Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-582

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen) d.d. 8 april 2015

aan de minister van Justitie

Burgerlijk Wetboek - Geslacht - Update

burgerlijk recht
man
vrouw
seksuele minderheid
gelijke behandeling
bestrijding van discriminatie
geslachtsverandering
genderidentiteit

Chronologie

8/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/5/2015)
4/1/2016Antwoord

Vraag nr. 6-582 d.d. 8 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tot op heden verplicht de wet ons om bij de geboorte vast te leggen of het om een baby gaat van het vrouwelijke of het mannelijke geslacht. Dat werd ooit in het Burgerlijk Wetboek opgenomen omdat man of vrouw zijn andere rechten en plichten met zich meebracht. Deze opvatting - die dateert van 1804, de tijd van Napoleon - is vandaag niet meer accuraat. Het juridische geslacht komt niet altijd overeen met de genderidentiteit van een individu.

Mevrouw Alexandra Vanvooren won de 13e Vlaamse Scriptieprijs met haar vooruitstrevend onderzoek over geslacht en woonplaats in het Burgerlijk Wetboek. In haar masterproef De betekenis van het geslacht en de woonplaats voor de identificatie van de persoon toont zij aan hoe we de wet kunnen moderniseren.

Door de nadruk te leggen op gelijkheid tussen personen, stelt mevrouw Vanvooren een waardig alternatief voor dat begint bij het niet-registreren van het geslacht, omdat dat niet meer hoeft. Voor de afstamming herleidt ze de vaderlijke en moederlijke afstammingslijn tot een genderneutrale variant X of Y. Hierdoor worden alle combinaties juridisch mogelijk en hoeven lesbische meemoeders of transgenderouders geen onnodige procedures meer te starten. Dat zou dus een grote vereenvoudiging van het huidige systeem betekenen.

Bovendien staat ook in het regeerakkoord dat de wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit zal worden aangepast. Het voorstel van mevrouw Vanvooren zou een interessante juridische uitweg kunnen bieden voor het dilemma van de afstamming na juridische geslachtswijziging.

- Wat denkt de minister van het alternatief dat mevrouw Vanvooren voorstelt?

- Is hij voorstander van een update van het Burgerlijk Wetboek of houdt hij vast aan de aanduiding van het vrouwelijke of mannelijke juridische geslacht zoals beschreven in de tijd van Napoleon?

Antwoord ontvangen op 4 januari 2016 :

In de beleidsverklaring van 17 november 2014 werd inderdaad de intentie aangegeven om, in samenspraak met de staatssecretaris voor Gelijke Kansen, de wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit aan te passen in het licht van de internationale mensenrechtenverplichtingen. Deze intentie wordt bevestigd in de beleidsnota van 2015.

Ondertussen werd er een evaluatie gemaakt van de genoemde wet van 10 mei 2007. Hierbij werden verschillende aspecten onderzocht. In het bijzonder werden de gevolgen onderzocht op afstammingsrechtelijk vlak van de afschaffing van de voorwaarde dat de betrokkene niet meer in staat mag zijn om overeenkomstig het vroegere geslacht kinderen te verwekken zoals bepaald in artikel 62bis, § 2, 3°, van het Burgerlijk Wetboek.

Zowel de optie van het teruggrijpen naar het oude geslacht (van vóór de officiële geslachtswijziging) als het koppelen van de afstamming aan het nieuwe geslacht voor een transman die bevalt van een kind of voor een transvrouw die een kind heeft verwekt werden onderzocht.

Er wordt nu concreet nagegaan welke alternatieven er mogelijk zijn als de medische en fysieke eisen voor geslachtsverandering zouden worden geschrapt (gelet op de internationale tendensen op mensenrechtelijk vlak), zonder uit het oog te verliezen dat het geslacht vandaag nog steeds een element van de staat van de persoon uitmaakt.

Als element van de staat van de persoon is het geslacht in beginsel onbeschikbaar. Er wordt dus verder nagegaan welke alternatieven er mogelijk zijn om hiertoe voldoende waarborgen te bieden. Een rechtsvergelijkend onderzoek is hier nog nodig.

De administratie werd belast tot de opmaak van een verdere en meer diepgaande analyse omtrent de vaststelling en betwisting van de afstammingsbanden wanneer een ouder van geslacht wijzigt.

Er kan bijgevolg nog niet worden ingegaan op de vraag van het geachte lid, daar de complexe analyse hieromtrent nog aan de gang is. Deze analyse gebeurt ook in samenwerking met de staatssecretaris van Gelijke Kansen.