Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-449

van Petra De Sutter (Ecolo-Groen) d.d. 13 februari 2015

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Luchtverkeer - Impact op de gezondheid van de omwonenden

luchtverkeer
lawaai
luchthaven
luchtverontreiniging
gevaren voor de gezondheid

Chronologie

13/2/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/3/2015)
9/3/2015Antwoord

Vraag nr. 6-449 d.d. 13 februari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mijn collega volksvertegenwoordiger Anne Dedry stelde u op 11 februari 2015 een vraag over de impact van het luchtverkeer op de gezondheid van de omwonenden van luchthavens (Kamer, mondelinge vraag nr. 54-1468, CRIV 54 COM 092, blz. 8).

In uw antwoord verwijst u door naar uw collega-minister van Werk en uw collega-minister van Mobiliteit. U verwijst ook door naar de deelstaten op basis van de bijzondere wet van 18 augustus 1980, die het grootste deel van het milieubeleid doorgeschoven heeft naar de Gewesten.

Mevrouw de minister, sta mij toe – gezien het transversale karakter van uw antwoord – hier drie vragen over te stellen:

1) Zult u – samen met uw collega's – de impact van het luchtverkeer rond onze luchthavens in Zaventem, Charleroi, enz. nader laten onderzoeken?

2) Welke concrete maatregelen zult u - samen met uw collega's - treffen om de gevolgen van verhoogde blootstelling aan ultrafijn stof van het luchtverkeer daadwerkelijk terug te dringen?

3) Wat de uitbating van de luchthaven, het beheer van het luchtruim en de milieu-impact van het luchtverkeer betreft, zegt u dat uw collega-minister van Mobiliteit een samenwerkingsakkoord met de Gewesten zal afsluiten. Zult u daaraan meewerken? Hoever staat het precies met dat akkoord? Tegen wanneer mogen we het verwachten?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2015 :

Mijn antwoord aan mevrouw de volksvertegenwoordiger Anne Dedry was voldoende duidelijk denk ik.

Ik denk niet dat we nu nog impactmetingen moeten verrichten. Het luchtverkeer is een bron van fijn stof, dit fijn stof wordt als schadelijk erkend, er bestaan milieunormen. Het is de taak van de bevoegde overheden om deze normen te doen naleven. In België zijn de Gewesten hiervoor verantwoordelijk.

Dit geldt ook voor het samenwerkingsakkoord betreffende de Nationale Luchthaven van Brussel waar ik het initiatief in dit dossier overlaat aan mijn achtbare collega, de minister van Mobiliteit, mevrouw Galant (het is niet mijn taak om het werk van mijn collega’s te organiseren). Indien nodig, kan mevrouw Galant rekenen op de vereiste informatie en de expertise van de departementen die onder mijn verantwoordelijkheid vallen.

Ik zal verder blijven pleiten voor een versterking van de federale normen betreffende de milieuperformantie van vliegtuigmotoren en hun brandstof.