|
|
Compressed natural gas (CNG)-installaties - Licenties - Cijfers - Voorwaarden - Wettelijke bepalingen - Automerken die over een licentie beschikken - Milieuvoordelen en -nadelen van CNG als brandstof voor voertuigen
transportinfrastructuur
nationale uitvoeringsmaatregel
vervangende brandstof
gas
minder vervuilend voertuig
handelsvergunning
| 24/4/2015 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015) |
| 19/6/2015 | Rappel |
| 25/6/2015 | Antwoord |
In het kader van de Europese richtlijn 2014/94 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen vindt er thans een denkoefening plaats over een nationaal actieplan. Deze denkoefening wordt afzonderlijk gevoerd binnen de gewestelijke administraties, alsook gezamenlijk binnen de gemengde ENOVER-transportwerkgroep. In deze werkgroep werd overeengekomen om eind november 2015 een eerste ontwerp van beleidskader uit te wisselen, eind mei 2016 een tweede ontwerp en eind september 2016 de goedgekeurde eindteksten. De einddatum waarop België het actieplan bij Europa moet indienen is 18 november 2016, 24 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn.
Alternatieve brandstoffen, zoals elektriciteit, zijn tevens schonere brandstoffen. Ook compressed natural gas, kortweg CNG, wordt door sommigen als schonere brandstof naar voren geschoven. De schonere brandstoffen hebben in België nog maar beperkt ingang gevonden. Dat kan mede worden verklaard door omgevingsvoorwaarden die weinig stimulerend zijn om over te stappen op alternatieve brandstoffen of te investeren in elektrische- of CNG-installaties. Uit cijfers van de FOD Mobiliteit en Vervoer blijkt dat er in de eerste maand van dit jaar negenentwintig nieuwe voertuigen op CNG werden ingeschreven in ons land, in februari 2015 waren er dat zeventien.
Om te komen tot een nationaal actieplan in navolging en omzetting van de Europese richtlijn 2014/94 wordt er - zoals reeds hoger vermeld - overleg gepleegd tussen de Gewesten en het federale niveau binnen de ENOVER-transportwerkgroep. De ambities en doelstellingen van de deelstaten met betrekking tot CNG-tankstations en -voertuigen zijn mede richtinggevend en bepalend voor de inhoud en de focus van het nationaal actieplan. Dat wijst op het transversale karakter van deze schriftelijke vraag.
1) De erkenning van de CNG-installateurs behoort tot de bevoegdheid van de federale overheid. Hoeveel licenties om te mogen werken aan CNG-installaties, ook in geval van hogedrukproblemen, werden tot op heden toegekend? Aan wie werden deze licenties toegekend? Graag een overzicht van de toegekende licenties per jaar en per provincie.
2) Hoeveel erkende CNG-installateurs zijn er thans in België? Graag een overzicht per provincie.
3) Aan welke voorwaarden moeten de licentiehouders voldoen?
4) Welke wettelijke bepalingen zijn thans van kracht voor het werken aan CNG-installaties?
5) Klopt het dat de dealers van sommige automerken niet over een licentie beschikken om te werken aan CNG-installaties, behalve wanneer het lagedrukproblemen betreft? Van welke automerken beschikken de dealers wel over een licentie voor het uitvoeren van werk aan CNG-installaties? Hoe verloopt de procedure voor deze erkenning? Kan de minister desgevallend de discrepantie ter zake tussen de automerken verklaren? Welke factoren spelen hierin een rol?
6) Wat zijn de precieze milieuvoordelen en -nadelen van CNG als brandstof voor voertuigen? Hoe verhouden die voor- en nadelen zich ten opzichte van elektrische mobiliteit? Welke brandstof geniet de voorkeur van het beleid?
1) Tot op heden zijn er drie voorlopig erkende Compressed natural gas (CNG) installateurs tot en met 5 mei 2015.
De drie erkende installateurs zijn :
– AGS NV, Geelseweg 74, Olen ;
– Drive Systems NV, Leeuwerikweg 8, Tienen ;
– Technomeca SA, Rue Du Long Fossé 168, Haccourt.
2) Er zijn thans drie voorlopige erkende CNG-installateurs in België : waarvan een installateur sinds 1997 in Antwerpen ; een installateur sinds 1998 in Luik ; een installateur sinds 2014 in Vlaams-Brabant.
3) Het koninklijk besluit van 7 maart 2013 betreffende het gebruik van CNG voor de aandrijving van auto's, « Titel III – Erkenning » en « Bijlage B ».
4) Het koninklijk besluit van 7 maart 2013 betreffende het gebruik van CNG voor de aandrijving van auto's.
5) a) Ja het klopt dat de dealers van sommige automerken niet over een licentie beschikken om te werken aan CNG-installaties, behalve wanneer het lagedrukproblemen betreft.
b) Er zijn geen dealers van automerken die beschikken over een erkenning voor het uitvoeren van werk aan CNG-installaties.
c) De procedure tot erkenning als installateur CNG verloopt zoals beschreven in het koninklijk besluit van 7 maart 2013 betreffende het gebruik van CNG voor de aandrijving van auto's, « Titel III – Erkenning » en « Bijlage B ».
d) Aangezien geen enkele automerk erkend is, kan er ook moeilijk sprake zijn van discrepantie tussen de automerken wat betreft erkenning als installateur CNG. Aangezien er geen discrepantie is, kan er ook moeilijk sprake zijn van factoren.
6) Voor de vragen onder dit laatste punt verwijs ik u naar mevrouw Marghem, minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling.