bij de diverse en talrijke internationale actoren die deze onrechtvaardige uitspraak van 19 december van het Libische gerecht, waarbij vijf Bulgaarse verpleegsters en een Palestijnse arts ten onrechte ter dood veroordeeld werden, met klem veroordelen. We doen een oproep tot onze minister van Buitenlandse Zaken, onze regering, onze diplomatie en de internationale en Europese instanties om alles in het werk te stellen opdat deze uitspraak niet wordt uitgevoerd en deze mensen worden vrijgelaten.

M. Philippe Mahoux (PS). - Nous soutenons cette résolution et rappelons que le Sénat a déjà adopté une résolution de même nature précédemment. Les conditions du procès ne sont pas équitables et le jugement est tout à fait inacceptable. De telles décisions posent le problème de la normalisation des relations avec la Libye.

En complément du rapport, je voudrais ajouter que, comme Mme Zrihen l'a souligné, les infirmières bulgares seront très prochainement des citoyennes européennes mais que cette qualité particulière ne doit pas avoir pour effet de dissocier leur cas de celui du médecin palestinien. La résolution précise d'ailleurs très clairement que nous défendons de manière totalement solidaire tous ces condamnés.

Nous insistons pour que le gouvernement belge prenne des initiatives tout à fait concrètes et pour que l'Union européenne agisse de manière conjointe. Il existe en effet encore une possibilité de recours auprès de la Cour suprême libyenne mais la manière dont la Libye a traité le problème jusqu'à présent nous laisse penser que des pressions internationales sont tout à fait nécessaires et qu'il ne suffit pas de faire confiance au système libyen.

De heer Paul Wille (VLD). - Ook de VLD-fractie sluit zich aan bij deze resolutie.

Na het eerste proces werd gesuggereerd dat van Bulgaarse zijde getracht was de zaak via een schadevergoeding te regelen. We hebben ervoor gepleit die opmerking niet in de tekst op te nemen. Ik meen, om te beginnen, dat een parlement als het onze deze uitlatingen alleen met volledige kennis van zaken kan bespreken, wat niet het geval is. Er is echter nog een andere reden. De heren Cornil, Destexhe en ik werden immers op een ontmoeting met de Jamahiriya bijzonder kil ontvangen, omdat we enkele opmerkingen op humanitair vlak over deze zaak hadden gemaakt. Men zei ons daar dat het principe van de scheiding der machten, dat in westerse democratieën zo gebruikelijk is, geschonden werd door de Libische regering het betalen van smartgeld voor te stellen.

Daarom hebben we voorgesteld in deze resolutie niet in te gaan op deze hypothese, die helemaal niet met de waarheid overeenstemt en die bovendien een belediging is voor Bulgarije en het Bulgaarse volk.

Men zou natuurlijk kunnen opwerpen dat ook de passage van de resolutie waarin een oordeel wordt geveld over de rechtsgang van het tweede proces, voorbarig is. Talrijke elementen in de rechtsgang staven echter deze vaststelling. Daarom steunen wij de resolutie ten volle.

Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Je m'associe pleinement à cette résolution que mon groupe votera, d'autant que c'est mon collègue, Josy Dubié, qui a attiré l'attention du Sénat sur la question, il y a déjà plusieurs mois.

La réponse du ministre à la question posée en séance plénière par MM. Dubié et Destexhe manquait de dynamisme. J'espère que cette résolution donnera une impulsion à tous les moyens qui peuvent être déployés, tant en faveur des infirmières bulgares que du médecin palestinien.

En d'autres circonstances, qu'il s'agisse de personnes jugées de manière inique ou d'otages détenus, la diplomatie européenne et divers moyens ont permis d'obtenir gain de cause. Cela doit être le cas ici aussi.

Comme M. Wille, je souhaite que l'on n'arrive pas à la solution extrême consistant à racheter ce qui, de notre point de vue, a été iniquement jugé. Il faut donc tout mettre en oeuvre à l'échelle diplomatique belge, en collaboration avec d'autres pays européens.

Le soir de la condamnation, nous avons pu constater sur EuroNews que l'indignation était grande, dans le monde entier. Il n'y a donc aucune raison pour que notre gouvernement ne trouve pas d'appuis à l'échelle européenne pour résoudre cette question. J'assure l'ambassadeur de la volonté des sénateurs de le soutenir.

C'est d'autant plus nécessaire que nous sommes à la veille de l'adhésion de la Bulgarie à l'Union européenne. Il va de soi que le médecin palestinien et donc non-européen a droit au même traitement que les infirmières bulgares.

De heer Luc Willems (VLD). - Als voorzitter van de IPU-sectie België-Bulgarije heb ik eind juni met collega Destexhe een bezoek gebracht aan Bulgarije. Uit gesprekken met de autoriteiten heb ik kunnen opmaken dat deze rechtszaak het land in de ban houdt. De Bulgaarse verpleegsters vervulden een humanitaire opdracht die voortvloeide uit hun de sociale ingesteldheid en hun wil om anderen te helpen. Wat nu gebeurt is disproportioneel en totaal niet aanvaardbaar. Daarom sluit ik mij aan bij dit initiatief om onze algemene politieke en morele afkeuring te laten blijken voor wat momenteel in Libië gebeurt.

M. Berni Collas (MR). - Au nom du groupe MR, je salue l'initiative de notre collègue, M. Destexhe. Nous nous associons à la dénonciation de la condamnation des cinq infirmières bulgares et du médecin palestinien et nous soutenons l'approche solidaire.

Mme Clotilde Nyssens (CDH). - Le CDH votera cette résolution. À lui seul, ce texte valait la peine de réunir le Sénat aujourd'hui.

-La discussion est close.

-Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble de la proposition de résolution.