Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-82

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 3 november 2014

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen

Federale overheid - Telewerken - Overzicht - Inspectiebezoeken - Cybercrime - Kostenbesparingen

computercriminaliteit
computerpiraterij
werk op afstand
arbeidsinspectie
overheidsapparaat
ministerie
arbeidsveiligheid
officiële statistiek
gezondheid op het werk
overheidsadministratie

Chronologie

3/11/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
4/12/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-69
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-70
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-71
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-72
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-73
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-74
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-75
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-76
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-77
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-78
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-79
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-80
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-81
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-83
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-84
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-85
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-86

Vraag nr. 6-82 d.d. 3 november 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op grond van het koninklijk besluit van 22 november 2006 betreffende het telewerk in het federaal administratief openbaar ambt hebben personeelsleden van de federale overheidsdiensten de mogelijkheid om telewerk te verrichten. Deze flexibele werkvorm is mogelijk voor zowel contractuelen, mandaathouders, stagiairs als statutairen. Ook occasioneel telewerk is, mits toestemming van de hiërarchische meerdere, toegestaan in het geval het personeelslid specifieke problemen heeft om naar zijn/haar werkplaats te gaan.

De interne preventiedienst kan bij de telewerker controleren of de maatregelen inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek nageleefd worden. Dergelijke controle of inspectiebezoek kan ook op aanvraag van de telewerker worden uitgevoerd.

Ik heb volgende vragen met betrekking tot de diensten (Federale en Programmatorische Overheidsdiensten), instellingen en organisaties die onder de bevoegdheden van de geachte minister/ geachte staatssecretaris ressorteren:

1) Hoeveel van het totaal aantal personeelsleden, zowel in absolute aantallen als in procent, werkt thans: a) occasioneel thuis; b) structureel thuis.

2) a) Hoeveel inspectiebezoeken werden er in de periode 2009-2014 uitgevoerd door de interne preventiedienst?

b) Hoeveel hiervan gebeurden er op aanvraag van de telewerker?

c) In hoeveel gevallen was de telewerkplek niet conform de maatregelen inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek? Welk gevolg werd aan deze vaststellingen gegeven en door wie werden desgevallend de kosten gedragen om de telewerkplek in overeenstemming te brengen met de geldende regels inzake veiligheid en gezondheid?

3) Hoeveel gevallen van cybercrime en/of spionage werden er vastgesteld bij telewerkers in de periode 2009-2014? Welke (bijkomende) beveiligingsmaatregelen werden er dientengevolge getroffen?

4) Werd de eventuele kostenbesparing voor de federale dienst, instelling of organisatie wegens telewerk ooit al in kaart gebracht?

a) Zo ja, wat zijn de belangrijkste bevindingen en conclusies van deze studie? Welk bedrag wordt jaarlijks uitgespaard wegens de implementatie van de flexibele werkvorm 'telewerk' in de desbetreffende federale dienst, instelling of organisatie?

b) Zo nee, waarom niet? Acht de minister/ de staatssecretaris een dergelijke studie nuttig?

Antwoord ontvangen op 4 december 2014 :

1. a. Aantal medewerkers die occasioneel thuis gewerkt hebben tijdens de laatste drie jaar. Onze informaticatoepassing in verband met het beheer van de arbeidstijden heeft geen data meer van vὀὀr 1 januari 2012:

2012 – 289 (23 %)

2013 – 312 (24 %)

2014 – 384 (33 %)

b. Aantal regelmatige telewerkers (met uitzondering van de controleurs/inspecteurs die hun administratieve standplaats thuis hebben en die door het koninklijk besluit van het telewerk uitgesloten zijn):

2009 – 32 (3 %)

2010 – 56 (5 %)

2011 – 76 (6,7 %)

2012 – 101 (8,85 %)

2013 – 173 (14,6 %)

2014 – 268 (22,6 %)

2. a. Tot op heden werden er op initiatief van de preventiedienst geen controles gedaan naar de thuiswerkomstandigheden. In de geest van de dienstnota van de Federale Overheidsdienst (FOD) zal er enkel een bezoek plaatsvinden op vraag van de werknemer.

b. Er is 1 vraag ingediend wegens aanpassing van de werkomstandigheden in verband met een aangepaste werkpost voor personen met een beperking. Deze post werd aangepast voor de gebruiker.

2. c. 0

3. Er zijn geen aanvallen in dit verband vastgesteld. De automatische acties van onze virusscanners  die dagelijks verschillende virussen, malware en spyware onderscheppen beschouw ik niet als gerichte aanvallen. 

4. Nee

4. a. –

4. b. Telewerk werd pas veralgemeend voor het hele departement in juni 2013. In het kader van het Mobi4U-project over de nieuwe manieren van werken, is een betere afstemming op elkaar van het beroeps- en privéleven, één van de prioriteiten van de FOD Mobiliteit en Vervoer. De FOD moedigt zo veel mogelijk de toegang tot het gebruik van de alternatieve werkvormen (telewerk, thuiswerk en gebruik van satellietkantoren) aan.

Al heeft de FOD geen enkel onderzoek naar de kostenbesparing die het telewerk meebrengt, uitgevoerd, toch is deze alternatieve werkvorm de gelegenheid geweest om de ruimtelijke indeling te wijzigen en de verdiepingen van de hoofdzetel van het departement in het kader van Mobi4U anders in te richten. Deze reorganisatie, die nog steeds aan de gang is, heeft ervoor gezorgd dat het personeel dat in het Noordstation werkte, nu in de hoofdzetel is ondergebracht en dat een huurcontract kon worden opgezegd. Dit betekent een jaarlijkse besparing van 2 500 000 euro.

Naast het telewerk ijvert de FOD Mobiliteit en Vervoer sedert jaren voor een duurzame ontwikkeling: de FOD was één van de pioniers terzake en bezit een EMAS-registratie sinds 2007.  Op 2 december 2013 heeft het directiecomité een Charter Milieubeleid ondertekend waarmee het zich ertoe verbindt het papierverbruik te verminderen, het water- en energiegebruik te beheersen, de bezettingsgraad van de gebouwen te optimaliseren en onnodige verplaatsingen te voorkomen, o.a. door rekening te houden met de nieuwe manieren van werken.