Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-929

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 april 2016

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Radicalisering - Strijd - Wapenhandel - Aanpak - Maatregelen - Samenwerking tussen de federale overheid en de Gewesten

extremisme
terrorisme
wapenhandel
zwarte handel
wapenbeheersing
institutionele bevoegdheid
institutionele samenwerking
radicalisering

Chronologie

20/4/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/5/2016)
11/7/2016Antwoord

Vraag nr. 6-929 d.d. 20 april 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De strijd tegen radicalisering is een strijd die dient gevoerd te worden door de federale overheid, de Gewesten en Gemeenschappen en de lokale overheden. Het is bij uitstek een transversale aangelegenheid, waarvoor alle institutionele overheden een stuk van de verantwoordelijkheid moeten nemen.

Wapenhandel is een gedeelde bevoegdheid van de Federale Staat en de Gewesten. Er rijzen met betrekking tot de regelgeving, de controle op de toepassing ervan en de samenwerking tussen de Staat en de Gewesten verschillende vragen.

De Gewesten zijn bevoegd voor de in-, uit- en doorvoer van wapens. De tussenhandel in wapens blijft echter een federale bevoegdheid. Uit antwoorden van de minister van Justitie en de minister van Economie op parlementaire vragen blijkt dat de controle op de activiteiten van de tussenhandelaars ontoereikend is. De minister van Justitie erkende in 2013 de noodzaak van een nieuwe en efficiëntere federale regelgeving. Ook in recente rechtsleer wordt erop aangedrongen dat de federale overheid haar resterende bevoegdheid inzake tussenhandel in wapens ter harte neemt.

De federale overheid is nog steeds bevoegd voor verschillende onderdelen van het beleid inzake wapenhandel.

Het betreft :

- de wapenhandel vanuit en naar de overheid (leger, politie en veiligheid) ;

- de bestrijding van de illegale wapenhandel ;

- de tussenhandel in wapens ;

- de voorwaarden voor krediet- en verzekeringsinstellingen om wapenhandelstransacties te mogen financieren of verzekeren ;

- de handel in foltertuigen (vergunningsstelsel voor de uitvoer van goederen die voor dergelijke doeleinden gebruikt zouden kunnen worden).

In de rechtsleer wordt erop gewezen dat het juridische kader voor deze aangelegenheden verouderd is en de transparantie en rapportering minimaal, "zodat het federale niveau intussen achterop hinkt in vergelijking met de deelstaten".

De bevoegdheid voor de regelgeving inzake de voorwaarden voor krediet- en verzekeringsinstellingen om wapenhandelstransacties te mogen financieren of verzekeren, werd door de Raad van State als een accessoire bepaling beschouwd die door de Gewesten gereguleerd mag worden. De Gewesten hebben dit echter niet gedaan, zodat de federale regeling van toepassing blijft (cf. artikelen 14 en 15 van de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie). Het zou nuttig zijn dat de Gewesten en de federale overheid duidelijk afspreken wie de bevoegdheid uitoefent. Dergelijke afspraken zouden bijvoorbeeld kunnen worden gemaakt in het recent opgerichte Interfederaal Overlegcomité ter bestrijding van de illegale wapenproductie en -handel (IOBIW).

Op 17 juli 2007 sloten de federale Staat en de Gewesten een samenwerkingsakkoord met betrekking tot de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie alsook van producten en technologieën voor dubbel gebruik.

Dit akkoord regelt de samenwerking tussen de Gewesten en de federale overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken inzake de wapenhandel.

Er moet worden nagegaan of zich, inzake wapenhandel, niet eveneens een samenwerkingsakkoord opdringt tussen enerzijds de Gewesten en anderzijds de Douanediensten en / of de FOD Justitie.

Zowel de Douane als de kredietverlening valt onder de verantwoordelijkheid van de geachte minister.

1) Welke maatregelen heeft hij reeds genomen om de strijd tegen de wapenhandel daadwerkelijk aan te pakken ?

2) Heeft hij hierover reeds overleg gepleegd met de verschillende gewestregeringen ?

3) Hoe zal hij zorgen voor een betere coördinatie van deze strijd tegen de wapenhandel ?

4) Is hij zich voldoende bewust van het feit dat er eveneens een federale bevoegdheid is op het vlak van de wapenhandel en dat dit tot op heden ernstig verwaarloosd wordt ?

5) Is hij het met me eens dat een doorgedreven strijd tegen wapenhandel een essentieel onderdeel is in de strijd tegen terrorisme en radicalisering ?

Antwoord ontvangen op 11 juli 2016 :

1) De algemene administratie Douane en Accijnzen (AADA) voert vanuit haar eigen bevoegdheid controles uit over goederen. Zij is wettelijk gemachtigd om de naleving van verbods- en beperkingsmaatregelen na te gaan, in bijzonderheid geldt dit zowel voor de in-,uit en doorvoer van wapens (wet van 5 augustus 1991, Vlaamse wapenhandeldecreet van 15 juni 2012, Waalse wapenhandeldecreet van 21 juni 2012, en Brusselse wapenordonnantie van 20 juni 2013) als voor het wapenbezit (wet van 8 juni 2006). De AADA voert een beleid inzake wapens waarbij systematisch controles worden voorgeschreven en uitgevoerd. Op basis van verkregen informatie wordt de waakzaamheid verhoogd en worden tevens gerichte en ad hoc controles uitgevoerd.

2) De AADA heeft met de bevoegde autoriteiten regelmatig informeel overleg aangaande het beleid, de handhaving en de wisselwerking inzake vervolging. Teneinde de nodige wisselwerking te optimaliseren werd recent via het Overlegcomité een mandaat gegeven tot oprichting van een werkgroep. Deze beoogt interfederale afspraken tussen de Gewesten en de AADA over het handhaven van de gewestelijke regelgeving betreffende in-, uit- en doorvoer van strategische goederen. Een permanente overlegstructuur wordt hiermee beoogd.

3) De AADA is opgenomen in het Interfederaal Overlegcomité ter bestrijding van de illegale wapenproductie en -handel (IOBIW). In dit Comité zijn alle relevante actoren zoals het federaal parket, de federale politie, de federale overheidsdienst (FOD) Justitie en de Gewesten opgenomen. Als doelen werden gesteld om te komen tot een betere afstemming inzake beleid, wetgevende initiatieven en handhaving.

4) De tussenhandel in de wapens is een federale bevoegdheid. Ook deze bevoegdheid wordt door de AADA heel ernstig genomen. Binnen haar wettelijke kader worden er ook op dat vlak controles uitgevoerd.

5) De strijd tegen de illegale wapenhandel kan inderdaad een essentieel onderdeel zijn in het bestrijden van het terrorisme en radicalisering. Om optimaal te zijn dient deze strijd tegen het terrorisme en radicalisering multidisciplinair te worden benaderd.