Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-649

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen) d.d. 28 mei 2015

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Hormoonverstorende stoffen - Nood aan duidelijke en strenge wetenschappelijke criteria - Preventie - Strengere productnormen - Initiatieven - Samenwerking met de deelstaten

hormoon
chemisch product
gevaarlijke stof
gevaren voor de gezondheid
fytosanitair product
norm
hormoonontregelaar

Chronologie

28/5/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/7/2015)
22/6/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-430

Vraag nr. 6-649 d.d. 28 mei 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Hormoonverstorende stoffen of Endocrine disruptor chemicals (EDC) kosten Europa bij de 31miljard euro per jaar aan gezondheidskosten, berekende het Health and Environment Alliance (HEAL). Naar aanleiding daarvan, ging Frankrijk bijvoorbeeld redelijk ver in het verbod op bisfenol A, omwille van de risico's op diabetes, onvruchtbaarheid, kanker, enz. Sommige lidstaten nemen maatregelen, maar niet allemaal.

Nochtans maken steeds meer wetenschappers, en ook burgers, zich zorgen. Via een platform kon iedereen in Europa zijn mening geven over een nieuwe definitie voor hormoonverstorende stoffen.

Op 2 februari 2015 publiceerde de Europese Commissie de antwoorden op deze volksraadpleging. Deze worden nu verwerkt.

Een nieuwe wetgeving dringt zich op. Wij hebben nood aan duidelijke en strenge wetenschappelijke criteria voor hormoonverstorende stoffen. Dit gaat niet alleen over onze gezondheid, maar ook over landbouw en leefmilieu. Daarom stel ik u de volgende vragen :

1) Volgt u dit op met de andere bevoegde ministers op het federale en inzake preventie met het deelstaatniveau ?

2) Denkt u er samen met uw collega's aan om initiatief te nemen voor het opleggen van strengere productnormen wat hormoonverstorende stoffen betreft ?

3) Hoe zal u - naar analogie met de Europese raadpleging - de Belgische burgers hierbij betrekken ?

4) Hoe gaat u samen met uw collega's de innovatie in de chemische sector en de landbouw stimuleren in de richting van alternatieve, minder gevaarlijke (niet hormoonverstorende) stoffen ?

Antwoord ontvangen op 22 juni 2015 :

1) Op het federale niveau zijn er drie ministers bevoegd voor het thema van de hormoonverstorende stoffen, namelijk mijn collega’s die belast zijn met de Volksgezondheid en de Veiligheid van de voedselketen die de producten waarin deze stoffen zijn opgenomen en de specifieke Europese wetgeving daaromtrent opvolgen. Via de ED-coördinatie-subgroep van de Coördinatiecomité internationaal milieubeleid (CCIM) worden de betrokken partners van de federale overheid, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geconsulteerd om een gemeenschappelijk Belgisch standpunt te formuleren over onderwerpen rond hormoonverstorende stoffen. Onder andere volgende initiatieven / standpunten werden via dit orgaan gecoördineerd :

– eind 2014 werd een gecoördineerd Belgisch standpunt ingediend naar aanleiding van de publieke consultatie van de Europese Commissie in verband met de criteria voor hormoonverstorende stoffen ;

– acht ministers voor leefmilieu, waaronder de Belgische minister, richtten zich schriftelijk tot de Europese Commissaris Vella en Commissaris Bienkowska bevoegd voor REACH. In deze brief dringen zij aan om acties te ondernemen om de doelstellingen met betrekking tot hormoonverstorende stoffen te bereiken. Dit kadert in het EAP-7 (7th Environment Action Programme). Het Zevende EAP verzoekt de Commissie nl. om uiterlijk in 2018 een Europese unie (EU)-strategie te ontwikkelen voor een niet-giftige omgeving die bevorderlijk is voor innovatie en de ontwikkeling van duurzame alternatieven, waaronder niet-chemische oplossingen, voortbouwend op horizontale maatregelen die moeten worden genomen in 2015 ;

