Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-569

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 30 maart 2015

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Boerderijen - Diefstallen - Toename - Handhaving - Overleg met de Gewesten

diefstal
landbouwonderneming

Chronologie

30/3/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/4/2015)
23/6/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-570

Vraag nr. 6-569 d.d. 30 maart 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Steeds meer boeren beveiligen hun stallen en weilanden met camera's of met hekwerken met toegangscodes. De reden is naar verluidt een reeks diefstallen die agrariërs teistert.

De Nederlandse Melkveehouders Vakbond maakt zich zorgen om de ontwikkeling. Complete veegmachines van 150 kilo verdwijnen uit stallen. Volgens de vakbond zijn alvast in Nederland steeds meer boeren het slachtoffer van diefstal en worden daarom maatregelen genomen. Er worden camera's opgehangen en er verschijnen hekwerken rondom landerijen, die alleen met een toegangscode te openen zijn.

De beroepsvereniging Natuurboeren ziet ook een toename van diefstallen. "Beveiligingscamera's zijn helaas nodig op agrarische bedrijven. Het dievengilde heeft het steeds meer hierop voorzien", zegt Evelien Al. "De techniek om een camerasysteem aan te leggen, wordt steeds nieuwer en daarbij ook gemakkelijker voor de boer. Er zijn nu bijvoorbeeld camerabeelden die op een mobiele telefoon gezien kunnen worden."

Het betreft een transversale gewestelijke materie. Landbouw valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. Preventie betreft echter een Federale materie en bijgevolg zijn overleg en samenwerking noodzakelijk, wil men dit fenomeen effectief aanpakken. Om te weten of er meer preventieve acties moeten komen, is het belangrijk de cijfers te kennen, om aldus te kunnen inschatten of er ook bij ons daadwerkelijk een probleem is.

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1) Is er ook in ons land sprake van een toename van diefstallen uit schuren, stallen, weilanden en erven van boerderijen waarbij criminelen azen op onder meer maaimachines en andere waardevolle zaken? Kunt u dit cijfermatig toelichten?

2) Welke concrete acties onderneemt de politie om deze diefstallen tegen te gaan ?

3) In hoeverre deelt u de analyse dat er sprake zou zijn van criminaliteit van bendes uit Oost-Europa? Op welke wijze vindt er samenwerking plaats met de autoriteiten van de bronlanden van de problematiek van deze rondtrekkende bendes?

4) In hoeverre wordt er door de politie specifieke kennis over de bronlanden van de problematiek en de criminele netwerken vergaard om de problemen bij de bron aan te pakken?

5) In hoeverre vindt er samenwerking plaats met handelaren in ons land en landen in Oost-Europa om heling van in België gestolen goederen uit de landbouw en andere sectoren (zoals de bouw) zoveel mogelijk tegen te gaan?

6) Hebt u hieromtrent reeds overlegd met de verschillende beroepsorganisaties, en hebt u hieromtrent een overleg gepland met de bevoegde ministers van de deelstaten, gezien landbouw een Gewestbevoegdheid is, en bent u bereid bepaalde specifieke preventiemaatregelen uit te werken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u de inhoud en timing toelichten?

7) Hebt u reeds signalen ontvangen van de bevoegde gewestelijke ministers dat er inderdaad een probleem is wat betreft diefstallen op boerderijen? Zo ja, van wie en kunt u toelichten wat u concreet hebt besproken?

Antwoord ontvangen op 23 juni 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

1) Onderstaande tabel bevat het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten betreffende diefstallen (inclusief de pogingen) van landbouwvoertuigen op / in boerderijen, schuren, stallen, weides en velden.

Het betreft de weergave voor de volledige jaren 2010-2013 en de eerste drie kwartalen van 2014.

De landbouwvoertuigen werden ingedeeld in de volgende zeven categorieën :

  1. landbouw- / bosbouwtrekker ;

  2. landbouw- en trage aanhangwagen ;

  3. landbouwmaterieel ;

  4. landbouwmotor ;

  5. landbouwvoertuig en trage oplegger ;

  6. maaimachine ;

  7. traag voertuig omgevormd voor landbouw.

Diefstallen (incluis pogingen) waarbij landbouwvoertuigen gestolen werden op / in boerderijen, schuren, stallen, weides, velden

Type landbouwvoertuig

2010

2011

2012

2013

2014 (trim 3)

Landbouw-/bosbouwtrekker

16

20

23

24

14

Landbouw- en trage aanhangwagen

2

9

3

7

3

Landbouwmaterieel

1

7

8

4

2

Landbouwmotor

0

0

2

0

1

Landbouwvoertuig en trage oplegger

0

0

3

0

1

Maaimachine

2

1

1

0

1

Traag voertuig omgevormd voor landbouw

0

0

0

0

0

Totaal :

21

37

40

35

22

2) Op zich vormen diefstallen in hoeves, stallen, schuren, op akkerlanden, velden en weiden geen prioritair fenomeen voor de politie en er worden dan ook geen specifieke acties ontwikkeld vanuit de federale politie.

Wel vallen de diefstallen in hoeves, stallen en schuren onder de diefstallen in gebouwen, een prioritair fenomeen opgenomen in het nationale veiligheidsplan 2012-2015. In dat kader vallen ze dan ook binnen de geïntegreerde en integrale aanpak die hieromtrent is ontwikkeld op nationaal niveau. Aangezien er aanwijzingen zijn dat rondtrekkende dadergroepen ook actief zijn voor wat betreft diefstallen in hoeves, stallen en schuren als voor de occasionele diefstallen van landbouwvoertuigen, wordt er ook vanuit deze invalshoek op deze materie gewerkt.

