Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-718

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen) d.d. 21 september 2015

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Risico's voor de volksgezondheid - Bisfenol S en M

hormoon
chemisch product
gevaarlijke stof
gevaren voor de gezondheid
fytosanitair product

Chronologie

21/9/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2015)
19/11/2015Antwoord

Vraag nr. 6-718 d.d. 21 september 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op mijn schriftelijke vraag van 4 februari 2015 (nr. 6-430) antwoordde de minister dat België in 2014 de stofevaluatie van bisfenol S (4,4'-sulfonyldiphenol) en bisfenol M (4,4'-(1,3-phenylene-bis(1-methylethylidene)) uitgevoerd heeft, in het bijzonder voor de hormoonverstorende aspecten.

Zij zegde ook dat dit jaar en de volgende jaren andere potentiële hormoonverstorende stoffen geëvalueerd zouden worden: 1,2,4-triazole en propyl 4-hydroxybenzoate (in 2015); 2,4-di-tert-butylphenol (in 2016).

Terwijl de Europese Commissie de belangrijke definiëring van criteria voor hormoonverstorende stoffen blijft uitstellen (de impactanalyse zou pas eind 2016 afgerond zijn), maken wetenschappers én burgers zich terecht zorgen.

Deze chemische stoffen zijn niet alleen een risico voor landbouw en leefmilieu, maar vooral voor de volksgezondheid. Hormoonverstorende stoffen verhogen de kans op diabetes, onvruchtbaarheid, kanker enzovoort.

1. Wat is het resultaat van de stofanalyse van bisfenol S en bisfenol M? Gaat de minister hiermee verder aan de slag?

2. Is zij het met mij eens dat we vooral bisfenol A en bisfenol S, maar eigenlijk alle schadelijke hormoonverstoorders moeten bannen, in eerste instantie uit voedsel zoals blikjes en conserven?

3. Hoe ver staat de stofanalyse van 1,2,4-triazole en propyl 4-hydroxybenzoate? Wat is hier op aan te merken? Vormt deze stof een risico voor de volksgezondheid?

4. Zoals welbekend vertraagt de Europese Commissie het hele definiëringsproces onder invloed van lobby's. Ondertussen kunnen de lidstaten zelf wel maatregelen nemen, zoals Frankrijk deed. Welke maatregelen zal de minister treffen om in België de risico's van hormoonverstoorders te beperken?

Antwoord ontvangen op 19 november 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1) Voor bisphenol S (BPS) en bisphenol M (BPM) zijn er aanvullende testen nodig om te bepalen of er een hormoonverstorende karakter zou zijn. De houders van de registratie van deze stoffen onder REACH hebben de eerste conclusies vernomen. In het eerste semester van 2016 zal het comité van de Europese Lidstaten beslissen welke testen er nog moeten uitgevoerd worden voor BPS.

2) Op 21 januari 2015 publiceerde European Food Safety Authority (EFSA) de herevaluatie van de blootstelling van de bevolking aan BPA en de toxiciteit ervan. De algemene conclusie van EFSA is dat de aanwezigheid van BPA in voedingsmiddelen geen risico vormt voor de volksgezondheid, omdat de huidige blootstelling ver onder de (herziene) toelaatbare dagelijkse inname (tolerable daily intakeTDI) van 4µg / kg lichaamsgewicht / dag ligt. Dit geldt ook voor de blootstelling bij zwangere vrouwen en ouderen.

Daarnaast werd ook vastgesteld dat de totale blootstelling aan BPA door middel van voeding, speelgoed, stof, cosmetica en thermisch papier eveneens onder de TDI van 4µg / kg lichaamsgewicht / dag ligt.

Het advies van EFSA is duidelijk en werd stevig onderbouwd voor wat de risico’s voor de bevolking betreft.

Bisphenol S heeft een gelijkaardige chemische structuur maar heeft een lagere mogelijke migratie van contactmaterialen naar voeding en werd ook gereglementeerd in verordening 10/2022 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen.

België neemt volgende positie in inzake BPA :

– de herziening van de norm van BPA voor kunststoffen (verlaging van de specifieke migratielimiet voor BPA op basis van de nieuwe EFSA evaluatie en de herziene TDI) ;

– gelijktijdig, om het gedeelte vernissen en lakken bestemd om in contact te komen met voeding af te dekken, wenst België zo snel mogelijk het ontwerp van koninklijk besluit betreffende vernissen die in contact komen met voeding aan te passen waarin momenteel dezelfde specifieke migratielimiet wordt vastgelegd als voor kunststoffen. Dit ontwerp koninklijk besluit was al onderwerp van een kennisgeving op Europees niveau en wordt de komende weken naar de Raad van State gestuurd voor advies.

3) Voor 1,2,4-triazool en propyl-4-hydroxybenzoaat zullen aanvullende testen nodig zijn om deze dossiers af te sluiten.

4) In het kader van REACH en als deelnemer in de expertengroep hormoonverstorende stoffen van ECHA blijft België hormoonverstorende stoffen evalueren.

In afwezigheid van criteria wordt er voor hormoonverstorende stoffen verder gewerkt op basis van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definitie van 2002 waarover een grote consensus bestaat.

Voor materialen die in contact komen met levensmiddelen is België voorstander van geharmoniseerde maatregelen op Europees niveau. In dit kader heeft België tijdens de vorige werkgroepvergaderingen, waarvan de laatste plaatsvond op 29 en 30 oktober 2015, de Europese Commissie geïnterpelleerd over de trage vooruitgang in dit dossier.

Op nationaal niveau heeft België al maatregelen genomen met een verbod op BPA in producten die met voedingsmiddelen in aanraking komen bestemd voor kinderen tot 3 jaar (wet van 4 september 2012 tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, teneinde bisfenol A te verbieden in verpakkingen voor voedingsmiddelen). Zoals eerder aangegeven wordt momenteel ook gewerkt aan een Belgisch koninklijk besluit betreffende lakken en vernissen die in contact komen met levensmiddelen.