Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-738

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen) d.d. 15 oktober 2015

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Wetenschappelijk onderzoek - Investeringen

onderzoek en ontwikkeling
onderzoeksbegroting
wetenschappelijk onderzoek

Chronologie

15/10/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/11/2015)
19/10/2015Antwoord

Vraag nr. 6-738 d.d. 15 oktober 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Europa heeft zich in 2002 tot doel gesteld om 3% van het bnp te spenderen aan onderzoek en ontwikkeling (de zogenaamde Lissabon-norm). Een aantal jaren geleden, met name in 2004, werd hiervoor in ons land de "high level group 3%" opgericht. Ondanks het feit dat ons land het zeker niet slecht doet, blijft de totale investering in onderzoek en ontwikkeling steken op 2,36% (cijfer voor 2013).

Wetenschapsbeleid is bij uitstek een transversale materie, gezien er naast het federale niveau belangrijke onderzoeksfinanciering vanuit de deelstaten wordt georganiseerd. De Europese Commissie heeft aangegeven dat investeringen in wetenschapsbeleid binnen het Europees Semester kunnen worden ingebracht als kennisinvestering, wat in principe een boost zou kunnen geven aan investeringen in het wetenschappelijk onderzoek.

Ik stel u daarom graag volgende vragen:

- Over welke mechanismen beschikt u om de globale landelijke doelstelling van 3% te halen, in overleg met de deelstaten en bestaat er een specifiek actieplan om die norm te halen?

- Is er gevolg gegeven aan de aanbevelingen van de "high level group 3%" en zou het nuttig kunnen zijn opnieuw een dergelijke groep samen te stellen?

- Zal ons land gebruik maken van de mogelijkheid om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling binnen het Europees Semester in te schrijven en hierdoor de budgetten te verhogen? Hoe gebeurt de verdeling op de niveaus van de deelstaten?

Antwoord ontvangen op 19 oktober 2015 :

In België wordt onderzoek & ontwikkeling (O&O) vooral gefinancierd door de bedrijven (57 %), de overheden (28 %) en het buitenland (13 %). Die totale uitgaven bedragen voor 2013 afgerond 9,5 miljard euro, hetzij 2,41 % van het bruto nationaal product (BNP) (definitieve cijfer voor 2013).

Het is belangrijk te onderstrepen dat de belangrijkste instrumenten ter financiering van het onderzoek geregionaliseerd werden. De rol die de federale overheid speelt in het halen van de 3 %-doelstelling is dan ook ondergeschikt aan de initiatieven van de regionale en gemeenschapsoverheden.

1) De federale overheid beschikt over volgende instrumenten om het onderzoek te stimuleren :

– vooreerst zijn er de federale budgetten voor onderzoek (bij Belspo, FOD's Economie, Volksgezondheid, Defensie, enz.), deze bedragen vertegenwoordigen 23 % van alle overheidsbudgetten van het land. Bij Belspo worden deze budgetten vooral ingezet voor ruimtevaartonderzoek en de financiering van de federale wetenschappelijke instellingen ; FOD Economie financiert het nucleair onderzoek, Volksgezondheid en Defensie financieren hun eigen onderzoek ;

– er is ook de fiscale ondersteuning die door de FOD Financiën gebeurt en die aanzienlijk is. Ze stimuleert vooral het onderzoek in de bedrijven, maar ook de universiteiten en publieke onderzoeksinstellingen genieten ervan ;

– wat betreft de verbetering van het regelgevend kader met betrekking tot het onderzoek kan de federale overheid kan slechts marginaal bijdragen. De initiatieven bij de sociale zekerheid (bijvoorbeeld pensioenen in geval van internationale mobiliteit), bij buitenlandse zaken (wetenschappelijke visa's) zijn echter relevant.

2) De aanbevelingen van de « High Level Group 3 % » hebben ondermeer geleid tot de uitbouw van de fiscale instrumenten. Er is dus wel degelijk werk gemaakt van de uitvoering van de meest relevante voorstellen. De « High Level Group 3 % » was echter een eenmalig initiatief, opgezet door mijn voorganger minister Moerman met steun van verschillende chief executive officers (CEO) uit de industrie en de publieke onderzoeksactoren. Ik heb voorlopig geen plannen om opnieuw een dergelijk initiatief te nemen. Gezamenlijke vergaderingen van alle adviesraden zouden eventueel een alternatief kunnen zijn. Dit dient echter afgetoetst te worden met alle overheden in België en alle adviesraden dienen het er mee eens te zijn.

3) België rapporteert jaarlijks de investeringen betreffende onderzoek aan de Europese Commissie in het kader van het Europees Semester. Het betreft trouwens een verplichte rapportering, waaraan alle overheden in België deelnemen. Deze rapporten zijn beschikbaar op de websites van de Europese Commissie.