– in navolging van de brief aan de Commissarissen heeft België, samen met zes andere Lidstaten, een nota opgesteld met betrekking tot belangrijke onderwerpen in het beleid van chemische stoffen op de weg naar een niet-toxisch milieu, en deze op de agenda geplaatst van de Milieu Council Meeting van december 2014. Een van deze onderwerpen betrof hormoonverstoorders, en meer bepaald de identificatie van nodige initiatieven, inclusief het vastleggen van de wetenschappelijke criteria voor de identificatie van hormoonverstoorders, alsook het opstellen van een werkplan.

België gaat ook samen met diezelfde Europese landen op 20 oktober 2015 een conferentie mee-organiseren in Brussel, onder de titel « REACH and beyond - challenges and options for improvements »(REACH en daarbuiten, uitdagingen en opties voor verbeteringen). De Europese parlementsleden, de ministers, de Europese Commissie, …, zullen worden uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Ook het thema van de hormoonverstorende stoffen zal in de debatten aan bod komen.

De Belgische overheidsinstanties die bevoegd zijn voor REACH en biociden (directoraat Leefmilieu, federale overheidsdienst (FOD) VVVL) nemen actief deel aan de werkzaamheden van de ED-expertgroep van ECHA. Deze expertgroep geeft wetenschappelijke adviezen over het ED-karakter van chemische stoffen in het kader van REACH en biociden.

2) België is voorstander van geharmoniseerde acties op Europees niveau. We volgen onder andere, op het niveau van de wetenschappelijke comités van ECHA, het restrictiedossier voor bisfenol A in thermisch papier op.

België heeft ook in 2014 de stofevaluatie van twee andere bisfenolen uitgevoerd, in het bijzonder voor de hormoonverstorende aspecten. Met dit proces onder REACH kunnen we bijkomende testen opvragen, om de kennis over de stoffen uit te breiden en het gevaar alsook de risico’s beter in te schatten.

In 2015 en de daaropvolgende jaren zullen we andere potentiële hormoonverstorende stoffen evalueren en op basis van het resultaat van de evaluatie beslissen welke de beste actiemaatregelen zijn.

3) De overheid die bevoegd is voor REACH heeft verschillende presentaties gegeven over haar werk in het domein van hormoonverstorende stoffen op verzoek van niet-gouvernementele organisaties (Women in Europe for a common future, Gezinsbond).

Het Belgische Comité REACH (BCR)informeert op zijn website over zijn verwezenlijkingen. Er worden ook open sessies georganiseerd om een debat tussen de overheidsinstanties en de stakeholders (vertegenwoordigers van de industrieën, vakbonden, ngo’s) mogelijk te maken.

Binnen het kader van het REACH-samenwerkingsakkoord werden verschillende comités opgericht: het Belgische Comité REACH, het Wetenschappelijk Comité REACH en het Forum Nationaal REACH. Sinds september 2014 zijn de leden van het Wetenschappelijk Comité REACH benoemd en kunnen zij hun werkzaamheden starten (wetenschappelijk advies opstellen wat betreft het gevaar of het risico van verschillende chemische stoffen).

4) De innovatie in de chemische sector en de landbouw en het gebruik van minder gevaarlijke alternatieven kunnen worden gestimuleerd via diverse REACH-processen (identificatie van zeer zorgwekkende stoffen (hier hormoonverstorende stoffen), vergunning, restrictie, … Alvorens alternatieven te gebruiken moeten deze echter grondig onderzocht worden en moet voldoende worden aangetoond dat ze minder gevaarlijk zijn (deze analyse maakt onder andere deel uit van het dossier van de toelatingsaanvraag).

Op de beleidsconferentie die op 20 oktober in Brussel gehouden zal worden, zal ook het thema « substitutie » aan bod komen. De andere stakeholders (vertegenwoordigers van de industrieën, NGO’s, …) zullen ook uitgenodigd worden.