3) Zoals gesteld in vraag 2), zijn er aanwijzingen dat internationaal opererende rondtrekkende dadergroepen (georganiseerde diefstallen) inderdaad ook actief zijn binnen dit fenomeen.

Voor de strijd tegen rondtrekkende dadergroepen heeft België reeds talrijke verdragen afgesloten inzake politionele en justitiële samenwerking. Voor wat betreft de problematiek van de rondtrekkende dadergroepen vermelden we onder andere de verdragen met de thuislanden Albanië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Slovakije. Met Moldavië en Montenegro zijn er Memorandi of Understanding om de samenwerking te bevorderen. Ook de gerechtelijke overheden, vertegenwoordigd door het Federaal Parket, hebben samenwerkingsovereenkomsten met Albanië, Roemenië, Moldavië en Servië. Inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken binnen de Europese Unie wordt de overdracht van strafvordering (denonciatie) en strafuitvoering in de landen van herkomst geregeld.

Al deze samenwerkingsverbanden vinden hun uitvoering op het terrein in operationele onderzoeken (met onder andere spiegelonderzoeken in de landen van herkomst, recuperatie van vermogen, opsporingsonderzoeken in het thuisland via interrogatoire commissies, Joint Investigation Teams, enz.) en uitwisselingsprogramma’s waarbij politie uit de thuislanden in ons land Belgische politie-eenheden komen ondersteunen.

Sedert 2010 is België driver voor het project European Multi-disciplinary Projects Against Criminal Threats – Mobile Organised Crime Groups (EMPACT-MOCG-project), dat de optimalisatie van een internationale aanpak van de rondtrekkende dadergroepen nastreeft, dit door ondermeer de internationale informatie-uitwisseling te optimaliseren. Ook binnen de nieuwe Europese beleidscyclus 2013-2017 werd een integrale en geïntegreerde aanpak van rondtrekkende dadergroepen opgenomen als één van de prioriteiten onder het project EMPACT-OPC (Organised Property Crime).

Binnen dit project worden gezamenlijke projecten opgezet in het kader van internationale informatie-uitwisseling, harmonisering en afstemming van wetgeving, opzetten van gezamenlijke beeldvorming rond rondtrekkende dadergroepen en de aanpak, opzetten van gezamenlijke actiedagen en het organiseren van internationale coördinatie in verband met concrete dossiers (bij voorbeeld via Joint Investigation Teams of gemeenschappelijke onderzoeksteams).

Hierbij wordt toch wel aangestuurd op een brede aanpak, waarbij het onderzoek zich niet alleen richt op de uitvoerders, maar ook op de facilitatoren (die bijvoorbeeld transport voorzien, logistieke uitvalsbasissen, …), de helers en de organisatoren / opdrachtgevers.

4) In het raam van de aanpak van de rondtrekkende dadergroepen wordt er op regelmatige basis informatie uitgewisseld via diverse kanalen, waaronder Europol, Interpol, de Belgische liaisonofficieren in het buitenland en sommige buitenlandse liaisonofficieren in België. Zo wordt er bijvoorbeeld aan (strategische en tactische)beeldvorming gedaan voor wat betreft de fenomenen en de georganiseerde dadergroepen, door het systematisch of projectmatig aanleveren van informatie door de lidstaten aan de analyse-eenheden van Europol.

5) De politie heeft geen concrete structurele samenwerkingsverbanden met handelaren van landbouwvoertuigen. Het is niet uit te sluiten dat er ad hoc contacten zijn in het kader van lopende onderzoeken.

6) en 7) Het fenomeen is wat zijn aantallen betreft nog beperkt (zie antwoord 1)). Toch begrijp ik dat de impact van het fenomeen voor de getroffen landbouwers zeer groot is. Zoals hierboven vermeld, krijgen deze diefstallen dan ook de nodige geïntegreerde en integrale aandacht in het huidig nationaal veiligheidsplan 2012-2015, zowel bij het fenomeen « diefstallen in gebouwen » als binnen problematiek van de « rondtrekkende dadergroepen ». De politie werkt al zeer actief rond de problematiek van « rondtrekkende dadergroepen » ongeacht het voorwerp van de diefstallen. De diefstallen waarmee de landbouwsector te maken krijgt, blijven zeker en vast in haar vizier (zowel in de projectmatige als in de reguliere werking van de federale en de betrokken lokale politiediensten).

Met de beroepsorganisaties en / of ministers van Landbouw van de verschillende deelstaten is er geen specifiek overleg geweest. Wel is momenteel het project « Kadernota Integrale Veiligheid » met de deelstaten opgestart. Bedoeling is dat we « samen » die fenomenen bepalen waarvoor we integrale en geïntegreerde aanpak in de veiligheidsketen (preventie-repressie-nazorg) wensen. Indien mijn collega van Justitie en ikzelf vanuit de deelstaten dit signaal krijgen dan zullen we hier zeker en vast voor open staan.

Het veiligheidsbeeld, de plaats van het fenomeen hierin, de engagementen omtrent veiligheid en criminaliteit in het federaal regeerakkoord, alsook deze van de deelstaten en last but nog least, hun specifieke vragen omtrent aan te pakken veiligheidsfenomenen en/of criminaliteitsvormen, zullen bepalend zijn om bepaalde thema’s al dan niet te weerhouden in de kadernota.