Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-788

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen) d.d. 18 december 2015

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Hormoonverstoorders - Aanvullende testen

hormoonontregelaar
hormoon
chemisch product
gevaarlijke stof
gevaren voor de gezondheid
fytosanitair product

Chronologie

18/12/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/1/2016)
16/1/2019Rappel
23/5/2019Einde zittingsperiode

Vraag nr. 6-788 d.d. 18 december 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op mijn schriftelijke vraag nr. 6-718 van 21 september 2015 hebt u geantwoord dat België aanvullende testen moet doen om te bepalen of bisfenol S (BPS) en bisfenol M (BPM) onze hormonen al dan niet ontregelen. Ook voor 1,2,4-triazool en propyl-4-hydroxybenzoaat zijn aanvullende testen nodig, schreef u.

U wacht op Europa om dit nader te bepalen, maar tegelijk hebt u samen met andere lidstaten de Europese Commissie voor het Europees Hof gedaagd omdat Europa treuzelt met het bepalen van duidelijke criteria voor hormoonverstorende stoffen.

Er werd vandaag een historisch vonnis geveld : de Europese Commissie moet de ongeveer zevenhonderd chemische stoffen die onder de categorie hormoonverstorende stoffen vallen, wettelijk definiëren. Ik hoop dan ook dat de aanvullende testen snel uitgevoerd zullen kunnen worden om de risico's voor de volksgezondheid te beperken.

Vandaar mijn vragen :

1) U zei dat het comité van de Europese lidstaten over deze testen zou beslissen begin 2016 voor BPS. Over welk testprotocol gaat het precies ? Worden deze stoffen ook getest wanneer ze in aanraking komen met de mens, via voeding of geneesmiddelen ? Waarom waren de vorige testen niet voldoende ? En zal het comité eveneens beslissen over gelijkaardige testen voor BPM ?

2) Kunt u mij meer informatie geven over de aanvullende testen die nodig zijn om de schimmelwerende stof 1,2,4-triazool en de ontstekingsremmer propyl-4-hydroxybenzoaat (beter bekend als de aromastof E216) al dan niet als hormoonverstoorder te definiëren ? Komen deze stoffen ook in aanraking met de mens, via voeding of het innemen van geneesmiddelen zoals keelpastilles ? Ook hier vraag ik mij af waarom de voorbije testen niet voldoende bleken om de dossiers af te sluiten.

3) Ten slotte zou ik u meer duidelijkheid willen vragen over het koninklijk besluit voor lakken en vernissen waaraan u werkt, evenals de herziening van de norm van BPA voor kunststoffen. Welke timing hanteert u voor deze twee dossiers ?