Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-886

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 16 maart 2016

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Elektrische wagens - Nationaal beleidskader - Data

elektrisch voertuig
minder vervuilend voertuig

Chronologie

16/3/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/4/2016)
19/3/2016Antwoord

Vraag nr. 6-886 d.d. 16 maart 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op mijn parlementaire vraag nr. 6-800 stelt de geachte minister : " Voor het antwoord op deze vraag, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord van de heer minister Kris Peeters op de identieke vraag nr. 6-799. "

De vice-eersteminister Kris Peeters echter stelt in zijn antwoord op mijn parlementaire vraag nr. 6-799 : " Het antwoord op deze vraag valt onder de bevoegdheid van de federale minister van Energie. Ik beveel u dan ook aan voornoemde vraag aan haar te richten. "

Het transversale karakter werd uitvoerig beschreven in voornoemde vragen en bestaat uit het feit dat de omzetting van de Infrastructuurrichtlijn een gedeelde bevoegdheid, van de verschillende overheden is. In de praktijk komt dit tot uiting door het feit dat de ENOVER-Transport werkgroep samengesteld is uit vertegenwoordigers van zowel de gewestelijke als federale overheid.

Ik vraag de geachte minister om, gelet op het antwoord van haar collega-minister Peeters, alsnog antwoord te geven op navolgende vragen en / of in overleg met haar collega-minister een eenduidig en gezamenlijk antwoord te formuleren.

1) Het behoorde tot de taak van de Gewesten om als startpunt van de omzettingsprocedure elk afzonderlijk de kwantitatieve doelstellingen voor laad- en tankinfrastructuur te bepalen. Op basis hiervan zou dan een nationale kwantitatieve doelstelling worden geformuleerd, dat wil zeggen de optelsom van de drie gewestelijke targets.

Kan de geachte minister voor elk Gewest afzonderlijk de doelstelling voor laad- en tankinfrastructuur voor elektrische wagens meedelen ? Indien mogelijk graag een opdeling naar :

- aantal laadlocaties ;

- aantal laadpalen ;

- aantal laadpunten.

2) De gemengde ENOVER-Transport werkgroep is onder meer op 22 januari 2015 samengekomen.

a) Wat waren de vergaderdata van de ENOVER-Transport in 2015 ?

b) Wat zijn de uitkomsten van deze overlegmomenten ?

3) De coördinatie van de implementatie van de Europese richtlijn 2014/94 van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen ligt bij de FOD Economie (algemene directie Energie).

a) Op welke manier gaat de FOD Economie hierin te werk ? Welke procedure wordt er gevolgd ?

b) Welke stappen heeft de FOD Economie al gezet ?

c) Kan de geachte minister een stand van zaken geven ?

4) Heeft er op 30 november 2015 effectief een uitwisseling plaatsgevonden van het eerste ontwerp van de gewestelijke beleidskaders ?

a) Zo ja, was de FOD Economie (algemene directie Energie) op dit overlegmoment aanwezig ? Wie was er nog aanwezig ?

b) Wat zijn hiervan de uitkomsten ? Met andere woorden, welke afspraken werden er gemaakt met het oog op de opmaak van een tweede ontwerp van gewestelijke beleidskaders ?

c) Zo nee, waarom heeft dit overleg niet kunnen plaatsvinden ? Wanneer staat het eerste uitwisselingsmoment tussen de Gewesten dan wel gepland ?

5) Welke overheidsinstantie verzamelt en beschikt over de gegevens van eigenaars van een elektrische personenwagen ?

Antwoord ontvangen op 19 maart 2016 :

1) Voor het Vlaamse Gewest verwijs ik naar het actieplan « Clean power for transport » dat werd goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 december 2015 (cf. https://www.vlaanderen.be/nl/vlaamse-regering/beslissingenvlaamseregering).

De Vlaamse doelstellingen met betrekking tot laad- en tankinfrastructuur zijn de volgende : 7 400 laadpunten voor elektrische voertuigen, 300 CNG (Compressed Natural Gas) -tankstations en 20 waterstofstations tegen 2020. Het Vlaamse Gewest heeft de ambitie dat er 60 500 batterij elektrische voertuigen en 41 000 CNG-voertuigen rondrijden in Vlaanderen in 2020.

Voor het Waalse en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn er op dit moment – naar mijn weten – nog geen formele beslissingen genomen omtrent kwantitatieve doelstellingen met betrekking tot laad- en tankinfrastructuur.

2) De vergaderdata van de ENOVER-Transport werkgroep in 2015 waren de volgende :

– 22 januari 2015 ;

– 23 april 2015 ;

– 11 juni 2015 ;

– 24 september 2015 ;

– 9 december 2015 ;

– 24 februari 2016.

De volgende vergadering is gepland op woensdag 27 april 2016.

Tijdens deze werkvergaderingen van de ENOVER-Transport werkgroep werden allerhande afspraken gemaakt tussen de vier betrokken entiteiten (drie Gewesten en het federale niveau) in verband met de omzetting en implementatie van de Europese richtlijn 2014/94 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Belangrijkste doelstellingen van de overlegmomenten van de ENOVER-Transport werkgroep :

– stand van zaken uitwisselen inzake de ontwikkeling van beleidskaders van de entiteiten ;

– werkafspraken maken teneinde een coherent nationaal beleidskader te ontwikkelen ;

– bespreken van gemeenschappelijke vragen en problemen, … ;

– uitwisselen van informatie, studies, « best practices »… ;

– bespreken van gewest- en grensoverschrijdende zaken (zoals bijvoorbeeld ontwikkelingen op Benelux en Europees niveau).

3) De ENOVER-Transport werkgroep maakt deel uit van het ENOVER-CONCERE energie-overleg tussen het federale niveau en de Gewesten, dat geformaliseerd werd in het samenwerkingsakkoord van 18 december 1991.

De ENOVER-Transport werkgroep werd opgericht in de loop van 2013, naar aanleiding van de lancering van het voorstel tot richtlijn inzake « Clean power for transport » door de Europese Commissie.

De ENOVER-Transport werkgroep is een gemengde werkgroep – gezien het beleidsoverschrijdende karakter van het dossier – waarin zowel de energie- als transportfilière van de Gewesten (LNE / MOW ; DGO2 / DGO4 ; BIM / Brussel Mobiliteit) en het federale niveau (FOD Economie / FOD Mobiliteit) zijn vertegenwoordigd.

De coördinatierol van de algemene directie Energie is historisch gegroeid. In het verleden heeft de algemene directie Energie al een rol gespeeld in onder andere de ontwikkeling van het nationaal Masterplan en de oprichting van een nationale Stuurgroep (zie ook het antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 6-1 van 3 november 2014).

4) Op 30 november 2015 heeft effectief – zoals afgesproken – een uitwisseling via e-mail plaatsgevonden van een eerste ontwerp van beleidskaders.

Tijdens de ENOVER-Transport vergadering van 9 december 2015 hebben alle entiteiten hun eerste ontwerp van beleidskader voorgesteld door middel van een diaporama. Deze presentaties werden gevolgd door een vragenronde en een bespreking van de te ondernemen acties.

Een tweede uitwisselmoment staat gepland op 31 mei 2016.

5) De federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer beschikt over deze gegevens.

Er is op dit vlak geen verschil tussen elektrische personenwagens en elk ander motorvoertuig voor gebruik op de openbare weg : als bevoegde autoriteit voor de inschrijving van voertuigen in ons land, behoort deze taak tot de Directie inschrijvingen van voertuigen (DIV) van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.