Actieplatform van de Vierde VN Wereldvrouwenconferentie van Peking - Opvolging - Seksueel geweld - Preventie via early warning-netwerken
vrouwenbeweging
conferentie VN
positie van de vrouw
seksueel geweld
seksueel misdrijf
Democratische Republiek Congo
opvolging informatieverslag
19/3/2015 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/4/2015) |
19/6/2015 | Rappel |
15/12/2016 | Rappel |
30/1/2017 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-531
Hoofstuk III.2 "Vrouwen en gewapende conflicten" van het Informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN Wereldvrouwenconferentie van Peking (stuk Senaat nr. 6-97/2) van de Senaat bevat belangrijke beleidssuggesties.
De Senaat beveelt aan voor wat preventie inzake seksueel geweld betreft dat er een nauwere samenwerking moet worden opgezet met lokale vrouwenbewegingen en het middenveld, om zo een early warning-systeem uit te bouwen in risicogebieden wat sneller ingrijpen mogelijk maakt.
Deze vraag betreft Gelijke Kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat conform artikel 79 van het reglement en het betreft tevens een transversale aangelegenheid - Gemeenschappen. De vragen vloeien rechtstreeks voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN Wereldvrouwenconferentie van Peking (stuk Senaat nr. 6-97/2).
1) Kan de minister toelichten in hoeverre deze aanbeveling om een early warning-netwerk op te zetten in risicogebieden concreet vertaald en geïmplementeerd wordt bij onze partnerlanden en anderzijds hoe dit concreet op de internationale fora wordt verdedigd? Zijn er hieromtrent concrete projecten in de maak, onder meer in de Democratische Republiek Congo (DRC), en met welke partners wordt hierrond samengewerkt? Kan hij dit gedetailleerd toelichten?
2) Welke andere initiatieven acht de minister aangewezen in het kader van de preventie van seksueel geweld om aldus aan de landen zelf en de internationale gemeenschap toe te laten om tijdig op te treden?
Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van vice-eerste minister en minister van Ontwikkelingssamenwerking De Croo, die als bevoegd minister op 23 april 2015 geantwoord heeft op deze vraag.